#25 The last post: Sulawesi

7 – 18 juni

Goed, ik had duidelijk onderschat hoe moeilijk het zou zijn om, eens terug in Belgie, nog een laatste reisblog te schrijven. Inmiddels zijn we bijna 2 maanden terug thuis en we hebben er al enorm van genoten om familie en vrienden terug te zien. Stilaan begint ook de dagelijkse routine die we een jaar niet gekend hebben terug in ons leven te sluipen – werken, koken, kuisen, rekeningen betalen – en ondertussen staat er nog steeds geen letter op papier! Het ‘gewone’ leven gaat terug zijn gangetje, en onze lange reis glijdt steeds verder en verder weg… Maar anyway, nu wil ik er opnieuw even van genieten om terug even met mijn gedachten in Phnom Penh te zijn, en de laatste weken van onze fantastische reis te herbeleven.

Makassar
Makassar
Tana Toraja
Tana Toraja

Ons vertrek uit Cambodja richting Makassar, Indonesië begint naar goede gewoonte met… stress! En dat heeft niet enkel te maken met de lichte kater die we hebben van het vieren van onze laatste avond in Phnom Penh :-). De luchthaven ligt op 10 kilometer van het centrum, en Henk en ik rekenen dat een half uurtje wel ruim moet volstaan om er te geraken. Maar dat was buiten het woelige verkeer in de hoofdstad gerekend. Op deze verkeersader naar de luchthaven is het complete chaos, en onze tuk-tuk beweegt zich – net als zijn medeweggebruikers nerveus claxonnerend – met een slakkengangetje door de zenuwachtige wirwar van brommers, tuk-tuks, fietsers, voetgangers, auto’s, en busjes. Een mondmaskertje, zoals quasi iedereen op straat er één draagt, lijkt opeens niet zo’n overbodige luxe terwijl we bijna een uur in de walmende uitlaatgassen vertoeven.
Nét op tijd komen we aan in de luchthaven en nipt voor sluitingstijd checken we in. Oef, want vandaag wordt een lange reisdag met 3 vluchten op het programma, en de eerste missen zou een ramp zijn!

IMG_5864

Tana Toraja
Tana Toraja

Na deze eerste vlucht komen we aan in de coolste luchthaven ever! Singapore Changi Airport is nog het best te vergelijken met een luxueus winkelcentrum. Alle grote merken zijn hier vertegenwoordigd, van kledij tot cosmetica, van horloges tot elektronica, van alcohol tot chocolade, en de prijzen liggen een stuk lager dan elders. Duty free, weet je wel. Je vindt er fraaie hotels en verscheiden restaurants, een gratis cinema, bloementuinen en koi-vijvers, her en der staan er massagestoelen en er is zelfs een vlindertuin. Onze layover van 7 uur had zelfs nog langer mogen duren.

IMG_5885

De volgende stop is de menselijke mierennest Jakarta, waar we nog een laatste korte nationale vlucht moeten halen naar Makassar, de hoofdstad van het eiland Sulawesi. Ook hier loopt het vertrek niet van een leien dakje. We boekten bij een kleine lokale Indonesische maatschappij met een onuitspreekbare naam, die vanuit de oudste (openlucht!) terminal van Jakarta Airport vertrekt. We zitten als enige westerlingen in de sjofele wachtzaal, en kijken samen met enkele moeders en hun talrijke kinderen naar “The Voice of Indonesia” op een kapot tv-scherm. Als het uur aanbreekt dat we volgens ons ticket moeten boarden, zien we echter weinig beweging aan de gate. Zitten we wel goed? Ons ticket zegt nochtans duidelijk gate 7. Op het informatiescherm van de luchthaven staat dan weer dat we gate 5 nodig hebben, maar daar zien we geen kat. Ja, lap! “Makassar? Ujung Pandang? Makassar?” vragen Henk en ik al hollend aan iedereen die we tegenkomen, tot een medewerker ons de juiste richting aanwijst – een trapje naar beneden. Niks geen gate, gewoon het juiste vliegtuig op de tarmac gaan zoeken! Tientàllen meters en ettelijke geparkeerde vliegtuigen verder zien we wat mensen instappen in een toestel, en we mogen ons bij hen aansluiten: we hebben ons vliegtuig naar Makassar gevonden. Iets voor middernacht vertrekt onze laatste vlucht van de dag; een klein vliegtuigje waarvan het gedateerde TV-schermpje “Wilkommen an bord bei TUI fly” toont als het uit het plafond schuift, en dat het 2,5€ is voor een “Kopfhörer”.

IMG_5903

Tana Toraja
Tana Toraja

Ruim na middernacht, en na een goede 16 uur reizen, komen we aan in Makassar. Onze laatste landing in een nieuw land, een laatste keer aankomen in een onbekende stad. En een laatste keer het legioen taxichauffeurs van ons afschudden aan de luchthaven. Eigenlijk hebben Henk en ik weinig vooronderzoek gedaan over Sulawesi, want het stond zodanig, zonder enige twijfel vast dat we hier naartoe wilden dat het eiland in onze gedachten al een tijdje de status van ‘heilige graal’ heeft gekregen. Sulawesi is één van de minder toeristische plaatsen van Zuid-Oost-Azië – Lonely Planet wijdt er slechts enkele bladzijden aan – en biedt onderdak aan een unieke subcultuur: het Toraja-volk, een kleine christelijke gemeenschap binnen dit devote moslimland, die er een ongekende fascinatie met de dood op nahoudt. Daarnaast zou het eiland ook fantastische witte stranden, kraakhelder zeewater, palmbomen en kleurrijke koralen herbergen. Perfect als afsluiter, denken we zo!

IMG_5925

Tana Toraja
Tana Toraja

’s Nachts aankomen in een nieuwe stad geeft nooit een goed beeld, en gecombineerd met ons gebrek aan voorbereiding is onze verbazing groot wanneer blijkt dat Makassar een gigantische, lelijke, vuile stad is. Hier leven 1,7 miljoen inwoners, maar er is geen riolering of waterzuivering, wat dankzij de hete temperaturen resulteert in een continu eigenaardig geurtje, en een bruine drab die de zee moet voorstellen. We banen ons een weg door de straten, de mix van plastiek, huisafval en ontbindende ratten ontwijkend. Ook het eten – ramp, o ramp – valt serieus tegen. Henk vindt een bedorven exemplaar tussen zijn ‘verse’ langoustines, en mijn nasi goreng – nochtans hét gerecht waarvoor Indonesië bekend staat – is niet half zo lekker als in Thailand, maar wel dubbel zo duur. Alcohol is er bovendien in deze vrome moslimregio amper te verkrijgen, je moet het extreem dure goedje gaan zoeken in een vergrendeld achterkamertje van de supermarkt waar iemand je met een afkeurende blik binnenlaat.

IMG_5933

Tana Toraja
Tana Toraja

Interessante bezienswaardigheden zijn er hier, behalve misschien het in de 17de eeuw door de Nederlandse kolonisten neergepote Fort Rotterdam, niet. Of misschien toch: wijzelf! Mensen vallen hier haast van hun brommer omdat ze ons opmerken en te enthousiast proberen zwaaien, “Hello mistaa, helloooo!”. De mensen kijken ons nieuwsgierig en giechelig aan en alle mannen willen Henk een hand geven – mij niet, een man die een vreemde vrouw aanraakt is hier uiteraard uit den boze. We zijn een echte attractie :-)!

IMG_6007

Tana Toraja
Tana Toraja

Onze eerste zorg is nu: hoe, en hoe snel, kunnen we hier weg geraken, richting Tana Toraja. Maar ook dat zal geen sinecure blijken omdat Sulawesi’s transportmogelijkheden allesbehalve ideaal zijn. Wegen en bussen zijn beiden in een zodanig slechte staat dat ze een hele dag rijden over enkele honderden kilometers. Ook ons idee om zelf een auto te huren blijkt onmogelijk. Zelf rijden zou erg stressvol worden, want verzekeringen bestaan niet, en net als overal in de niet-westerse wereld blijkt het verkeersreglement zich ook hier te beperken tot ‘doe maar wat, bots gewoon niet (te hard)’… De oplossing ligt voor de hand, maar zal ons ook een flinke duit kosten: we huren een auto mét chauffeur voor de volgende 5 dagen. Fancy!

Een hele dag in de auto met Tonno, onze zwijgzame (want: niet-Engelstalige) chauffeur, brengt ons weg uit het broeierige, lelijke Makassar naar het 400 kilometer noordelijkere Rantepao, tussen de weelderige, groene bergen in het hart van Tana Toraja; “Het land van het Toraja-volk”. Gelukkig is de teleurstelling van Makassar snel vergeten, als we de volgende dagen een verkenningstocht van de regio doen. Er is dan ook enorm veel te zien in Tana Toraja! We bezoeken met onze gids Daniel de vele typische huisjes – met hun gebogen zadeldak zijn ze een ode aan hun Chinese voorouders die hier per boot toekwamen, en hun eerste huizen maakten met het hout van de boten. We zien bijzondere begraafplaatsen die uitgehouwen worden in de rotsen, uitgestrekte rijstterrassen, en een ‘baby-boom’, waar overleden baby’tjes hun laatste rustplaats vinden in de stam. Maar hier maken we ook dé culturele kers op de taart van heel deze reis mee: een begrafenisplechtigheid in Tana Toraja.

IMG_6177

Tana Toraja

Tana Toraja
Tana Toraja

De inwoners van deze regio zijn Christenen, maar bedrijven daarnaast ook nog oude anemistische tradities. Zo staat hun hele aardse leven in het teken van de dood. Men wordt geacht van zoveel mogelijk geld te vergaren om later hun eigen begrafenis te kunnen bekostigen; een plechtigheid waarbij honderden mensen zijn uitgenodigd voor een ontzaglijk eetfestijn waarbij tot tientallen buffels en honderden zwijnen ter plaatse worden geslacht – het aantal is afhankelijk van de sociale status van de overledene. Iedereen is uitgenodigd; familie, vrienden, dorpelingen, …en dus ook wij. We worden enthousiast ontvangen door de rouwende familie, ze poseren gretig voor de camera. Meer nog, allemaal willen ze met óns op de foto: “Foto! Selfie!”. 

IMG_5999

Tana Toraja
Tana Toraja

We drinken thee met de familie en geven hen een slof sigaretten cadeau. Zonder geschenk op de begrafenis aankomen is not done, en hoe hoger je status, hoe groter je cadeau moet zijn – tot een zwijn of een buffel toe. En de prijs van die laatste kan oplopen tot dui-zen-den euro’s. “There goes another Mercedes!” grapt onze gids wanneer er een kolossale albinobuffel met helblauwe ogen – dat zijn de duurste – het terrein op wordt geleid.
Wie te weinig geeft volgens zijn vermogen, valt in affronten bij het publiek, want er wordt met een luidspreker over het hele terrein afgeroepen wie wat geschonken heeft.
We leren ook dat overledenen hier maanden, soms tot járen na het eigenlijk overlijden bij de familie ‘verblijven’. Het lichaam wordt gebalsemd en krijgt een plekje in huis, tot er genoeg geld is om de begrafenis te laten doorgaan. Gezellig!

IMG_6142

Tana Toraja
Tana Toraja

De buffels en zwijnen die hier voor onze neus gekeeld worden laten een diepe indruk na. Het is ongelooflijk indrukwekkend én luguber. Zo’n buffel tracht wat tegen te spartelen terwijl zijn keel zonder pardon wordt overgesneden, om erna met een doffe plof neer te zijgen. 20 minuten na z’n dood schiet er niets meer van over dan een grote plas bloed die in de aarde dringt: de huid wordt gestroopt, het vlees wordt ter plaatse bereid of gepekeld voor later, en de hoorns worden bewaard om aan de huizen van de nabestaanden te hangen. Je raadt het al: hoe meer buffelhoorns er aan een huis hangen, hoe hoger de sociale status van de bewoners.

IMG_6123

Tana Toraja
Tana Toraja

Na enkele dagen nemen we afscheid van het “Tirol van de tropen”. Het aanzicht van de houten, chalet-achtige huisjes en overvloed aan katholieke kerken doet Henk en mij wat denken aan een warm en vochtig Oostenrijk.
Voor de culinaire ervaring of de accomodaties hoef je niet naar Tana Toraja af te reizen. Hotels zijn groezelig en duur, en Toraja is de eerste plaats in heel de wereld waar ik effectief een kakkerlak in mijn mie goreng kreeg voorgeschoteld. Maar de ruige, weelderige natuur is er prachtig – het doet me wat denken aan de Filipijnen – en de mensen lopen over van oprechte vriendelijkheid. Gecombineerd met de unieke lokale cultuurbeleving en de afwezigheid van georganiseerd toerisme blijkt Tana Toraja een verborgen pareltje.

IMG_6202

Tana Toraja
Tana Toraja

Na een korte stop bij ‘erotic mountain’ (zie foto, en oordeel vooral zelf) en het inslaan van spotgoedkope vanillestokjes en muskaatnoten – dé reden waarom de kolonisten zoveel interesse hadden in de Indonesische eilanden – bij een dame die een behoorlijk mondje Nederlands spreekt, komen we aan in de stad Sengkang.

"Erotic Mountain"
“Erotic Mountain”
Sengkang
Sengkang

Hier bezoeken Henk en ik de drijvende huizen van een vissersdorp, op een meer dat jaarlijks kílometers uit zijn oever streedt. Het zicht doet ons terug doet denken aan de ‘Islas flotantes de los uros’ uit Peru. Dat is de keerzijde van de medaille: hoe langer je reist en hoe meer je ziet, hoe meer zaken gelijkaardig beginnen aanvoelen. Been there, seen that, done that.

IMG_6286

Sengkang
Sengkang

Hier zouden we een nachtje slapen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Om 4u30 zijn we alweer kláárwakker, met dank aan de luidsprekers van de 7 moskees rondom ons hotel die op hetzelfde ogenblik beginnen te jengelen. Geen 5 minuutjes, geen kwartier, neen, een ùùr lang spuien ettelijke speakers de scherpe tonen van arabische gebeden en gezangen. Mijn oordoppen zijn er niet tegen opgewassen. “Muslim Karaoke,” noemt Tonno het ;-). Goeiemorgen!

IMG_6364

Sengkang
Sengkang

De laatste dagen van onze reis spenderen we in Bira, een klein kustdorpje in het zuidelijkste tipje van Sulawesi, bejubeld om haar prachtige witte stranden, helblauw zeewater en kleurrijke koralen.
Jammer genoeg zijn de veelbelovende verhalen en foto’s op het internet lang niet vergelijkbaar met de realiteit, want het parelwitte zand blijkt op vele plaatsen onzichtbaar; het is bedolven onder een berg vuilnis. Net als de andere delen van Azië en Zuid-Amerika die we bezochten, kampt Sulawesi met een gigantisch afvalprobleem. Het draait natuurlijk allemaal om een gebrek aan educatie en alternatieven, en niet om slechte wil. Maar toch wen ik er niet aan, en ook hier bloedt mijn hart als ik de straten en stranden gehuld zie in plastic zakken, glazen flessen, autowrakken en afval in alle soorten en maten. Een plaatselijke geit toont zich de ‘ivago’ van de regio, wanneer ze bij gebrek aan alternatieven gretig haar tanden zet in een stuk piepschuim.

On the road to Bira
On the road to Bira

Gelukkig vinden Henk en ik ook hier een gezellig hutje aan een properder stukje strand, waar we genieten van onze laatste dagen als avonturiers. Ondertussen zijn we al goed getraind om er overal ter wereld het beste van te maken. We gaan dagelijks lunchen in het mooiste hotel van het dorpje en kunnen zo gratis gebruik maken van de ‘inifinity pool’ die uitkijkt over een subliem landschap.

IMG_6408

Bira
Bira

Bij het zicht van de azuurblauwe baai en ondergaande zon mijmeren we over het geluk dat we de laatste 300 dagen hebben gekend. Ook al is Bira niet de klap op de vuurpijl die we in gedachten hadden, we kunnen het goed relativeren. We hebben hier het einde van de beschaafde wereld bereikt waar we als reizigers zelf de grootste toeristische attractie zijn. Hoewel we hier waarschijnlijk niet meer terug komen hadden we Sulawesi voor geen geld willen missen.

IMG_6461

Bira
Bira

Het contrast met de plek waar we over twee dagen zullen landen kan niet groter zijn. We zijn dankbaar voor al het moois dat we gezien hebben, en voor de onvergetelijke ervaringen die we opgedaan hebben. Het afgelopen jaar was het beste van ons leven… tot nu toe. Het zal niet gemakkelijk worden, maar we zullen er alles aan doen om dit in de toekomst te evenaren. En we kijken uit naar nieuwe avonturen, in binnen- en buitenland. Alleszins blijft één ding zeker: Home is wherever I’m with you!

5 gedachten over “#25 The last post: Sulawesi

  1. een beetje verrast om nog een homeiswhereverimwithyou te lezen ! met veel plezier heb ik jullie reis gevolgd en het was of ik een beetje meeging. Ik hoop van ganser harte dat deze reis een start mag zijn voor een mooie relatie-reis. Laat de stress en het jachtig gedoe niet te veel aan jullie knagen. Groetjes en dikke knuffel Cecile

  2. Blij ook jullie laatste verhalen te kunnen lezen en zien !
    En nog leuker da ‘k jullie al eens terug gezien heb 😉
    Superblog die jullie hadden en fantastisch da jullie zulk een reis mochten beleven !

    Tot snel !
    Ellen x

  3. Ook voor de lezers is het spijtig dat het hiermee eindigt. Ik heb genoten van jullie verslaggeving. Het was altijd een beetje meereizen! Bedankt!

    Ik wens jullie samen nog een verdere fantastische reis toe, wherever your home is!

  4. C’est avec beaucoup de plaisir que j’ai lu ce dernier récit, et je vous dis un grand merci de nous avoir fait partager cette belle aventure. Je vous souhaite un avenir avec encore de nombreux voyages et beaucoup de bonheur. Gros bisous à vous deux

Geef een reactie op dominique Reactie annuleren