Alle berichten door henkenbene

#6 Cityhopping! Vancouver – Victoria – Seattle – Portland

19 septemer – 4 oktober

Terwijl we Vancouver bezoeken, kunnen we verblijven bij een koppel dat we leerden kennen tijdens het kamperen. Ted & Elaine wonen in Burnaby, een wijk 10 km buiten het stadscentrum en gemakkelijk bereikbaar met de skytrain. We verkennen Vancouver helemaal te voet; van links naar rechts, en van boven naar onder. Ik denk dat er geen enkele buurt is waar we niet gelopen hebben! Het gezellige Gastown, met a very European feel en dito eetgelegenheden, de iets minder gezellige buurt bij Main & Hastings street met veel dakloze drugsverslaafden – van alle leeftijden – die ons aanklampen om geld te vragen, Stanley Park; de grote groene oase in de stad, en – zo blijkt – onze favoriete buurt van bijna elke stad: Chinatown! Vancouver heeft van alle steden die ik al gezien heb het opvallend grootste aandeel Aziaten, niet enkel in Chinatown, maar over de hele stad en suburbs. Dat resulteert uiteraard in superveel Aziatische handelaars, en Chinese-, Koreaanse-, Vietnamese-, Sushi- en Thaise restaurants; lekker, redelijk gezond en goedkoop! Henk laat zijn haar knippen bij een Maleisische kapper voor nog geen 9$, en het is nog supergoed gedaan ook :).

IMG_5121IMG_5180

Omdat we er bijna een hele week logeren hangen we ook een beetje rond in Burnaby, en ontdekken we de ‘food court’ in de mall. Allerlei ketens hebben hier een kraam, gevestigd rond 1 grote gemeenschappelijke refter. Je kan een grote portie bestellen van 1 kraam, of je eigen maaltijd samenstellen met kleine porties van verschillende kraampjes; wat sushi, een hamburgertje, een burrito, een mini-pizza, chicken wings, een fruitbowl,… Terwijl we onze zo-zo-maaltijd opeten ergeren we ons allebei aan het plastic bestek en de piepschuimen bordjes die je bij elke bestelling krijgt. Ik ben nu écht geen geitenwollensok, maar al die honderden mensen die ik kilo’s plastic zie weggooien op een half uurtje tijd, kan dat echt niet anders?

IMG_5185IMG_5217

Na een kleine week in Vancouver reizen we verder zuidwaarts, naar de laatste stad die we in Canada zullen bezoeken: Victoria. Het is prachtige, zonnige dag – perfect weer om van de ferry-overtocht van anderhalf uur te genieten. We varen langs kleine eilandjes met slechts 1 of enkele huizen op – de mensen hebben hier geen oprit of garage, maar een aanlegsteiger! Als kers op de taart zien we opeens een school orka’s naast de boot zwemmen. Een ongelooflijk mooi zicht, en we lachen in ons vuistje met de “whale watching” bootjes die er ook komen rondvaren. Die mensen hebben een veelvoud betaald van ons ferry-ticket om hetzelfde te zien. Wat een chance hebben we alweer :)!

IMG_5244IMG_5233

In Victoria verblijven we enkele nachten bij Ben, die we via de couchsurfing-website hebben aangeschreven. ’t Is de eerste keer dat we de site gebruiken, en dat valt meteen heel goed mee. Ben is een vriendelijke jongen, geeft ons verschillende tips, en zijn appartement is perfect gelegen om te voet de stad te verkennen. Zoveel valt er eigenlijk niet te beleven in Victoria. Er wordt veel reclame gemaakt voor de whale watching tours, maar daar hebben we niet echt interesse in – én we hebben al orka’s gezien :). Ook de “Butchart gardens” blijken een topattractie, maar Henk en ik zijn nu ook geen zodanige bloemenfans dat we een halve dag in een tuin gaan rondlopen voor 35$ p.p. We stappen wél alweer de hele stad door, en Victoria blijkt toch meer gezelligheid uit te ademen dan de andere steden die we al bezocht hebben. Dat heeft alles te maken met de Engelse, statige feel (dat Empress hotel! Dat parlement! Die oubollige straatlantaarns!), de gebouwen die versierd zijn met kleurige bloemen en het jachthaventje in het centrum. Henk maakt ook een nieuwe beste vriend, terwijl we op een bankje aan de haven van de zon genieten. Zatte Scott spreekt ons ongevraagd aan, en kan amper nog op z’n benen staan, laat staan logisch redeneren. Henk vindt het best amusant, en eigenlijk is het dat ook wel :). Hij lalt over zijn “bachelordiploma in marketing, en zijn master in… whatever”. Scott blijkt ook een zwarte gordel in karate te hebben (yeah, right), en blijft Henk steeds “new best friend” en “big bastard” noemen, omdat hij steeds z’n naam vergeet. Nadat hij een onsamenhangend verhaal heeft gedaan over de ruzie die hij heeft met z’n vriendin – ik vraag me af wat voor type dat dan wel mag zijn – overtuigen we hem dat de liefde het écht waard is om voor te vechten, en om het goed te gaan maken met haar. En off he goes, waggelend naar weet-ik-veel-waar, “to fight for love”. Ja jongens, de dingen die we hier zien!

IMG_5272IMG_5275

Voor de volgende dagen hebben we een mooi hotel geboekt omdat het Henk z’n verjaardag is, en we willen vieren in stijl :). Omdat ik een beetje zaag bij het inchecken krijgen we een upgrade (I looove upgrades) en verblijven de volgende dagen in een suite op de 12de verdieping met zicht over de stad en de haven. Een perfect laatste weekend, en afsluiter van onze maand in Canada!

IMG_5267

Na 3 dagen cocoonen in Victoria met lekker eten, welness en veel te veel Amerikaanse trash-tv, wordt het tijd om naar Seattle te vertrekken. De ferry-douane blijkt ook helemaal niet zo streng als hun collega’s op de Amerikaanse luchthavens. Wat simpele vragen, en na een vriendelijke “Stay out of trouble, folks!” mogen we binnen in Port Angeles, USA. We moeten nog een hele afstand overbruggen met verschillende bussen eer we effectief in Seattle zullen aankomen, dus we beginnen aan onze tocht. Na de eerste bus genomen te hebben, blijkt dat we daarna al meteen een 3-tal uur zullen moeten wachten op de volgende. Openbaar vervoer is in de USA, zeker in deze kleine dorpen, niet goed geregeld. Bijna iedereen heeft hier een auto, dus wie zich met de bus moet verplaatsen moet wel een hele grote sukkelaar zijn. Of een beetje gek of dronken, zo bijkt uit de personages die we op de bus zien stappen. Terwijl we zitten te wachten in het busstation met onze rugzakken naast ons, worden we ontelbare keren aangesproken. De mensen willen ons verhaal horen, waar we vandaan komen, wat we gaan doen,… en ze vinden het natuurlijk allemaal “aaawesome” en “amaaazing”! Maar vaak heb ik het gevoel dat mensen gewoon graag hun eigen verhaal willen doen: het gesprek wordt na enkele ogenblikken altijd omgebogen naar waar zíj vandaan komen en waar zíj al geweest zijn. Als we na de volgende busrit aankomen in het volgend dorpje, loop ik even naar het toilet in het winkelcentrum aan de overkant van de straat. Als ik enkele minuten later terugkom zijn alle mensen van het platform verdwenen en zie ik enkel Henk nog staan. En daar, aan het einde van de straat, verdwijnt onze bus richting Poulsbo om de hoek. MILJAAR! Hoelang gaan we nú weer moeten wachten op de volgende bus? Ik check het uurrooster… DUBBEL MILJAAR! Dat was natuurlijk de laatste bus van de dag. Blijkt dat we vannacht vastzitten in Port Townsend, op 90 km van Seattle. Ik ben wat ambetant op Henk, want kon hij nu niet even vragen aan de chauffeur om 1 minuut te wachten? En Henk is op zijn beurt ook wat geïrriteerd, want hij kon toch niet weten dat dat de laatste bus was? Goed, het is nu zo, en we beginnen te stappen om een slaapplaats te zoeken. Als we in een tankstation wat meer info vragen, besluit Henk dat hij wil proberen liften. Ik, een beetje pessimistisch, denk dat dat absoluut niet zal lukken; van het ene hol van pluto, naar een ander hol van pluto 50 km verder! We vragen een karton en een stift, en we spreken af om het een half uurtje te proberen. Alhoewel ik er geen goed oog in heb, probeer ik toch enthousiast mijn duim op te steken, anders neemt niemand je mee. Goed, we staan er nog geen 5 minuten of er stopt een meisje: “Are you guys going to Poulsbo? I live there, I can take you with me!”. En hupla, op 5 minuten tijd bewijst Henk dat mijn pessimisme ongegrond was! Dat geeft wel moed voor wanneer we volgende week op de highway 101 willen liften :). Het meisje brengt ons naar het volgende busstation, en daar halen we de bus richting het laatste vervoersmiddel van de dag; de ferry van Bainbridge naar downtown Seattle.

IMG_5300

Ondertussen is het al pikdonker, en we zien vanaf de ferry Seattle in de verte opgloeien. Wauw! Wat een prachtig zicht; een fel verlicht reuzenrad, de space needle, een stadion waarvan de randen van kleur veranderen,… En ik besef net dat ik op dezelfde ferry sta die dokter McDreamy ook elke dag naar het ziekenhuis nam – de fans van Grey’s Anatomy weten waar ik het over heb ;). Seattle staat te boek als een superhippe en trendy stad – hipster alert! – en het ziet er alvast veelbelovend uit. We stappen enkele kilometers richting het city hostel, waar we de vreemdste kamer krijgen die ik ooit heb gezien, met muurschilderingen van zeemonsters en onderwater-aliens! Gezien we maar 2 nachten in Seattle blijven hebben we 1 volledige dag om de stad te bezoeken, en dat blijkt eigenlijk meer dan genoeg. We lopen eerst richting de space needle, een hoge dunne toren die in ’62 gebouwd werd voor de wereldtentoonstelling. Het atomium van Seattle, dus, en hét symbool van de stad, maar je loopt er eens rond en that’s it. We merken ook waar de stad z’n hipster-imago vandaan heeft: koffieshops en vegetarische/veganistische restaurants zijn overdadig aanwezig, ook veel winkels met ecologische voeding of kledij, en zaaltjes waar obscure bands komen optreden. We stappen ook eens naar de zeer toeristische maar gezellige farmers market van Pike Place, waar ook de allereerste, originele Starbucks coffeeshop zich bevindt. We krijgen in de buurt, op Pier 57, wel een van de slechtste maaltijden voorgeschoteld die we deze reis al gegeten hebben. Seattle, géén punten aan’t scoren, hoor! We gaan dan maar naar ons favoriete deel van de stad; hier in Chinatown bestellen we wat dim sum om de slechte lunch te vergeten. In het Columbia gebouw, het hoogste gebouw van Seattle, besluiten we niet naar de hoogste verdieping te gaan – want dat kost natuurlijk weer geld – maar drinken we een frappuchino in de Starbucks op het 40ste verdiep. Zo lopen we tussen afwisselend strepen zon en vlagen regen heel de stad door, terwijl we een spelletje spelen waarbij we raden of iemand dakloos is of expres sjofel gekleed is, we noemen het: “Homeless or Hipster?” ;).

IMG_5339 IMG_5358

Portland zou Seattle van de troon stoten wat hipsterness betreft, dus we zijn eens benieuwd waar de Amtrak-trein ons zal afzetten. Na een comfortabele treinrit met leren zetels, Wi-Fi, een eigen plug-in voor de laptop en zelfs een bar/restaurant, komen we aan in Portland Union Station. We worden verwelkomd door – alweer – veel daklozen, en gietende regen. We stappen snel de stad door naar het hotel, want veel rondlopen zal er vandaag niet meer inzitten. Gelukkig blijkt er vlakbij een bar te zijn met een budgetvriendelijk menu, waar we ons van happy hour tot een stuk in de nacht rot amuseren met de locals! De volgende dag heeft ook de regen plaats gemaakt voor stralende zon, en doen we ons gewoonlijke stapje door de stad – toegegeven, met kleine oogjes. Portland blijkt wel een aangenamere stad dan Seattle; kleiner en gezelliger, met bomen in de straten en veel parkjes.

Het weerbericht belooft ook voor de volgende dagen zonnig en warm weer; perfect voor onze volgende etappe. Op naar de Oregon Coast!

#5 British Columbia: A ‘warm’ welcome, camping in the sixties & some national parks

11 – 19 september

We landen in Vancouver om middernacht plaatselijke tijd – het is hier 3 uur vroeger dan in Montreal – en hebben veel geluk om nog net de laatste skytrain richting downtown te halen. Het is ondertussen 1u ’s nachts in een stad die we niet kennen, maar gelukkig zien we enkele politie-agenten waaraan we wat praktische info vragen. Ze sturen ons naar een youth hostel dat 24/24 open is, en we beginnen te stappen over Granville street. Ondanks dat er op het eerste zicht niemand op straat is, voel ik tientallen ogen op Henk en mij gericht. Het zijn de vele daklozen, die in de inhammen van de winkel slapen, zitten, en met elkaar – of tegen zichzelf, of tegen hun hond – praten. Vancouver is een geliefde plaats voor Canadese daklozen, door de redelijk zachte winters in vergelijking met de andere steden. Het zijn hier veelal mensen met mentale- of zware drugsproblemen, en de overheid voorziet voor hen weinig tot geen sociale voorzieningen op lange termijn.

Ondertussen zien we het hostel in de verte, maar omdat we al 8 uur non-stop aan het reizen zijn, hebben Henk en ik toch een hongertje gekregen. Gelukkig is, zoals altijd en overal, de McDonalds nog open, en we besluiten snel een hamburgertje mee te pikken (sorry, mama).

We zitten nog niet goed en wel neer, of er loopt een meisje huilend het gebouw binnen, gevolgd door 2 mannen. We besteden er eerst niet te veel aandacht aan, ware het niet dat het opeens enorm escaleert: de 2 mannen van het gezelschap beginnen elkaar luid uit te schelden, en het meisje – duidelijk met blauwe plekken van naalden op haar huid – begint hysterisch te roepen en te jammeren. Voor zover we kunnen uitmaken, gaat de ene man er niet mee akkoord dat het meisje niet met hem naar huis gaat, en de andere man verdedigt haar. Opeens komt het tot een confrontatie, maar geen zoals ik ooit gezien heb; deze mannen ménen het echt, ze willen elkaar tot moes slaan! De ene wordt tegen de muur gegooid, en opeens zien we overal bloed; de andere man heeft hem zo hard geslagen dat z’n tand oor z’n wang gescheurd is. Hij heeft een groot gat in z’n kaak en bloedt als een rund terwijl hij  heen en weer in de McDonalds loopt. Het is ongelooflijk absurd, en ik ben echt niet op m’n gemak. De gewonde kerel – duidelijk onder invloed van vanalles-en-nog-wat – begint dan nog eens tegen ons te praten ook, en onze reactie is in zo’n situatie: zwijgen en ja-knikken. Het personeel van de McDonalds is hier trouwens blijkbaar goed op voorbereid. Voor je het weet staan er 2 politie-agenten in het restaurant, en voelen we ons al een stuk veiliger. De aanstoker van het gevecht is ‘m natuurlijk al gesmeerd. Na enkele minuten is het bloed opgedweild en de rust teruggekeerd, maar wij zijn maar al te blij als we om 2u inchecken in het hostel en veilig in de dorm liggen. What a warm welcome to Vancouver!

vtc EEKHOORN

De volgende dag gaan we onze rental car ophalen en krijgen we een leuke verrassing: een upgrade! In de plaats van de standard car die we besteld hadden, geven ze ons een Ford Edge: een gigantische SUV met leren zetels, open dak en allerlei technische snufjes. Het is echt een fantastische auto en Henk is er gek op :)!

Het is hier prachtig, zonnig en warm weer, en daardoor besluiten we eerst nog enkele nachten te kamperen voor we onze geplande route naar Banff & Jasper National Park aanvatten. We komen terecht in een campsite midden in de natuur, even buiten Vancouver, en al snel blijkt dat wij hier de enige toeristen zijn. Het hoogseizoen is voorbij en momenteel verblijven hier enkel locals, die elkaar al jaren kennen. Ons mini-hikertentje contrasteert enorm met de gigantische, luxueuze RV’s, maar dat wekt blijkbaar sympathie op want de anderen besluiten om ons als het ware te adopteren: we worden van alle kanten bestookt met de vraag of we iets mee eten of drinken! De volgende dagen zijn enorm laid-back en we genieten van het lekkere weer, het zwembad, de mooie omgeving en de – alweer – vriendelijke en gastvrije Canadezen. We roosteren worstjes rond het kampvuur, eten bananaboats – banaan + chocolade + marshmallows geroosterd in het vuur – en zelfgemaakte koekjes, en we lachen met moppen en verhalen die we ons de volgende dag niet meer zullen herinneren. Op een gegeven moment wordt de acoustische gitaar bovengehaald voor een country-song, en ik voel me door een teletijdmachine teruggekatapulteerd naar de sixties 🙂 surrealistisch!

IMG_4981 IMG_5031

Na enkele dagen moeten we dan toch onze tocht eens verderzetten, en vertrekken we naar de Rocky mountains, naar de nationale parken Jasper en Banff. We rijden even verkeerd (off course), en komen in één van de vele indianenreservaten in British Columbia terecht, waar we zeer onvriendelijk bekeken worden. Een oude vrouw trekt een lelijk gezicht naar ons, en maakt een schijnbeweging met haar hand, alsof ze de stok die ze in haar hand heeft naar onze auto wil smijten. Een andere auto blijft aan 15 km/h voor ons rijden, op een stuk waar we niet kunnen inhalen, om ons te irriteren. De vijandigheid jegens blanken is verder ook te merken op affiches en slogans in het dorp, zoals “We won’t buy back stolen land”. Vele first nations people zien Canada als een illegale natie, gebouwd op de van hen gestolen grond. De meesten van hen wonen in deze reservaten, betalen er geen belastingen, en hun locale overheden worden gesubsidieerd door de Canadese federale overheid… schuldgevoel, misschien? Wie trouwens bij het woord ‘indianenreservaat’ denkt aan ongerepte natuur, een ecologische levenswijze en misschien zelfs tipi’s, moet ik teleurstellen. De first nation people wonen in american-style houten huizen; sommigen zijn mooi onderhouden, maar de meesten zijn onverzorgd, te midden van een voortuin vol rommel, schreeuwerig speelgoed en roestende auto’s.

Verder is het een heerlijke, comfortabele rit in de ruime SUV, en na een overnachting in de studentenstad Kamloops, komen we aan in de rockies. De rit door Jasper/Banff National Park met de Rocky Mountains aan weerszijden is zeer impressionant! Spijtig genoeg zijn er verschillende hiking trails afgesloten omdat er grizzly’s werden gespot, en die kom je liever niet tegen. Geen beren gezien dus, wel wilde – en dus gigantische – kalkoenen, berggeiten en schattige eekhoorns. We slapen in een ‘wilderness-hostel’ – geen stromend water, amper elektriciteit – en de volgende dag maken we een wandeling op de indrukwekkende Saskatchewan gletsjer. Ik vind het wel redelijk grappig (of misschien eerder hypocriet) dat we onderweg door verschillende infoborden gewezen worden op het feit dat de gletsjer zienderogen krimpt ten gevolge van global warming, maar dat je er anderzijds wel kaartjes kan kopen voor de “Ice Explorer”, een grote bus met rupsbanden die met toeristen over het ijs gaat sjezen.

IMG_5051 IMG_5105

Ondanks de prachtige natuur vinden we Banff en Jasper een beetje platgelopen door toeristen, en om die reden besluiten we ook het mierennest Lake Louise te laten voor wat het is, en via het minder bekende Kootenay National Park terug te rijden. Dat was gelukkig geen slecht besluit, want in Kootenay maken we een mooie wandeling langs een waterval van 37 meter hoog, en ongelooflijk maar waar: we komen niemand anders tegen! Die avond zwemmen en relaxen we in de ‘Radium Hot Springs’, natuurlijke warmwaterbronnen in het gelijknamige dorpje aan de rand van het park.

De dag erna is het tijd om de natuur achter ons te laten en terug richting de grote stad te keren. In de hoop dat we niet teveel gevechten meer aanschouwen 😉 Vancouver 2.0, we’re ready for you!

#4 Reflections of Toronto

6 – 11 september

Zo Europees dat Montréal is, zo Amerikaans is Toronto. Bij het binnenrijden van het ‘entertainment district’ waar we zullen verblijven, zijn we onder de indruk van de vele skyscrapers. Het geeft meteen een echt New York-gevoel. Overal waar we kijken zien we torenhoog beton, staal en glas, met daarin de weerspiegeling van nog meer beton, staal en glas!

Dankzij Catherine, mijn nicht, en Kristof, die enkele jaren geleden een tijd in Toronto hebben gewoond, kunnen we 4 dagen logeren bij Agnes – een Hongaars-Canadese die hier nu 10 jaar woont. De avond van onze aankomst vrijdag doen we niet veel anders meer dan ons vergapen aan het uitzicht van haar fantastische appartement op de 17de verdieping; de CN toren, het meer, en daartussen allemaal bouwwerven van nieuwe glazen skyscrapers – blijkbaar bouwen ze de crisis hier weg.

IMG_4890 IMG_4837

Omdat het de volgende dag druilerig is, besluiten we lekker uit te slapen – vermoeiend, zo’n wereldreis! 😉 –  en wat administratie te doen tot het opklaart. Als het zonnetje er in de namiddag doorkomt gaan we op pad, en merken we meteen een enorme drukte in de stad. Juist, het is hier 10 dagen TIFF – Toronto International Film Festival! Je kan over de koppen lopen want gezien we hier in het entertainment district zijn, is het ook de plaats waar alle bioscopen zich bevinden. Er zijn verschillende straten afgezet, en mensen staan te drummen met hun fototoestel in aanslag om een glimp op te vangen van een bekend gezicht.
Terwijl we ons een weg proberen te banen door de menigte en we op de straat moeten stappen omdat het voetpad volledig bezet wordt door mensen die staan aan te schuiven voor een film met Sandra Bullock en George Clooney, houdt een grote Audi halt naast ons. “Aha,” zegt Henk, “straks is dat den George hier naast ons!” Ik lach daar eens mee, maar probeer stiekem toch eens door het geblindeerde raampje te kijken. Dan draait de Audi opeens de afgezette straat in, en stopt hij 50 meter verder voor de rode loper aan de cinema. De deur zwaait open en de toeschouwers worden gek, roepen, schrééuwen en alles licht op van de flitsers. Damn, hebben we dus toch zonet op enkele meters van George Clooney en Sandra Bullock gestaan?

Die avond gaan we op uitnodiging van Agnes naar een fantastisch steakrestaurant: “The Keg”. Zoals vele andere restaurants die we hier tegenkomen is het een keten, maar wel een zeer goede! De steak en de ribbetjes smaken héérlijk.
Agnes vertelt over haar tijd in Canada, en de pro’s en contra’s van het leven in Toronto. Het is hier goed leven, je komt niets tekort, en zaken als een goed loon en werkzekerheid zijn daarin belangrijke factoren. Anderzijds lijkt het moeilijker dan in Europa om een diepgaande relatie aan te gaan met anderen. Mensen zijn zeer vriendelijk maar vaak ook erg oppervlakkig.

IMG_4932IMG_4825IMG_4931

Zondag is het prachtig weer en kuieren we op ons gemak door de stad en langs het meer. Eens je het financieel district uit bent, maken de wolkenkrabbers plaats voor laagbouw, en op Queen Street lijkt het alsof de ketens geen voet aan grond hebben kunnen krijgen! We lopen langs originele kledingwinkels, uitstalramen met allerlei antiquiteiten en snuisterijen, en ontelbare plaatsen waar je kan brunchen. Chinatown is hetzelfde in elke stad: uiteraard veel chinezen, restaurants, rommelwinkels, en volgens Henk ruikt het er “altijd een beetje naar China”.

De volgende dag bezoeken we de Niagara Falls, en zelfs voor een maandag loopt hier enorm veel volk rond. De watervallen zelf zijn mooi en impressionant, maar we ergeren ons allebei aan de hele kermis die er is rondgebouwd. En ‘kermis’, dat mag je letterlijk nemen: een lunapark, een reuzenrad, een spookhuis, een casino, een bioscoop, een Hard Rock Café, uiteraard ook verschillende fastfoodrestaurants, etc… Al die ‘tralala’ errond geeft zo’n natuurfenomeen een zeer artificieel en commercieel tintje. “Alsof ze daar bovenaan die rots gewoon een grote pomp gebouwd hebben waar water door gestuwd wordt, zodat ze hier het geld uit de zakken kunnen slaan,” zegt Henk.

’s Avonds proberen we een keuze te maken uit de honderden sushi-restaurants die Toronto rijk is, en de overdaad aan keuze maakt dat we het op den duur écht niet meer weten. Dan haalt Henk de levenswijsheid van zijn vader boven; vraag het aan de lokale bevolking! We krijgen een tip, en die valt gelukkig niet tegen. Onze laatste avond in Toronto sluiten we af met een cocktail in de “Panorama Bar’, een bar op de 51ste verdieping met een prachtig uitzicht over de bruisende stad.

IMG_4880 IMG_4960

Dinsdagavond komen we na een hele dag on the road terug aan in Montreal, en brengen we de huurauto terug. We nemen de trein richting Pierrefonds, vervolgens onze bekende bus 68 naar Cap-Saint-Jacques en als we Valerie haar huis zien, voelt het al een beetje als thuiskomen! Deze keer is het slechts voor 1 nachtje, want de dag erna worden we terug op het vliegveld verwacht: Vancouver, here we come!

A very big thank you to you, Agnes, for your hospitality and generosity during our stay in Toronto!

#3 The traject to Toronto: camping, mosquitos & Algonquin

2 – 6 september

Our first day on the road! We pikken de auto – een KIA Rio, de kleinst mogelijke huurwagen en naar Amerikaanse normen een matchbox-car – op in de stad. We besluiten om niet meteen te ver te rijden, omdat het mooi en warm weer is en we voor de eerste keer onze tent willen opzetten. Op goed geluk rijden we richting “Montérégie” – een uurtje rijden onder Montreal, tussen de fleuve Saint-Laurent en de grens met de Verenigde staten – een regio die blijkbaar vooral bekend staat om de appeloogst en -cider. Het blijkt een redelijk toeristische regio voor de Quebecois zelf, en er zijn heel wat kampeermogelijkheden.

Enkele Canadezen hebben ons al gezegd dat de zomer hier op z’n einde loopt zodra september begint, en dat merken we: zodra onze tent goed en wel rechtstaat wordt de lucht dreigend grijs. Daarnaast blijken vandaag alle winkels gesloten te zijn – het is labour day – en hebben we dus niets te eten. Op goed geluk rijden we naar een dorpje in de buurt, waar we aan een groezelig uitziend eethok naast de obligate hamburgers en hot-dogs ook het opschrift “POUTINE” zien staan.

Hier hebben we al van gehoord als zijnde, naast smoked meat, een Quebecse specialiteit. Valerie omschreef het als ‘frieten met kaas erover’, dus mijn eerste gedachte is: what’s not to like? We bestellen 1 portie voor ons beiden, en dat was meer dan genoeg, want de poutine valt tegen. Het valt te omschrijven als een friet-pap, overgoten met Amerikaanse (=smaakloze) kaas en vettige bruine saus. Het smaakt naar cholesterol en dichtslibbende aders.

vlag tent Henk vuur

Ondertussen gaan de hemelsluizen open, en we vrezen dat er niets anders opzit dan vroeg te gaan slapen. Maar dat was buiten onze buren gerekend; als we goed en wel in onze tent liggen horen we een stem boven ons: “Vous avez déjà mangés?”. Blijkbaar wekken we toch wat medelijden op met ons klein tentje en gebrek aan materiaal, en we mogen aanschuiven bij Veronique en Mario onder hun afdak, voor spaghetti, dessert en Baileys :)! Het wordt nog een gezellige avond, en wanneer ook de regen stopt wordt er een vuurtje aangestoken. Nog een bewijs van de gastvrijheid en vriendelijkheid van de mensen hier, ik denk dat we nog zullen verschieten als we dat overal gaan verwachten! We praten over het leven, onze reis, over België en Québec. Blijkbaar kennen veel Québecois ons land, omdat de communautaire problematiek te vergelijken valt met de problemen tussen engels- en franstaligen hier.

De dag erna schijnt de zon weer, maken we een wandeling in de buurt waarbij we mini-kikkers (< 2 cm!), harige rupsen en schattige slangetjes – die ik van Henk niet schattig mag vinden en zéker niet mag achternazitten omdat het quasi zeker giftige adders zijn – spotten. Het zijn nog geen beren natuurlijk, maar we beginnen klein. Ondertussen staan Henk en ik trouwens ook vol met rode joekels van beten van ons verblijf in de tent. Everything’s bigger in America; ook de muggenbeten!

IMG_4767 - Copy IMG_4773 - Copy

Woensdag reizen we verder, met als doel Algonquin Park, het oudste provinciale park van Canada. Het is de eerste keer dat ik met een “automatic” rij, en het voelt heel vreemd aan om de auto te voelen schakelen zonder zelf iets te doen! Het gebeurt enkele keren dat ik uit gewoonte met m’n linkervoet de koppeling zoek, en dus keihard op de rem stap. Maar eens je eraan gewend bent, is het een piece of cake. Je kan in principe in kleermakerszit achter het stuur zitten, en met de cruise control bestuur je de auto gewoon met je duimen; beetje sneller, beetje trager. In America, driving is like playing a computer game. Maar dat maakt het anderzijds ook zeer saai, zeker op een eentonige autostrade waar je maximum 100 km/uur mag. En door de regelmatige controles en hoge boetes (120 km/uur = 95$ en 150 km/uur = tot 10000$!) houdt de grote meerderheid zich daar ook mooi aan.

We stoppen ’s middags in Kingston – een gezellig studentenstadje tussen Toronto en Montreal – en lopen even rond in het historisch centrum, bekend voor de vele kalkstenen gebouwen.

Omdat we redelijk laat aankomen bij het Algonquin park, en het hier ’s nachts slechts 2 graden is, besluiten we een motel te zoeken ipv onze tent op te zetten.

IMG_4807 IMG_4781

De volgende dag kopen we een day permit voor het park, en maken we verschillende wandelingen die ons langs grote beverforten, moerassen en uitgestrekte vergezichten leiden. Heel mooi en vooral enorm uitgestrekt, maar wat de flora (gemengd naald- en loofbos) betreft zou je je soms ook in de ardennen kunnen wanen. Algonquin staat wel vooral bekend om haar 1600 km kanotrails, die we wegens iets te koud niet hebben uitgeprobeerd, dus misschien hebben we de grootste attractie wel gemist.

IMG_4785 IMG_4809

Na een nacht in het fantastische “Wolf Den” hostel geslapen te hebben – free food, sauna, en een hele dorm voor ons alleen! – vertrekken we opnieuw. Destination: Toronto!

#2 Montréal: Chez Valerie, smoked meat sandwiches & Bixi’s

28 augustus – 1 september

Vertrekken op wereldreis; het voelt een beetje als opstaan voor een examen na een te korte nacht; ‘Nee, nog niet! Ik ben nog niet klaar, ik moet alles nog eens overlopen…!’. Natuurlijk gaat het om een positieve gebeurtenis, maar tijdens de eerste momenten ervaar ik dezelfde paniekerige reactie. Dat kan echter ook gewoon aan mijn gebrek aan organisatietalent, en mijn zelfkennis daarover, liggen.

Om 4u stipt staat taxi Bien aan onze deur om ons naar Zaventem te brengen, en na een laatste quick check – paspoort, vliegtickets, portefeuille, GSM – laten we ons appartementje achter ons. Bye bye Melle Vogelhoek, tot binnen een maand of 10!

In Brussels Airport eten we nog een snel ontbijtje met onze mama’s en Glenn, en dan is het écht tijd om afscheid te nemen. Het moment dat we de douane passeren begint het avontuur. Henk neemt me eens stevig vast, en de lichte knoop van nervositeit in mijn maag maakt ruimte voor gierende kriebels.

Na een vlucht van 8 uur over de Atlantische oceaan, komen we om 10u plaatselijke tijd aan in Montréal. Ondanks dat Canada garant staat voor berekoude winters en besneeuwde landschappen, stappen we de airconditioned aankomsthal buiten in 28 graden en volle zon.

Dankzij het netwerk van mijn tante Annick konden we enkele weken geleden contact leggen met Valerie, een Belgische die al 16 jaar met haar kinderen Max en Lorelie in Cap-Saint-Jacques woont, op 20 km van het vliegveld. Zij stelt meteen voor om ons met de auto te komen halen, en ons mee te nemen naar haar huis, waar we de volgende dagen mogen verblijven. Dat klinkt ons als muziek in de oren! We zijn nu 13uur wakker, na een reeds veel te korte nacht, en behoorlijk moe. We hebben ook geen zin om meteen met onze rugzakken in de hete stad rond te gaan moeten dolen – oei, dat begint al goed voor een wereldreis? We eten een slaatje, krijgen een persoonlijke tour van de regio, lopen rond in een schattig dorpje aan de fleuve Saint-Laurent, gaan met Valerie, Max en Lolo naar het strand van Cap-Saint-Jacques en kanoën daarvandaan samen met Max terug naar het huis dat de volgende dagen even onze ‘thuis’ zal zijn. Als we elke keer zo met ons gat in de boter gaan vallen, gaan die 10 maanden hier heel goed meevallen!

IMG_4589 IMG_4592

Donderdag begint het echte werk. Het verkennen van Montréal, als echte touristen; met een stadsplan in de ene, en onze ‘Rough guide’ in de andere hand. We moeten ergens beginnen, natuurlijk. Als Henk van Valerie over de Montréalse specialiteit ‘smoked meat sandwich’ hoort, weten we meteen ook wat we zullen eten die middag :).

Bij “Schwartz”, sinds 1928 een landmark wat smoked meat betreft, gaan eten was blijkbaar niet enkel ons idee. Minstens 50 toeristen staat voor het restaurant aan te schuiven, en dat geeft ons al meteen een reden om er NIET bij te gaan staan. Gelukkig hebben ze er vlak naast ook een take-away restaurant, waar vreemd genoeg amper een rij staat. We bestellen dus onze smoked meat sandwich, en komen meteen ook tot onze eerste budgetgerelateerd conclusie: in’t vervolg bestellen we er maar 1 voor ons 2! De smoked meat sandwich bestaat uit 6 cm rood vlees tussen een witte boterham, en doet me wat denken aan een kruising tussen kebab- en stoofvlees; erg zout van smaak, onhandig om te eten, en vooral gigantisch veel vlees.

IMG_4628 IMG_4642

Na de middag kuieren we rond in het toeristische vieux-Montreal en le vieux port. Een aangename omgeving met veel bankjes in de zon en aan het water, waar we dan ook gretig gebruik van maken. Na wat dralen en besluiteloosheid over wat te doen om te eten (hier is alles OF veel te duur voor ons budget, OF zodanig goedkoop dat je weet dat het slecht is) vinden we in Chinatown een restaurantje dat voldoet aan Henk z’n criteria van een authentiek Chinees restaurant: ietwat groezelig van uitzicht, geen bestek op tafel, en er zit een groep chinezen te eten. Hier eten we heel lekker en goedkoop! En wij gelukkig 🙂

De volgende dagen blijven we lekker in de nabije omgeving. Ze vullen onze tijd met uitstappen naar een dorpje in de buurt en een trip naar de Best Buy (de Amerikaanse Media Markt, doch een stuk goedkoper) waar we een mini-laptopje kopen waarop deze blog getypt wordt. We maken een fikse wandeling met Sunshine (de hond van Valerie), en gaan naar “the mall”, gelijk de echten.

IMG_4660 IMG_4675

Daarna bezoeken we Montréal nogmaals, ditmaal met de fiets. Op zo’n stadsplannetje lijkt het natuurlijk allemaal iets van niets, maar in werkelijkheid is Montréal een erg hellende stad. Het brugje op de kaart dat we ‘even over zouden fietsen’ richting Île Sainte-Hélène blijkt een steile, kilometerlange brug met auto’s die ons voorbijrazen. Combineer de loodzware Bixi-fietsen (het openbaar fietssysteem van de stad) met onze onbestaande conditie, en je krijgt een heel vermoeiend tochtje! Maar het is wel heel plezant als je bergaf gaat :).

Met de fiets komen we op plaatsen waar we anders niet geweest zouden zijn; het groene Île Sainte-Hélène waar we een rondje rijden op het F1-circuit, de Atwater Market waar we lunchen aan het water, en de Mont-Royal, waar we samen met honderden andere toeristen op dezelfde 10 vierkante meter het uitzicht over de stad bewonderen.

IMG_4683 IMG_4717

“Morgen begint het echt,” zeggen we vandaag verschillende keren tegen elkaar. Want morgen verlaten we de veilige haven van Valerie haar huis, en moeten we alles zelf een beetje gaan uitzoeken; de weg, slaapplaats etc., richting Algonquin Park en Toronto. Maar ik denk dat we er klaar voor zijn. Home is wherever I’m with you!

A very special thank you to Valerie, Max en Lolo, voor een onvergetelijk begin van onze grote reis!

Shuffle, play, it finally has begun
The melody to a brand new song
Lyrics predict piles of fun
Fresh tunes start ever so strong

A song we wish forever to be heard
But pressing play also entails an end
So we’ll be sure to hear every word
Listening together will be time well spent
 ©HVO

#1

Lieve familie en vrienden,

Op 28 augustus is het zover: dan trekken we er met z’n tweetjes op uit in een ambitieuze poging om de wereld te verkennen. Misschien hebben jullie gemerkt dat we het voorbije jaar iets minder geld en tijd hadden om af te spreken, zotte feestjes bij te wonen en de lokale horeca te ondersteunen. We hebben namelijk maandenlang heel hard gespaard, gegoogeld, gelezen, gewikt en gewogen. We hebben excelletjes opgesteld, gebrainstormd, enthousiast ideeën uitgewerkt en ook afgeschoten. Ondertussen loopt het plannen en sparen op zijn einde, wat maar één ding kan betekenen: de ‘grote sprong’ komt razendsnel dichterbij!

Een grote sprong die er sneller komt dan we initieel vooropgesteld hadden. In het voorjaar van 2012 hebben we het idee in ons hoofd gehaald om in 2014 een onvergetelijke reis te maken waarbij we onszelf en elkaar door en door zouden leren kennen. Om ervaringen op te doen die ons levenslang bijblijven en mee ons toekomstbeeld zullen vormen.

Door ingrijpende gebeurtenissen tijdens de voorbije jaren is ons plan echter in een stroomversnelling terechtgekomen. Hét kantelpunt kwam er met het overlijden van papa, van Guido. Het heeft ons doen inzien dat de tijd die rest om dromen te proberen realiseren plots heel kort kan worden. Geen uitstel, als je iets echt wilt doen is het NU het moment om ervoor te gaan!

909163_10152762126175092_142900277_n

En gaan, dat zullen we! Het liefst naar overal, maar door “kleine praktische zaken” zoals tijd en geld bleek dat helaas niet mogelijk. Eén ding was zeker, het moest een wereldreis worden. Geen beperking tot 1 of 2 continenten, maar liever een beetje van alles. Dat impliceert ook dat er moeilijke keuzes gemaakt moesten worden. Na veel uitproberen en opties overwegen, denken we dat we een realistisch doch ambitieus plan hebben om met een minimum aan middelen een maximum aan resultaat te behalen.

1057922_10152975058000092_1040803611_n

De route die we vooropgesteld hebben brengt ons in september naar Canada waar we eerst de omgeving van Montréal en Toronto bezoeken. Dan maken we de oversteek naar de westkust, naar Vancouver en het uitgestrekte Jasper/Banff National Park. In oktober liften we verder zuidwaarts langs de ‘coastal highway 101’ tot San Francisco waar Bien en Sven ons vervoegen om samen de bekende parken van zuidwest USA te bezoeken. In Las Vegas nemen we afscheid om vervolgens in november en december terug richting oostkust, Miami te trekken. Tegen dan zijn we vast al moe, dus hopen we even te kunnen pauzeren op de Bahamas om een tropische kerstkalkoen te verorberen.

1062027_10152988832310092_450542665_n

Net voor het einde van het jaar maken we de oversteek naar het zuidelijk halfrond, naar Santiago de Chili. Hier wachten we Kathleen en Tante Annick op, voor een rondreis die ons van Patagonia tot de noordelijke grens met Bolivia brengt. Vanaf Bolivia staan we er dan weer alleen voor om ook Peru en Equador te ontdekken. Wanneer de Zuid-Amerikaanse zomer op z’n einde loopt, wordt het dringend tijd om richting Zuid-Oost-Azië te trekken, iets wat voor het budget een verademing zal zijn.

Eens daar aangekomen zullen we grondig evalueren of ons voldoende fondsen resten om ook Australië in ons traject op te nemen. In Zuidoost-Azië zelf liggen nog alle wegen open. Gezien het onmogelijk is om nu al te plannen wat we over een jaar zullen doen of waar we zullen zijn, laten we ons in Azië voeren door de wind. Alleszins zouden we graag zowel de eilandstaten zoals Indonesië en Maleisië bezoeken, als het vasteland met Thailand, Laos en Cambodia. Alles kan… en hopelijkis dat nog veel, maar niets moet.

Tenslotte zal onvermijdelijk de dag aanbreken dat onze schoenen versleten zijn en alle geld en tijd verslonden is. De dag dat we terug moeten naar ons starre Vlaanderen, naar ons appartementje dat we ‘thuis’ noemen.
Intussentijd proberen we jullie via deze blog een stukje mee te nemen op ons avontuur. Voornamelijk zal Bene met woorden proberen omschrijven wat we allemaal doen en beleven, en vooral Henk zal hetzelfde pogen met beelden.
Zo zijn we ook een beetje onderweg met jullie en jullie met ons.
Maar geen zorgen, overal zijn wij thuis zolang we samen zijn; “Home is wherever I’m with you!”

Veel liefs,

Benedikte en Henk

Home is wherever I'm with you-1