Alle berichten door henkenbene

#16 Peru

19 februari – 3 maart

De eerste stop van onze Best Of Peru-tournee is Puno, een stad aan de Peruviaanse kant van het Titicacameer. Hier moeten we al binnen enkele uren onze volgende bus nemen, maar in tussentijd brengen we een bezoekje aan de “islas flotantes de los Uros“, een pré-Incavolk dat al eeuwenlang eigenhandig de gigantische drijvende rieten eilanden bouwt waar ze op leven.

IMG_1217

IMG_1222
Islas flotantes de los Uros

Hun woonomgeving zit enorm ingenieus in elkaar en het is geweldig mooi om te zien, maar de inwoners zijn – logischerwijze, doch spijtig genoeg – wel in de ban van het toerisme. Ooit autonoom en zelfvoorzienend, is het ontvangen van toeristen en het verkopen van souvenirs ondertussen quasi de enige bron van inkomsten van de Uros geworden. Ze zijn enorm commercieel ingesteld: als je ervoor betaalt, mag je eens rondsnuffelen in hun rieten huisjes, maar als je niets koopt, verdwijnt de glimlach snel van hun gezicht.

IMG_1224

IMG_1235
Islas flotantes de los Uros

Om 22u worden we opnieuw in de busterminal van Puno verwacht. We boekten een “cama bus” naar Cuzco en ik ben zeer benieuwd of ik een oog zal dichtdoen op onze allereerste slaapbus! De zetels blijken lang geen 160º te kantelen zoals geadverteerd werd, maar goed, ze zijn redelijk ruim en als we aankomen in Cuzco heb ik zeker enkele uurtjes slaap achter de kiezen. Henk daarentegen is véél te groot voor de stoelen, en die arme duts heeft geen oog dichtgedaan :(.

IMG_1239

IMG_1251
Islas flotantes de los Uros

De nachtbus is dus – voor mij toch – geen al te grote tegenvaller, maar minder handig is dat het slechts een rit van 7 uur is, en dat we bijgevolg om 5u30 ’s morgens al in Cuzco aankomen. Ondanks het vroege uur staan er al tientallen mensen de bus op te wachten, met flyers voor een hostal, of de vraag of we een taxi nodig hebben. Het is er alweer een om ’t er ’t luidste geroep en getier van jewelste! Goeiemorgen!

IMG_1299
Plaza des armas

IMG_1300

Samen met 2 Finse meisjes die we op de bus leerden kennen, besluiten we – bij gebrek aan een ander idee – een taxi te nemen naar het centraal gelegen Plaza des armas. Maar tijdens onze rit blijkt dat de taxichauffeur een afspraak heeft met een hostal om toeristen aan te brengen; hij stopt aan een logement en probeert ons te overtuigen om hier een kamer te nemen voor de rest van de ochtend. De Finse meisjes zijn snel overtuigd en willen hier graag nog enkele uurtjes slapen, maar Henk en ik zijn niet van dezelfde mening: we worden niet graag snel-snel ergens binnengeduwd, en besluiten dus om op dit vroege uur wat te gaan rondstruinen in Cuzco en te beraadslagen over ons verdere plan van aanpak. We betalen de taxichauffeur voor de rit naar de Plaza des armas, maar… waar is die nu eigenlijk? “Oh,” wuift de taxichauffeur weg, “die richting uit, una minuta,” en hij maakt zich uit de voeten. Je kan het natuurlijk al raden: na mijn plannetje van de stad te checken, blijkt dat we ons nog niet halverwege het busstation en de plaza bevinden! Allez hup, we zijn nog geen 24 uur in Peru, en we zijn al in’t zak gezet :s!

Trein naar Aguas Calientes
Trein naar Aguas Calientes
Machu Picchu
Machu Picchu

Terwijl we een tijdje later op de doodstille Plaza des armas de zon zien opkomen boven Cuzco, is de kogel door de kerk. We zijn nu toch wakker, waarom al niet richting Machu Picchu reizen? Zo gezegd, zo gedaan, en 2 uur later – en nog voor 9u ’s morgens – komen we aan in Ollentaytambo. Van hieruit zullen we de volgende dag de trein naar Machu Picchu nemen. Opeens gaat het reizen wel héél erg snel! We vinden een gezellig hotelletje waar we in de namiddag wat uitrusten van de vermoeiende reis, en boeken onze pijnlijk dure treintickets richting Machu Picchu. Perurail – onderdeel van het Britse Orient Expresss – bezit het monopolie over het spoor en rekent bijgevolg 100€ per persoon aan voor een retourticketje! Miljaar, die ruïne kan het maar beter waard zijn!

IMG_1447

IMG_1376
Machu Picchu

Ondanks het dure ticket en de commerciële sfeer die hier overal hangt, ben ik de volgende dag wel heel enthousiast en benieuwd. De dag begint goed met een stralende zon en een prachtige treinrit richting Aguas Calientes, het toeristendorp aan de voet van Machu Piccu, waar we onze inkom betalen. Hupla, we mogen nóg eens 30€ per persoon neertellen.

Omdat de dag enerzijds al duur genoeg zal zijn en we hier anderzijds pas binnen 9 uur onze trein terug naar Ollentaytambo moeten halen, beslisten we reeds op voorhand om níet met de bus naar boven te gaan, maar de steile klim met de trap naar boven te stappen. Dat is een dikke 2 uur onderweg, i.p.v. 10 minuutjes, we sparen er 20€ mee uit, én we zitten niet tussen de groepen Japanners en Amerikaanse senioren. Na meer dan 2 uren klimmen en puffen in deze tropische hitte zijn Henk en ik het toch wel roerend eens dat zo’n vierdaagse Inca-trail in geen geval iets voor ons zou geweest zijn ;)!

IMG_1387

Maccu Picchu
Maccu Picchu

En dan zijn we er: de ingang van Machu Picchu. Het moment van de waarheid: is het de grote kosten en alle commotie waard?
Nou, laat ik me toch beginnen met te beamen dat Machu Picchu een zeer mooie ruïne is. Ze is enorm groot, zeer goed bewaard gebleven, en buitengewoon fotogeniek. Na enkele uren rondlopen – en waarschijnlijk honderden foto’s getrokken te hebben – is dit de conclusie. Mooi? Zéér. Impressionant? Absoluut! Duur? Schandelijk. En toeristisch? Vreselijk. Pas op, ik snáp dat wel hé, dat dit een toeristische trekpleister is. Dat mensen deze uitzonderlijke plaats graag willen zien, en dat een land daar commercieel voordeel uit wil halen. Maar desondanks vind ik het gewoon een irritant gevoel: 5 keer meer betalen voor een flesje water, aangeklampt worden door allerlei verkopers, met z’n honderden op die dure trein zitten met allemaal dat éne doel…
Maar goed, het was wel een zeer leuke dag, en we zijn nu toch al eens bij Machu Picchu geweest, zie :)!

Aguas Calientes
Aguas Calientes
Nazca
Nazca

We keren nog voor enkele dagen terug naar Cuzco, dat een leuke stad blijkt met vele gezellige pleintjes en een wirwar van voetgangersstraatjes. Alles is hier uiteraard ook wel enorm afgestemd op het Machu Picchu-toerisme. Als Henk en ik het wagen om even op de plaza van de zon te genieten, zijn we een magneet voor mensen die iets aan ons willen verdienen. Men komt leuren met juweeltjes, met eten, met souvenirs, en wel 10 schoenenpoetsers vragen op evenveel minuten of ze onze schoenen onder handen moeten nemen.
Nu zijn mijn schoenen eigenlijk toch wel redelijk vuil, en de man vraagt ocharme 2 soles (50 cent) dus geef ik voor de eerste keer tijdens onze reis toe. Eerst bewerkt hij de schoenen met een borstel, maar dan haalt hij het zwaar geschut boven: hij begint ze ongevraagd af te schuren, smeert ze in met vloeistof, etc. Als ik hem na afloop de afgesproken 2 soles wil geven, zegt hij “ah maar nee hé, ik heb de speciale behandeling gedaan, ’t is nu 10 soles”. Say whaaaat? De oneerlijke gluiperd! Natuurlijk ga ik niet akkoord, en als ik uit principe koppig blijf weigeren om meer geld boven te halen, krijg ik allerlei woorden naar mijn hoofd geslingerd waar ik geen woord Spaans voor moet kunnen om te begrijpen dat ze niet al te proper zijn. En de uitkomst is dat Henk en ik achterblijven met het wrange gevoel dat Peruvianen – veel meer dan Bolivianen – hun toeristen zien als een grote zak geld die ze zoveel mogelijk moeten uitschudden.

IMG_1521
Nazca-lijnen: de walvis
IMG_1532
Nazca-lijnen

Onze vlucht naar Lima vertrekt om 11u ’s morgens, dus we hebben nog tijd genoeg om op’t gemak onze zak te maken en rustig te ontbijten… dachten we. Tijdens het ontbijt worden we er door de uitbaatster van het hostal op gewezen dat er een staking aan de gang is in Cuzco. De bevolking komt op straat om te protesteren tegen het beleid van de lokale overheid. En dat brengt met zich mee dat heel de stad lam ligt: er rijdt geen enkele auto op straat, laat staan bussen of taxi’s! We schrokken snel een broodje binnen, en reppen ons dan maar te voet richting luchthaven, 6 km verder. Dat halen we nooit!

Als er na een kwartier stappen toch een auto achter ons weerklinkt, heb ik de reflex om mijn hand uit te steken – je weer maar nooit – en we hebben geluk: het is de policia de turismo die enkele toeristen naar de luchthaven brengt. Met nog 2 anderen op de achterbank gepropt prijzen Henk en ik ons gelukkig dat we niet te voet langs deze barricades hoeven. De politie-auto wordt door de grote groepen protesteerders – mits veel geschreeuw en obscene gebaren – met tegenzin doorgelaten, maar we zien de andere auto’s die zich op de rijweg wagen wel bekogeld worden met vuilnis, bierblikjes of zelfs grote houten planken! Als we aankomen aan de luchthaven blijkt deze bewaakt te woren door volledig uitgeruste politie-agenten in harnas, en ook de pantserwagens staan al klaar. Heel spannend om van zo dichtbij te zien.
Ruim op tijd checken we in, wat een geluk hebben we alweer!

Nazca-lijnen: de kolibrie
Nazca-lijnen: de kolibrie
Woestijnkerkhof
Woestijnkerkhof

We blijven niet in Lima, maar stappen na het landen meteen de bus op richting Nazca. Cruz del sur staat aangeprezen als de duurste maar ook de beste busmaatschappij van Peru, en dat blijkt terecht: de bus is gloednieuw, proper, en we krijgen zelfs een warme maaltijd aan boord!

IMG_1661

Nazca
Nazca

De volgende dag gaan we dé grote attractie van Nazca bezoeken: de beroemde figuren die duizenden jaren geleden door de Nazca-indianen in het woestijnzand getekend werden, en dankzij de afwezigheid van wind en regen al die tijd zeer goed bewaard zijn gebleven. Met een Cessna – een door slechts 1 propeller aangedreven vliegtuigje, al een ervaring op zich – met 6 zitplaatsen vliegen we over de lijnen. De figuren zijn stuk voor stuk erg mooi én ook mysterieus, want men weet nog steeds niet zeker wat de tientallen dieren en geometrische vormen betekenen! Enkel spijtig dat ik na een kwartiertje helemaal groen zie van het constante draaien en manoeuvreren in 8-vormen om de lijnen beter te kunnen spotten.

IMG_1614

Woestijnkerkhof
Woestijnkerkhof

In Nazca is het opnieuw écht zomer. Het is van in de Atacama-woestijn geleden dat het nog zo ongelooflijk warm was! In deze hitte gaan we sandboarden op betoverend mooie, superhoge zandduinen, en bezoeken we een ‘woestijnkerkhof’, een oud massagraf van Quechua-indianen. Zo ver je kan kijken in dit stukje woestijn liggen er menselijke botten, en ik hou voor de eerste keer in mijn leven een menselijke schedel in mijn hand, freaky!

IMG_1649
Nazca
Sandboarding, Nazca
Sandboarding, Nazca

Als we na enkele dagen terugkeren naar Lima, begint het opnieuw te kriebelen. Lima is onze laatste stop voor we aan de derde en laatste etappe van onze reis beginnen: Azië! Via de fantastische flightfox-website boekten we een zeer goedkope vlucht naar Hong Kong, en ik begin er enorm naar uit te kijken. Onze tijd in Zuid-Amerika was super, maar het is tijd voor iets anders; een nieuwe omgeving, een ander soort mensen en – oh yeah – een andere kookkunst :)! Alhoewel kip met rijst er natuurlijk ook alomtegenwoordig is, heb ik toch hoge verwachtingen van de uitgebreide Aziatische keuken.

IMG_1688

Miraflores, Lima
Miraflores, Lima

In Lima vertoeven we liever in de trendy, elegante buurten Miraflores en Barranco dan in het drukke, lawaaierige centrum. We zien hier veel gloednieuwe buildings, dure auto’s en hippe winkels en restaurantjes, maar zelfs hier blijkt het weer heel moeilijk om een gewoon, simpel terrasje te vinden. Op onze laatste zaterdag doen we nog eens een poging om van het Zuid-Amerikaanse nachtleven te proeven, maar we komen van een kale reis terug. Pas op, de stad leeft, bruist, en je kan in de uitgangsbuurt – ‘Calle de las pizzas’ – over de koppen van de hevig opgetutte locals lopen, maar Henk en ik hebben een heel nep, ‘place m’as-tu vu’-gevoel.

Miraflores, Lima
Miraflores, Lima

Op 3 maart zien we voor de laatste keer de zon ondergaan in Zuid-Amerika, en maken we ons klaar om naar de luchthaven te vertrekken. Here we go again: binnen 32 uren, en 3 lange vluchten, is het zover. Next stop: Hong Kong!

#15 Bolivia: donde todo es posible y nada es seguro (pt. 3: La Paz & Copacabana)

10 – 19 februari

De busterminal van Cochabamba is de drukste die we tot hiertoe al gezien hebben, maar toegegeven, zoveel busstations hebben we dan ook nog niet gezien ;). We bevinden ons in een krioelende mierrennest van mensen, schreeuwende kinderen en dito medewerkers van de busmaatschappijen: “A-La-Paz-alapazalapááááz?” of “Súúúúúúcrééééé?”. Allemaal proberen ze boven hun concurrenten uit te stemmen, met een herrie van jewelste tot gevolg. Gelukkig kunnen we meteen mee met de volgende bus die binnen een uur of 7 in La Paz zal aankomen.

IMG_0860
Cochabamba – La Paz
IMG_0870
La Paz

Ondanks dat de maatschappij in onze Trotter aangeprezen staat als één van de beste, is de bus verschrikkelijk: het interieur is tot op de draad versleten en vooral vuil, vuiler, vuilst. Ik besef dat ik onze maatstaven wat hygiëne betreft hier niet mag hanteren, maar het ondefinieerbaar stinkende interieur en de aangekoekte etensresten (als het dat al zijn) op de ramen en zetels doen me toch weer even oogrollen. En ook vandaag heeft weer iedereen z’n bakje met warm eten mee, dat na gebruik gewoon op de grond of door het raam gekeild wordt!

IMG_0873
Lamafoetussen als geluksbrenger

Die 7 uren onderweg, dat was natuurlijk weer een overschatting van de accuraatheid van het Zuid-Amerikaanse tijdsbesef. Na bijna 10 uur op de bus komen we om 23u aan in La Paz, en in het donker aankomen in een stad die we niet kennen vind ik toch altijd wat spannender. Daarenboven blijkt het hostel waar we gehoopt hadden te kunnen verblijven volzet, en moeten we nog op zoek naar een andere accomodatie. Gelukkig komt dit goed uit, want zo komen we terecht bij wat volgens mij 1 van de gezelligste hostals in de buurt moet zijn: een voormalig presidentieel paleis waar we de enige nog vrije kamer – de mooie suite, voor 28 per nacht – betrekken. En ja, ik ben nog stééds onder de indruk van die prijzen hier :).

La Paz
La Paz
La Paz
La Paz

La Paz is een bruisende, levendige stad, die zoals verwacht al veel meer op toeristen is afgestemd dan pakweg Sucre of Potosi. Met 1 van de honderen touroperators boeken we een excursie om de befaamde en mooie “death road” af te fietsen: je vertrekt op 4700 meter – tussen de bergen – en eindigt enkele uren later op 1200 meter – in het regenwoud.

El camino de la muerte

El camino de la muerte
El camino de la muerte

Het is een héél populaire, supertoeristische tour, maar ’t is wel de moeite, en de máx om zo snel naar beneden te zoeven. De ‘Camino de la muerte’ zelf is ook impressionant, enkel spijtig van de mist die er op verschillende plaatsen hangt waardoor de diepe, steile afgrond met momenten onzichtbaar is, en zo z’n griezelige effect een beetje teniet doet.

El camino de la muerte

El camino de la muerte
El camino de la muerte

En… of we nu in Canada, Florida of Bolivia zijn: bloedzuigende beestjes LOVE us :o! Door een hele tijd op grote hoogte gereisd te hebben waren we er even van af, maar als we na de fietstocht nog even lunchen in een dorpje in het regenwoud staan we op een mum van tijd vol beten. ’t Zijn hier geen muggen, maar veel kleinere, venijnige beestjes die zelfs bloeddruppels achterlaten op de plek waar ze gestoken hebben! Eens Henk en ik doorhebben dat het ‘precies wat begint te jeuken’, zitten er al tientallen van die smeerlappen zich al lang te goed te doen aan onze armen, schouders en nek. Ik val hier weer in herhaling, maar grote bóllen dat dat worden, en jéúken dat die doen…!

Ruïne van Tiwanaku

Ruïne van Tiwanaku
Ruïne van Tiwanaku

Een andere georganiseerde excursie die we boeken, naar de pré-Incaruïne van Tiwanaku die in “Kuifje en de zonnetempel” door Hergé als model werd gebruikt voor zijn tekeningen, valt dan weer redelijk tegen. De ruïne is best mooi hoor, maar de gids blijft bij elke omgevallen steen staan en doet er een uitleg van 10 minuten, daarenboven mogen we ons “niet van de groep verwijderen”, en als we daarna nog 2 museums aandoen – van ontelbare lemen potjes en pré-Inca gebruiksvoorwerpen – voel ik me helemáál op schoolreis. Goh ja, ’t is mijn eigen schuld, want ik wou ook eens ‘iets cultureel doen’. Valt dat even tegen, zeg ;)!

IMG_0931

Ruïne van Tiwanaku
Ruïne van Tiwanaku
Tiwanaku
Tiwanaku

De overige dagen doen we in La Paz wat we graag doen: we struinen al sfeeropsnuivend úren rond in de stad, gaan naar de Boliviaanse markt en naar de kermis – oldskool ballen gooien, of de mechanische stier bewonderen en erna een pak churro’s (te vergelijken met oliebollen) verorberen. ’s Avonds besluiten we om het Boliviaanse uitgaansleven nog eens een kans te geven, want dat is de laatste weken nog niet veel soeps gebleken. Maar in La Paz valt blijkbaar wél iets te beleven! We beginnen de avond met een onstuimig valentijnsfeestje in de Irish Pub in de buurt, en sluiten vele bewogen uren later af in een house-club aan de andere kant van de stad ;)!

Titicacameer
Titicacameer

IMG_1003

In La Paz was het weer al heel wat beter dan de weken ervoor, en het is heel leuk om ook het stadje Copacabana – onze allerlaatste stop in Bolivia – binnen te rijden in de volle zon! Henk is heel blij wanneer hij hier het uitgestrekte Titicacameer aanschouwt: na al die weken tussen bergen, en in pampas of woestijnen vertoeven, zien we eindelijk nog eens de openheid van water!

Titicacameer
Titicacameer
Copacabana
Copacabana

’t Is al heel snel duidelijk dat het hier een zéér populaire plaats is: alle reizigers die van Peru komen of er naar toe reizen, passeren hier. Dat uit zich in enorm veel hostels en souvenirwinkels, en ook de restaurants bieden heel wat andere mogelijkheden aan dan almuerzo’s of pollo met rijst. Maar geloof me, voor een lekkere lasagna of kaasfondue moet je nu óók niet meteen in Bolivia zijn ;). Wat wel een voordeel is aan de toestroom van toeristen, is dat restauranthouders hier ook effectief hun best doen om hun zaak wat gezelligheid te doen uitademen. Niet dat dat hen altijd lukt hoor, maar hier in Copacabana zien we bijvoorbeeld wel méér terrasjes dan we de voorbije maanden in Zuid-Amerika in totaal al zijn tegengekomen.

Copacabana

IMG_1181
Copacabana

Een fenomeen dat we hier nog veel meer opmerken dan elders, is dat van de ‘echte’ reizigers die hier gestrand zijn en zelfgemaakte juweeltjes of broodjes verkopen om wat geld te verdienen. Diegenen met de felrood geverfde dreadlocks of het deels afgeschoren haar, smoezelige voeten in tot op de draad versleten sandalen en lelijke linnen clownsbroeken. Sommigen hebben zelfs redelijk agressieve verkoopstechnieken: ze komen gewoon bij je zitten, maken snel een ‘kunstwerkje’ van ijzerdraad en verwachten – ik zou het zelfs eísen noemen – vervolgens geld. Maar dat heeft bij Henk en mij natuurlijk een averechts effect.

Isla del sol
Isla del sol
Isla del sol
Isla del sol
Isla del sol
Isla del sol

We bezoeken vanuit Copacabana het prachtige “Isla del Sol”, dat gelukkig z’n naam niet gestolen heeft. We bezoeken er een indrukwekkende Inca-ruïne, en stappen vervolgens een Inca-trail over de bergkam van het eiland, met fraai uitzicht over het Titicacameer. Gezien onze huid al die zonnige overvloed niet meer gewoon is zien we er die avond allebei uit als gekookte kreeften! Maar mij hoor je niet klagen, hoor :).

Isla del sol

Isla del sol

Isla del sol
Isla del sol

Ondertussen begint het te kriebelen om terug onderweg te zijn, en naar een ander land te vertrekken. Gezien we veel langer in Bolivia zijn gebleven dan gepland, en we begin maart naar Azië willen vertrekken, zal ons bezoek aan Peru een gezwinde “Best Of”-trip worden. In slechts 2 weken willen we Cuzco, Machu Piccu, de Nazca-lijnen en Lima bezoeken, wat garant staat voor alweer een heel andere manier van reizen dan de voorbije periode!

Isla del sol

Isla del sol
Isla del sol

Bye bye, beautiful Bolivia!

#14 Bolivia: Donde todo es posible y nada es seguro (pt. 2: Sucre,Cochabamba & Toro Toro)

30 januari – 10 februari

Na een 2,5 uur durende taxirit from hell – de chauffeur haalt met zijn stokoude auto zorgeloos in in de bochten, rijdt veel te snel op de smalle bergwegen, en dat allemaal terwijl ik op de kleine achterbank samengeperst zit tussen Henk en een Boliviaan – komen we vanuit Potosi aan in het mooie Sucre. Spijtig genoeg worden we hier verwelkomd door regen, regen en nog eens regen. We besluiten deze keer voor een iets duurder hotel te gaan (18 , ja hállo ;)!) en komen terecht in een mooi koloniaal gebouw met verschillende gezellige binnenpleintjes, een eigen terrasje aan onze kamer, en zelfs een heuse douchecabine! En een badkamer met douchecabine, dat is hier een grotere luxe dan je zou denken: de Boliviaanse douches zijn normaal gezien gewoon een douchekop en een afvoerputje: als je je doucht zijn de vloer en WC voor de rest van je verblijf doorweekt. Handig is anders!

IMG_0202
Sucre, la ciudad blanca
IMG_0210
Mercado, Sucre

De volgende dagen bezoeken we “de witte stad” tussen de regenbuien door. Sucre is een schattig, koloniaal stadje met een gezellige bedrijvigheid en veel mooie, witte, Spaans aandoende gebouwen. Net als in Potosi hebben we hier wel het gevoel dat we meer uitlaatgassen dan O2 inademen. Geen wonder, als je de wrakken van auto’s hier bekijkt! Ik denk dat alle oude brol van andere continenten naar hier wordt verscheept: in Uyuni zagen we een vrachtwagen met als opschrift “Belgian Transport Hendricks & zn.”, en in Sucre en Potosi hebben alle openbare bussen Chinese tekens opgeschilderd, uit een vorig leven.

We bezoeken ook het verrassend aangename kerkhof van de stad: een groene oase, met ‘appartementsblokken’ als graven: 4 of 5 mensen liggen boven elkaar geborgen. Speciaal om te zien! 

IMG_0267
Kerkhof, Sucre
Kerkhof, Sucre
Kerkhof, Sucre

Als we op één van de schaarse zonnige momenten op de ‘plaza 25 de noviembre‘ zitten, zijn we een magneet voor bedelaars. Zolang we wat kleingeld hebben, geven we ook wel iets. Maar zo ook de plaatselijke straatkinderen: of ze onze schoenen niet eens moeten poetsen? Of we geen boekje willen kopen? Ze blijven mouwvegen en vriendelijk vragen stellen – waar komen jullie vandaan? Hoe is het leven daar? – en ondertussen zitten ze al met 4 voor ons op de grond! Als 1 van hen tenslotte vraagt: “ik heb zo’n honger, wil je geen kip voor ons kopen?”, geven we toe aan de sluwe mannetjes, en terwijl ik in de zon blijf zitten volgen de kinderen – het zijn er ondertussen al 6 – Henk naar het kippenkraam. Het lijkt wel de rattenvanger van Hamelen ;)! Zo’n 65 Bolivianos (6,5€) lichter – “daar konden we véél bedelaars mee afschudden,” merkt Henk op – en met een realistische kans dat de kinderen hun almuerzo gewoon gaan doorverkopen, is ons geweten wel weer voor een tijdje gesust!

Plaza 25 de noviembre, Sucre
Plaza 25 de noviembre, Sucre
Sucre
Sucre

Voor onze laatste dag in Sucre kan ik Henk zowaar overtuigen om met ons 2 (en een gids natuurlijk) een paardrijtocht te maken in de heuvels rond de stad. De max, want dat wou ik eigenlijk al lang nog eens doen :). Gezien zijn grootte krijgt Henk een gigantische hengst toegewezen, wat behoorlijk impressionant is als je voor de eerste keer op een paard zit. Ik ben blij dat het er mooie, pittige beestjes uitzien, en geen afgeleefde paarden zoals soms het geval is bij zo’n tochten. En nu nog hopen dat ze niet als tamme kermispaarden achter elkaars kont aan lopen… Maar die vrees blijkt ongegrond: nog geen 5 minuten na ons vertrek steigert Henk z’n paard al eens, en gaat de gids z’n paard er even vandoor. Mijn wederhelft ziet er niet meer zo gerust uit ;)! Het is gelukkig een zeer mooie “off-road” tocht langs de glooiende velden en minder ontwikkelde buitenwijken van Sucre, met een prachtig zicht op de stad.

Sucre
Sucre

Onze volgende stop is de grootstad Cochabamba, met haar 500 000 inwoners de derde grootste stad van Bolivia. Na de taxirit naar Sucre, kiezen we ook hier voor de luxueuze oplossing; i.p.v. 10 uur op de nachtbus op een ongeplaveide weg dooreen te zitten klutsen nemen we gewoon… het vliegtuig. Ook de prijzen voor een vlucht zijn hier navenant; voor 30€ p.p.zijn we op een half uurtje in Cochabamba!

Cochabamba

Cochabamba
Cochabamba

Tijdens een eerste stapje door de stad merken we hier wel heel veel prikkeldraad rond de huizen en security in de winkels. Dit is een enorm verschil met de vorige gemoedelijke Boliviaanse stadjes. Cochabamba is groot, druk en wil duidelijk moderner overkomen. Hier en daar vind je wel wat hippe kap- en schoonheidssalons, wannabe trendy winkels, glazen buildings en horecazaken die lijken weggelopen uit de jaren ’90. We zien hier ook – net als in Potosi en Sucre trouwens – superveel oude Volkswagen ‘kevertjes’ rijden, die zijn blijkbaar erg in trek.

IMG_0446

Cochabamba
Cochabamba

En opeens spotten we ook, voor het eerst sinds Santiago, een Amerikaanse fastfoodketen! Uit nostalgie gaan we nog eens binnen in deze Burger King, en… we schrikken ons een hoedje! De hamburgers zijn even duur als in Europa, en dat is ongeveer de prijs van 3 Boliviaanse almuerzo’s! Hier spotten we dan ook enkel de rijkere jongeren en begoede middenklassegezinnen. Burger King is een upscale restaurant in Bolivia!

Cochabamba

Cochabamba
Cochabamba

Ook in Cochabamba laat het regenseizoen zich regelmatig gelden. De ene moment lopen we in t-shirt of kleedje in volle zon, de andere moment regent het dat het giet! Het maakt het nogal moeilijk om plannen te maken voor de volgende dagen, en het zorgt er voor dat we er eigenlijk wat te lang vertoeven.

Cochabamba

Cochabamba
Cochabamba

De honeymoon-fase met Bolivia begint hier voor het eerst wat te bekoelen. De romantiek van steeds in de goedkope, maar uitgeleefde en onfrisse, accomodaties te verblijven begint af te nemen, en de almuerzo’s zijn dan misschien wel budgetvriendelijk, maar er is geen enkel alternatief. We zijn het ondertussen redelijk beu om steeds hetzelfde – kip of een droog stuk vlees, met rijst en aardappelen – te eten. Daarenboven zijn we er hier eens enkele dagen goed ziek van, wat ons humeur er ook niet op verbetert! In de hoop van misschien eens een alternatief te vinden, proberen we hierna wat andere soorten restaurants uit, maar wat volgens Tripadvisor ‘de beste pizza van Cochabamba’ is, komt nog niet aan de knieen van de diepvriespizza van de Aldi :(.

IMG_0423
Cochabamba

Bovendien begint ook het nerveuze verkeer me hier danig de keel uit te hangen. Of je nu even de straat wil oversteken of zelfs gewoon op het voetpad loopt, het is opletten geblazen! Henk en ik worden ettelijke keren bijna van onze sokken gereden door wilde chauffeurs (vooral taxi’s). Bij een rood licht vertragen ze even, claxonneren ze zodat de andere (voor wie het dus GROEN is) weet dat ze er aankomen, en vlammen dan gewoon door. Hetzelfde op een druk kruispunt: de auto’s rijden nog ongegeneerd door als het al rood is, terwijl de andere al beginnen te rijden voor het groen is. Zo heb ik er al velen elkaar op een haartje na zien missen. En ondertussen maar geagiteerd claxonneren, alsof het altijd de andere z’n schuld is. Voor diegenen die dachten dat het nerveus rijden is in Zuid-Europa: guess again ;)!

IMG_0392
Cristo de la Concordia
IMG_0387
Cochabamba

Op een zeldzame zonnige zondag besluiten we de berg naar de “Cristo de la Concordia” te beklimmen. Het zou iets van een 1500 treden zijn, jawadde, wat we allemaal niet over hebben voor Jezus! Het blijkt gelukkig nog mee te vallen: na een uurtje steil naar boven wandelen aanschouwen we het grote, witte, betonnen standbeeld. De inwoners van Cochabamba zijn er apetrots op dat dit wereldwijd het grootste standbeeld van Jezus is. Het is met zijn 33,3 meter de volle – wait for it – 30 cm groter dan “Christ the redeemer” in Rio de Janeiro! Een meter voor elk jaar van zijn leven, “maar eigenlijk leefde hij wel wat langer hé, dus we hebben er nog 30 cm bijgelapt” ;). De vrome locals zitten hier op deze zondag in grote getale in hun mooiste kledij bij te praten en te picknicken, met een 360° zicht over de stad.

Cristo de la Concordia
Cristo de la Concordia
Cochabamba
Cochabamba

Op onze weg terug naar het hostal stopt er opeens een taxi naast ons. De passagier – met politie-pet en badge – houdt zijn ‘legitimatiebewijs’ naar ons op en gebiedt ons in het Spaans om in te stappen en mee te komen naar het politie-bureau. No way, José! We waren al verwittigd over de valse politie-agenten die je zo mee willen lokken, om je vervolgens te kunnen beroven. Met een supergeloofwaardige taxi dan nog wel, de idioot! Gelukkig rijdt hij gewoon verder als we niet reageren en snel verder stappen. Het is eigenlijk de eerste keer dat we zoiets meemaken, over het algemeen heb ik me hier al altijd veilig gevoeld. Het helpt natuurlijk ook dat Henk een reus lijkt voor deze mensen – zelfs ík ben een kop groter dan de gemiddelde Boliviaanse man :)!

Cochabamba
Cochabamba

Na lang genoeg in het lawaaierige, grote en ongezellige Cochabamba verbleven te hebben, is de tijd rijp om nog eens wat natuur te gaan opzoeken. Het is – gezien de regen – niet de beste tijd van het jaar om het Toro Toro nationaal park te bezoeken, maar we besluiten het er toch op te wagen. We regelen geen dure, georganiseerde tour vanuit Cochabamba, maar proberen alles zelf uit te dokteren. Zo moeilijk is dat natuurlijk niet, in theorie, maar we sakkeren toch wat als we op zoek zijn naar de busstop, en verschillende keren in uiteenlopende richtingen gestuurd worden als we de weg vragen. Blijkbaar spelen de Bolivianen hier graag met onze voeten!

Cochabamba

Cochabamba
Cochabamba

Uiteindelijk vinden we de gammele bus – we zien de vering al van ver op straat hangen – die om 18u naar het dorpje Toro Toro zal vertrekken. Again, in theorie, want om 19u15 staan we daar nog altijd te koekeloeren! We zijn de enige toeristen op deze bus. Of dat een goed teken is zal zich nog moeten uitwijzen, maar ’t is alleszins iets helemaal anders dan de taxi of het vliegtuig ;)!

De gammele bus!
El bus

Zelfs op de geplaveide wegen zorgt het gebrek aan vering voor een rollercoaster-ride, want de chauffeur rijdt – hoe kan het ook anders – als een wildebras. Ook hier schalt er weer uren nerveuze Boliviaanse carnavalmuziek door de boxen, terwijl iedereen op de bus zijn avondmaal eet. Geen snack of snoepreep, maar een volwaardige warme maaltijd (9 kansen op 10 is het een plastic bakje met kip, rijst en patatten). Op een mum van tijd stinkt de hele bus naar eten, en de volle zakken met afval worden na afloop gewoon door het raam gekeild. Geen wonder dat de bermen hier op vuilnisbelten lijken!

Ondertussen is ook de zon onder, en op het platteland van Bolivia wil dat zeggen: inktzwarte duisternis. De koplampen van de bus zijn de enige verlichting die we zien, tot we in de verte ook een ander licht zien: bliksem. En zo te zien rijden we er regelrecht naartoe!

Toro Toro

Toro Toro
Toro Toro

Een tijdje later bevinden we ons inderdaad middenin een onweer waarbij horen en zien vergaat. De regen valt met bakken uit de lucht, en de bus blijft lustig doorracen op de modderige wegen en zelfs door riviertjes. Enkele keren zit de bus even vast in het slijk, maar alle griezelige momenten ten spijt komen we toch om 1u ’s nachts aan in Toro Toro. Hier wacht ons weer een andere uitdaging: door het onweer is in heel het dorp de electriciteit uitgevallen. Hier staan we dan, in de gietende regen, in een pikdonker dorp dat we niet kennen, met enkel af en toe een bliksemflits om ons van licht te voorzien! Gelukkig kan één van de andere passagiers ons verderhelpen: of we een slaapplaats zoeken? Euhm, ja graag! We volgen de vrouw enkele straten, en houden halt bij… een bouwwerf. We stappen het betonnen karkas van het huis binnen waar ons tot onze verbazing een volledig afgewerkt kamertje met 2 bedjes wacht. Och ja, op dit moment verschieten we van niets meer :)!

Toro Toro
Toro Toro

De volgende dag kunnen we een betere blik werpen op Toro Toro; een schattig dorpje waar momenteel amper andere toeristen aanwezig zijn. We verhuizen voor de volgende nachten naar het enige hostal dat hier open is tijdens het laagseizoen.

IMG_0579

Toro Toro
Grand canyon, Toro Toro

Samen met onze gids Benedicto, die we verplicht moeten inhuren om het park binnen te mogen, maken we mooie wandelingen naar de de “Ciudad de Itas” en naar de 250 meter diepe ‘Grand canyon’. Dankzij het zonnige weer en de skywalk die over de diepe kloof hangt hebben we een fantastisch uitzicht op de kleurige papegaaien die er rondvliegen!

Toro Toro

Toro Toro
Grand canyon, Toro Toro

De grotten van Toro Toro zijn qua grootte niet te vergelijken met de gigantische “Carlsbad caverns” in New Mexico, maar de manier van afdalen is wél impressionanter: we kruipen op handen en kniëen of op onze buik door kleine ruimtes en spleten van soms slechts 30 centimeter hoog, en klimmen via een koord meters naar beneden met enkel het lichtje op onze helm om ons te leiden. Onze kleine Boliviaanse gids kruipt overal moeiteloos door, maar voor Henk en mij is het toch redelijk claustrofobisch en eng. Ik ben blij als ik na enkele uren terug bovengronds ben!

Grand canyon, Toro Toro
Grand canyon, Toro Toro
Cuidad de Itas, Toro Toro
Cuidad de Itas, Toro Toro

Uiteindelijk mogen we niet klagen met het weer: het heeft zeker niet constant geregend. Maar het probleem is dat ons hostal geen enkele vorm van verwarming in de kamers heeft. De luchtvochtigheid is hier erg hoog; eens onze kleren nat zijn geweest, geraken ze hier nooit meer droog :(. Als we terugkeren naar Cochabamba – ja, we kunnen niet anders dan daar wéér te passeren – voelen zelfs de kleren die we níet gedragen hebben stuk voor stuk klam aan!

Toro Toro
Toro Toro
Cochabamba by night
Cochabamba by night

We besluiten om ons verblijf in Cochabamba af te sluiten in stijl. We boeken een kamer in 1 van de weinige 4-sterrenhotels in de stad: een fancy zakenhotel met een fantastisch uitzicht over de stad, een uitgebreid ontbijtbuffet, en zelfs mini-shampooflesjes en een haardroger in de badkamer! Holy sh*t!
En och, ondanks het geklaag over wat een beetje begon tegen te steken, hebben we ons wel weer goed geamuseerd de voorbije weken. We still like you, Bolivia :). Next stop: LA PAZ!

#13 Bolivia: Donde todo es posible, y nada es seguro (pt. 1: Uyuni & Potosi)

18 januari – 25 januari

Onze laatste ochtend in San Pedro De Atacama bereidt ons al meteen voor op wat komen zal. In onze ongezellige kamer in het hostel in de mindere buitenwijken van San Pedro – van een downgrade gesproken – komt een half uur voor ons vertrek naar Bolivia geen druppel warm water uit onze kraan!

Laguna Blanca
Laguna Blanca

We hebben een 3-daagse tour naar Uyuni geboekt, inclusief overnachtingen en maaltijden, omdat dit de beste en zelfs goedkoopste manier bleek om naar Bolivia te reizen en onderweg ook nog wat van de regio te zien. De reviews van deze tour spreken van bittere kou op 5000 meter hoogte, zeer rudimentaire accomodatie zonder warm water en eenvoudig eten. Ook alcohol is op die grote hoogte taboe. Ik ben benieuwd hoe plezant we het allemaal nog gaan vinden 😉 maar goed, ’t is een goede manier om wat te vasten en te detoxen na de voorbije weken van overvloed, en ik popel om te vertrekken!

Laguna Verde
Laguna Verde

Fris en monter – na een ijskoude douche – wachten Henk en ik voor de deur van het hostel, en we merken meteen dat het afgesproken tijdstip op ‘Zuid-Amerikaans uur’ gerekend is. 3 kwartier te laat staat de chauffeur voor de deur, en zetten we koers richting Bolivia waar we de reis per 4×4 zullen voortzetten. Spannend :D!

IMG_9814

De Boliviaanse grens blijkt een eenzame slagboom in the middle of nowhere, puur voor de show want je kan er gewoon langs rijden 🙂 we laten onze nieuwe paspoortstempel drukken en maken kennis met onze medereizigers; een koppel Engelsen, een koppel Duitsers, en 6 Braziliaanse meisjes. Tot grote spijt van Henk worden we automatisch bij de ‘koppels’ ingedeeld, en kruipen we met de Engelsen en Duitsers, vergezeld van gids José, in een jeep i.p.v. met de knappe Brazilianen.

Laguna Colorado
Laguna Colorado

Samen met de vele jeeps van de andere touroperators – die krak dezelfde tour aanbieden – rijden we in colonne richting “Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa”. Met diezelfde jeeps stoppen we aan de lagunas blanca en verde. Je kan al raden welke kleur die hebben! De weerspiegelingen van de achterliggende besneeuwde bergtoppen in de meren zorgen wel voor fantastische gezichten. Na een bezoek aan de ‘woestijn van Salvador Dali’, de ‘Salar van Chalvire’ met haar natuurlijke warmwaterbaden en de borrelende, stinkende geisers van ‘Sol de Manana’ – de hele dag onder begeleiding van vreselijk irritante Boliviaanse trompetmuziek in de auto – komen we aan bij onze eerste refugio: een barak in het midden van het nationaal park, met enkel slaapzalen en geen douche, noch warm water.

Laguna Colorado
Laguna Colorado

Het eten dat ons hier opwacht belooft tot onze verbazing niet veel goeds voor de dieet-voornemens: lekkere worstjes, tomaten, komkommers, en hemelse puree. Bolivia is het land van de patat, en dat is hier aan te merken! Voor de rest van de avond geraken we de praat met de zeer luidruchtige, lacherige en supersympathieke Braziliaanse meisjes.

IMG_9919

Arbol de piedra
Arbol de piedra

De volgende ochtend is onze jeep tot onze grote verbazing de enige die op dat moment de laguna Colorado bezoekt, een grote, bloedrood gekleurde lagune met honderden flamingo’s. We kiezen een andere weg dan onze 4 metgezellen en staan helemaal alleen voor het immense meer, vlakbij een kudde grazende lama’s, genietend van de stilte en van het gevoel dat we alleen op de wereld zijn.
Onze medereizigers zijn wel een beetje een bummer tijdens deze trip. Ze zitten – na de obligate foto’s getrokken te hebben – altijd snel terug in de auto, en er wordt niet veel gezegd tijdens de ritten. In de ‘Braziliaanse’ auto lijkt er veel meer plezier te beleven :(!

Arbol de piedra
Arbol de piedra
Woestijn van Salvador Dali
Woestijn van Salvador Dali

Na tijdens deze tweede dag de ‘Arbol de piedra’ – metershoge stenen ten midden van de woestijn – en alweer een handvol lagunes bezocht te hebben, komen we aan in Culpina, een dorpje zoals ik me het ‘echte ‘ Zuid-Amerika had voorgesteld: half afgewerkte ‘koterijen’ als huizen, en veel rommel en vuil op straat, van lege colaflessen tot kapotte kledij en speelgoed. En daartussen ravotten de straathonden in het rond.
We krijgen alweer een basic kamer en dito diner: lamavlees met patatjes, en enkele flessen wijn later (bye, bye, detox) kruipen we na veel luid gepraat, gelach en gezever in ons bed…

Culpina
Culpina
Treinkerkhof, Uyuni
Treinkerkhof, Uyuni

De volgende dag zijn we redelijk moe van de olijke avond, maar met José is het blijkbaar erger gesteld. Henk hoort van een dorpeling dat hij heel de nacht op de lappen is geweest! Hij ziet er inderdaad niet fris uit, en lijkt niet al te gelukkig. Tot overmaat van ramp start onze 4×4 niet, en moeten Henk en co. hem in gang duwen! De rit naar Uyuni verloopt gespannen: iedereen houdt Josés rijgedrag in het oog. Hij moet verschillende keren stoppen; zogezegd om op de andere auto te wachten, maar het lijkt er eerder op dat hij wat frisse lucht nodig heeft.

Treinkerkhof, Uyuni
Treinkerkhof, Uyuni
Zoutvlakte van Uyuni
Zoutvlakte van Uyuni

Zo rijden we nog via een treinkerkhof naar wat hét hoogtepunt van deze tour zal blijken: de zoutvlakte van Uyuni. Een glinsterende, witte vlakte tot zover het oog kan reiken, 1/3 de grootte van België. Een schitterende locatie om de tour af te sluiten!

Zoutvlakte van Uyuni

IMG_0024

Zoutvlakte van Uyuni
Zoutvlakte van Uyuni

Eens in het centrum van het stadje Uyuni aangekomen, maken we voor de eerste keer kennis met de goedkope prijzen in Bolivia. Voor een gewoon tweepersoonskamertje in een hostel betalen we 12, en een bord kip met frietjes kost 1,5€! Ook ons busticket voor de volgende dag, naar het bergstadje Potosi, kost slechts 3. Je ervaart natuurlijk niet veel luxe, maar damn, this is a cheap country!

Uyuni

Uyuni
Uyuni

We kunnen ook eindelijk onze kleren eens laten wassen in een plaatselijke lavanderia, maar dat blijkt alweer een hele onderneming. Ondertussen moeten we toch ook wel al weten dat ze hier altijd ‘ja’ zeggen, tot het er op aankomt, en op het afgesproken tijdstip is onze was dus nog verre van droog! Als ik de dag erna – net voor we de bus moeten halen – terugkeer naar de lavanderia, blijkt het grootste deel van onze was nog natter dan gisteravond. Que? Natuurlijk hebben ze een heel deel van onze kleren op de kletsnatte vloer laten vallen, héél aangenaam als je weet dat de wasplaats tegelijkertijd ook de banos publicos – oftewel openbare toiletten – zijn. De natte kledij gaat dan maar zo mee de rugzak in :s.

IMG_0102

Uyuni

Uyuni
Uyuni

Om 10u stipt moeten we aan het busstation staan, maar natuurlijk is daar helemaal geen bus te bespeuren. Een dik half uur te laat komt het gammele, stokoude Mercedes-busje de straat ingetuft en met de bagage op het dak gebonden vertrekken we traag maar zeker richting het mijnwerkersstadje Potosi – op 4000 meter de hoogste stad ter wereld met meer dan 100 000 inwoners. Het oude beestje hoest en proest met moeite de bergen op en zal uiteindelijk 5 uur doen over een rit van nog geen 200 kilometer!

IMG_0112

Potosi
Potosi

Bij de eerste aanblijk lijkt Potosi met haar ongezellige gebouwen en vuile straten niet meteen het UNESCO-werelderfgoed dat aangeprezen staat in onze Trotter, maar als we van de busterminal richting centrum wandelen, komt daar verandering in: kleurrijke gevels, mooie koloniale kerkjes, en gezellige pleinen met een overvloed aan kraampjes met eten, drank, ijsjes en algemene brol. De Boliviaanse, indiaanse vrouwen lopen bijna allemaal rond in traditionele klederdracht: brede, lange rokken, pulletjes van lamawol, een veelkleurige doek waar ze hun kind of boodschappen in dragen, en bijna allemaal dragen ze een hoed op hun lange, zwarte vlechten: bolhoeden, strooien hoedjes, jagershoedjes,… Als ze maar iets op hun hoofd kunnen zetten :)! We zullen de volgende weken merken dat de rokken ook verschillende andere functies hebben: de vrouwen vegen er het zweet mee van hun voorhoofd, snuiten er hun neus in, en gebruiken ze zelfs als ‘sanitair hulpmiddel’ om er in het midden van de straat een plasje onder te doen!!

Potosi

Potosi
Potosi

Potosi is onze eerste kennismaking met de authentieke Boliviaanse cultuur. We verblijven, alweer voor een habbekrats, in een zeer basic kamertje in een oud klooster, en naast de culturele bezienswaardigheden van het stadje te bezoeken gaan we de volgende dagen vooral ook op culinare ontdekkingstocht.

Potosi
Potosi

In de comedor popular op de markt eten we een broodje met ei, kaas of verse avocado voor enkele tientallen eurocenten. Een fles Potosina-bier van 1 liter kost 2, en de stad is bezaaid met kippenrestaurants waar je kip aan’t spit met frietjes kan eten voor 1,5. Een verse milkshake aan een straatkraampje kost 50 cent, en een hartig groentengebakje of vers geperst fruitsap vaak nog minder. Wat een luxe! En dan denk ik nóg dat de handelaars ‘à la tête du client’ rekenen :).

In de meeste mercados kan je ook een volledige maaltijd krijgen bij de dames die in hun geïmproviseerde keukentjes rond allerlei pruttelende potten staan, en ons allemaal aan hún tafeltje wenken. In de potten zitten ondefinieerbare substanties: prut met linzen, prut met kip of prut met vlees. Onder het motto ‘we moeten toch alles eens geprobeerd hebben’ laten we ons overtuigen en kiezen we voor het vlees. Henk en ik krijgen een gigantisch bord met vleesprut, pasta en zwarte patatjes voorgeschoteld. Na eerst 2 lange zwarte haren uit ons bord gevist te hebben, tasten we toe. De zwarte, harde ‘papas congelatos‘ zijn niet ons ding, maar de pasta is OK, en het vlees smaakt eigenlijk gewoon naar stoofvlees. Met onze 2 cola’s erbij betalen we 1,7€ voor deze enorme berg voedsel. Je merkt het, ik kan er écht niet van over, van die lage prijzen!
Goed, naar de hygiëne mag je natuurlijk niet kijken in deze ineengeknutselde keukentjes. Zo is er geen stromend water: de afwas wordt de hele dag gedaan in dezelfde vuile emmer water. Daarnaast lopen de straathonden gewoon rond in de keukens, hopend op een hapje, en worden ze ook eens geaaid door de kokkin, die de volgende moment terug met haar handen aan je eten zit. Als we het toch iets deftiger willen, gaan we op restaurant een almuerzo eten. Voor een 2-tal euro krijgen we een 4-gangendiner met een soepje, voorgerecht, kip of lama-steak met rijst en aardappelen, en een dessert.

Potosi
Potosi

Na deze eerste kennismaking met Bolivia wordt het tijd om verder te reizen, richting Sucre. De voorbije dagen waren er wegblokkades gaande – mijnwerkers die de wegen en treinsporen in en uit Potosi blokkeren in de hoop een hoger pensioen af te dwingen van de overheid zijn hier schering en inslag – die nu opgelost zouden moeten zijn. Daarenboven laat het Boliviaanse regenseizoen z’n aanwezigheid de laatste dagen meer en meer opmerken door hevige regenbuien op Potosi af te sturen!
Na verschillende keren van het kastje naar de muur gestuurd te zijn wat de trein betreft – “kom morgen anders om 7u nog eens terug om te zien of hij rijdt” – besluiten we dan maar te handelen als verwende toeristen en gewoon met de taxi naar Sucre te vertrekken ;).

Ik begin een vermoeden te krijgen dat de 2 weken, die we vooropgesteld hadden om door Bolivia te reizen, niet zullen volstaan…!

#12 Chillen in Chili

24 december 2013 – 17 januari 2014

Kerstavond vieren we op het vliegveld met een laatste McDonald’s-maaltijd, en een ongemakkelijke nacht in de krappe zitjes van Delta Airlines later, landen we moe en geradbraakt in Santiago en nemen we de taxi richting Roy en Denise. Via Bien legden we contact met deze West-Vlaming en zijn Chileense echtgenote die in Vitacura wonen, en zij zijn zo gastvrij om ons enkele nachten te ontvangen tot tante Annick en mijn mama hier aankomen.

Santiago
Santiago
Santiago
Santiago

Na enkele welgekomen uurtjes slaap, verorberen we die avond eindelijk een smakelijk kerstdiner: biefstuk, gebakken patatjes, sla en Henk’s zelfgemaakte mayonnaise :)! De volgende dagen vullen we in door het levendige, zonnige centrum van Santiago al eens te gaan verkennen, wat rond te lopen in de verzorgde buitenwijk Vitacura, en – jawel! – al wat broodnodig Spaans te studeren. Wat hier enorm meevalt is dat het écht zomer is! De temperatuur is wel vergelijkbaar met het zwoele Florida, maar hier gaat de zon pas onder om 21u30, i.p.v. om 17u. Ook maken we al een eerste keer kennis met het Zuid-Amerikaanse openbaar vervoer, waar we tijdens het verdere verloop reis nog veel mee te maken zullen hebben: in ons beste Spaans vragen we onze buschauffeur om ons aan een bepaalde halte in het centrum af te zetten. “Si, si!” zegt hij, maar uiteindelijk blijkt zijn bus zelfs niet langs deze halte te rijden! Roy leert ons dat dat hier niet ongebruikelijk is: men zegt hier moeilijk ‘nee’; alles is OK en alles komt in orde … tot het uiteindelijk toch niet lukt. Handig, zeg!

Santiago
Santiago
Santiago
Santiago

Na 3 mooie dagen in Vitacura, waar we enorm in de watten worden gelegd door Denise en Roy, komen tante Annick en mama aan in Santiago! Toch een heel apart gevoel, want 4 maanden is het langst dat ik mijn mama of mijn tante ooit heb moeten missen, en er wordt dan toch ook een traantje weggepinkt bij het blije weerzien. Na onze reis met Bien en Sven in de USA, is dit deel 2 van ‘het anti-heimwee-comité’: een tweede adempauze waarbij we onze familie terugzien. Waarbij we heel veel zullen zien en doen op korte tijd, en ons ook even minder zorgen moeten maken over het budget, dankzij deze unieke reis door Chili op uitnodiging van tante Annick!

Santiago
Santiago
Santiago
Santiago

De 2 dagen die we in Santiago doorbrengen genieten we nog van de warmte, de luxe en de uitgebreide keuze in restaurantjes. Hierna gaan we namelijk naar Patagonië, waar het een stuk kouder is en waarschijnlijk ook een pak rudimentairder! We struinen rond in de gezellige drukte, merken de vele straathonden op, kijken naar de schakers op de Plaza de Armas, en verbazen ons aan de uitgebreide keuze en de goedkope prijzen in de Mercado Vega en de Mercado Central – aardbeien en avocado’s voor 1€ per kilo, gigantische bananen en torenhoge stapels aardappelen! We zien mensen die op allerlei manieren geld proberen te verdienen: ramenwassers aan de rode lichten, straatartiesten, bedelaars en straatverkopers met zeer uiteenlopende waar (van onderbroeken, kammetjes en handtassen tot vuurwerk voor nieuwjaar of zelfgemaakte kunst van vuilnis). We eten ceviche (een schotel van rauwe vis met citroen), perfect gebakken steaks en zelfs fantastisch goede sushi – ja, dáár moet je voor naar Chili komen!

Santiago
Santiago
Santiago
Santiago
Santiago
Santiago

De laatste dag van 2013 wordt er meteen een hectische. Normaal gezien worden we om 11u opgehaald, om onze vlucht richting Balmaceda, Noord-Patagonië te halen, maar om 9u komt mama melden dat onze vlucht met 2 uur vervroegd is. Om deze te halen moesten we al onderweg zijn! Blijkbaar zijn deze last-minute wijzigingen schering en inslag in Chili, maar handig is het niet. We maken snel onze rugzak, kunnen niet meer ontbijten, en manen de taxichauffeur aan om vooral goed door te vlammen richting Santiago Airport. Op 45 minuten van hotelkamer naar vliegtuigzitje, dat moet een record zijn!

Puerto Guadal - Noord-Patagonië
Puerto Guadal – Noord-Patagonië
Puerto Guadal - Noord-Patagonië
Puerto Guadal – Noord-Patagonië
Puerto Guadal - Noord-Patagonië
Puerto Guadal – Noord-Patagonië

Na een adembenemende rit van 5 uur op een ongeplaveide weg in een tot op de draad versleten, 18 jaar oude Mitsubishi, komen we helemaal dooreengeschud aan in Puerto Guadal, in de magnifieke Terra Luna Lodge. Houten chalets met een sensationeel uitzicht over het lago General Carrera en besneeuwde toppen in de verte. We krijgen een rudimentair doch lekker eindejaarsdiner – kip met worst met ribbetjes – en gezien we de volgende dag al om 7u moeten opstaan voor onze eerste excursie, zit zwaar doorzakken er dit jaar niet in.

Leones gletsjer - Noord-Patagonië
Leones gletsjer – Noord-Patagonië
Leones gletsjer - Noord-Patagonië
Leones gletsjer – Noord-Patagonië

1 januari 2014 is een nieuwjaarsdag om niet te vergeten, ook al omdat het de eerste keer is dat ik voor de middag m’n bed uit kom! Na een – alweer erg bumpy – autorit, arriveren we aan het startpunt van onze eerste excursie in Patagonië. Na een lichte trekking van enkele uurtjes, komen we aan bij een groot meer met in de verte de Leones-gletsjer die in het water uitmondt, en we nemen plaats in het rubberbootje dat voor onze groep klaarligt. Dit blijkt geen al te aangenaam boottochtje: Henk en ik zitten helemaal vooraan, we hebben wind tegen en we krijgen gedurende een half uur constant heelder golven ijswater over ons heen terwijl we over het water hotsen! Maar dan komt het moment dat we op enkele honderden meters verwijderd zijn van de gletsjer. Wat 30 minuten geleden nog een wit stipje in de verte was, is nu een indrukwekkende, felblauwe ijsmuur van wel 20 meter hoog. Zoiets heb ik nog nóóit gezien, er zo dichtbij varen is alweer een heel nieuwe ervaring! Opeens horen we een luid gedonder, miljaar, gaat het onweren? Nee hoor, een enorm stuk ijs – ter grootte van een huis – breekt af van de muur, en valt op nog geen 100 meter van ons bootje met luid kabaal in het water. Dat wil lukken, dit sublieme zicht is de natte kleren meer dan waard! We meren hier wat verder aan en eten op deze unieke locatie onze lunch op: een broodje kaas en hesp heeft nog nooit zo goed gesmaakt.

Jetboat - Noord-Patagonië
Jetboat – Noord-Patagonië
Canopy - Noord-Patagonië
Canopy – Noord-Patagonië

Men zegt van Patagonië dat de 4 seizoenen er in 1 dag kunnen voorbijkomen, en dat zullen we geweten hebben. De dag begon lekker warm met volle zon, daarna zagen we wat regen, en als we de terugtocht in de zodiac aanvatten hult de gletsjer zich langzaam maar zeker in een dikke mist. Er steekt een felle, koude wind op, en voor het weten zitten we met ons rubberbootje in een Patagonische hagelstorm! Gelukkig kan Henk onze gids wat helpen met het aanmeren, want het water klotst schuimend rond het bootje. De wind snijdt, de hagel komt met bakken uit de lucht, en zo vatten we de terugtocht aan. Maar even snel dan dat hij is opgekomen, gaat de storm ook terug liggen en enkele minuten later lopen we alweer in volle zon! Henk en ik krijgen als kers op de taart de kans om met de ‘jetboat’ terug naar de lodge te keren, en dat moeten ze ons geen 2 keer vragen. De wind is scherp bij deze aanzienlijke snelheid, maar we zijn goed ingeduffeld en genieten met volle teugen terwijl we over de rivieren en het lago General Carrera zoeven!

Onze dagen in Puerto Guadal zijn top. We maken nog een mooie wandeling langs verschillende watervallen en fantastische vergezichten, en Henk en ik wagen ons aan de canopy: een ingenieus avonturenparcours in de kruinen van de bomen. Ook het eten – niet onbelangrijk – smaakt ons altijd, het is nochtans erg basic en je hebt geen keuze: eten wat de pot schaft!

Puerto Guadal - Noord-Patagonië
Puerto Guadal – Noord-Patagonië
Puyuhuapi - Noord-Patagonië
Puyuhuapi – Noord-Patagonië

Na een hobbelige terugrit en een overnachting in het stadje Coyhaique, reizen we per auto verder noordelijk, naar het kleine dorpje Puyuhuapi dat omringd wordt door het Queulat Parcue Nacional. 500 kilometer noordelijker dan Puerto Guadal zien we al heel andere gezichten: minder besneeuwde bergtoppen, en meer een regenwoud-vegetatie. In de namiddag komen we – alweer dooreengeklutst – aan bij de lodge, die moederziel alleen zit weggestopt op de beboste flanken van een afgelegen fjord, en enkel bereikbaar is per boot. Volledig afgezonderd en desolaat, ’s nachts geen énkel lichtje in de verte, alsof we alleen op de wereld zijn.

Hier maken we een mooie trekking door het regenwoud naar de ‘hangende gletsjer’. Net als mama en tante Annick zijn Henk en ik onder de indruk van de uitgestrekte en gevarieerde natuur, maar wij smullen daarnaast ook van de royale faciliteiten van de lodge. Op deze plaats ontspringen enkele thermale bronnen, en daar maakt het hotel goed gebruik van door verschillende zwembaden op te vullen met het zuivere, warme bronwater!
Daarenboven is het eten verrassend uitgebreid voor zo’n afgelegen plaats; elke middag en avond kiezen we met ons vieren uit een 3-gangenmenu, en de pisco sours – hét nationale drankje van Chili – zijn ook inbegrepen. Zulke luxe zullen we waarschijnlijk hierna niet meer meemaken op onze reis…!

IMG_8947

Na een week laten we Noord-Patagonië achter ons, en nemen we na een overnachting in de Duits-koloniale nederzetting Puerto Montt het vliegtuig naar Punta Arenas, helemaal in het zuidelijkste puntje van Chili. Dé grote attractie is hier het ‘Torres Del Paine’ nationaal park, waar we 3 nachten zullen verblijven. Tijdens alweer een rit van 5 uur zien we de typische flora van Zuid-Patagonië: dorre pampa voor zover je kan kijken en de vele groene glooiende heuvels met bomen die volledig scheef staan door de karakteristieke felle Patagonische wind.

Zuid-Patagonië
Zuid-Patagonië
Zuid-Patagonië
Zuid-Patagonië

Hier overnachten we in het ‘Eco-camp’, een volledig zelfvoorzienende ecologische lodge die in het nationaal park gelegen is. De hutjes die ik verwachtte waren wel meer basic dan hetgeen we hier te zien krijgen: we verblijven in fantastische persoonlijke ‘domes’ in iglo-vorm met houtkachel en eigen badkamer – het douchewater is vers bronwater uit de bergen, en wordt opgewarmd via zonne-energie. Daarnaast blijkt ook het eten zeer fijn, en hebben we elke dag keuze uit 3 voorgerechten, hoofdgerechten en desserts. Toch een beetje onnodige luxe in een ecologisch hotel, als je het mij vraagt. We zijn natuurlijk enorm blij met de luxueuze accomodatie, maar de hele eco-façade blijkt een gimmick. In de vallei nabij de lodge vind je namelijk nog verschillende andere logementen van dezelfde eigenaar: een gewoon motel, een luxe-hotel,… Voor elk wat wils, dus vooral zeer eco-nomisch ;)!

Ruta del fin del mundo - Zuid-Patagonië
Ruta del fin del mundo – Zuid-Patagonië
Condor - Zuid-Patagonie
Condor – Zuid-Patagonie

Tijdens onze eerste dag kiezen we moedig voor een 22 km (!) lange trekking naar de torres – het bergmassief waar het park naar genoemd is – maar als snel blijkt dat mijn arme benen niet voorbereid zijn op 5 uur non-stop supersteil klimmen. Terwijl de voorste gids lustig zonder pauze naar boven huppelt, vervloek ik mijn onbestaande conditie! En dan heb ik de laatste hindernis nog niet vermeld: een steile klim over de rotsen die ons met een ongezien stijgingspercentage de hoogte injaagt. Ook tante Annick, mama en zélfs Henk hebben het moeilijk. De torres zitten deels verstopt achter de mist, maar de aanblik van de 3 machtige bergen boven het turquoise meer is mooi. Het is vriezend koud op het viewpoint, en verkleumd eten we onze lunchbox op voor we de afdaling aanzetten. Alhoewel dalen niet zo vermoeiend is als klimmen, vergt het wel veel concentratie op het zeer steile, rotsige pad. Mijn voeten doen ondanks mijn goede schoenen toch veel pijn als ik ze die avond bevrijd….!

gletsjer Lago Grey
gletsjer Lago Grey
Torres Del Paine
Torres Del Paine

De volgende dag verjaart tante Annick! En als verjaardagscadeau gaan we … vooral niet te veel meer stappen :)! We doen een minder fysieke tocht door het park met een volgepropt busje, en bezoeken met een boot de gletsjer van lago Gray. Op de vele viewpoints in het park zien we naast fraaie uitzichten ook veel Japanners, wiens gigantische tourbus parrallel met de onze rijdt. En ik vraag me écht af waarom ze altijd 2 vingers – – moeten opsteken op foto’s ;)?

Zoutvlakte Atacama
Zoutvlakte Atacama
Dakar
Dakar

Chili is het met haar 4000 kilometer het langste land ter wereld, en we zullen quasi elke kilometer ervan – al was het uit de lucht – gezien hebben. Vanuit het meest zuidelijke, kouwelijkste puntje vliegen we tot slot naar het meest noordelijke punt van Chili: de hete Atacama-woestijn vlakbij de grens met Bolivië. San Pedro de Atacama is een oase in het midden van de woestijn, waar we nog 5 dagen zullen verblijven voor mama en tante Annick terug naar België moeten vertrekken. De laatste dagen met onze familie, én de laatste luxueuze momenten, voor Henk en mij…
Het klimaat kan niet meer verschillend zijn dan dat van Patagonië: het is hier 30° en kurkdroog! Het zwembad en de schaduw van de bomen van het hotel zullen gelukkig voor wat verkoeling zorgen tijdens de volgende dagen. ’s Avonds slenteren we door het dorpje dat übertoeristisch doch wel schattig is, en desondanks authentiek aandoet met haar huisjes in adobe. 25 jaar geleden hadden de inwoners van San Pedro nog geen toerist gezien, tot 2 backpackers het dorpje en haar mooie omgeving ontdekten, en sindsdien schieten de touroperators en hotels als paddestoelen uit de grond!

Geisers del Tatio
Geisers del Tatio
Geisers del Tatio
Geisers del Tatio

De volgende dagen doen we excursies in de omgeving met ons vier, en onze Engelstalige gids Leo. We gaan naar de zoutvlakte, zien helblauwe lagunes op 4500 meter hoogte omringd door bergen en vulkanen – zien ondertussen ook even de Dakar-Rally passeren, die toevallig die dag dezelfde route rijdt als ons – en het absoluut hoogtepunt voor mij waren de ‘Geisers del Tatio’. De zon zien opkomen boven deze proestende en spuitende geisers was het onmenselijke vertrekuur – 5 uur ’s morgens – absoluut waard! Onze laatste uitstap is een fietstocht in Valle de la Luna. Een uur of 3 in de woestijn gaan peddelen, wiens idee was dat eigenlijk ;)? Na deze mooie doch véél te hete tocht door het magnifieke maanlandschap zetten we koers naar het laatste hotel waar we deze reis samen zullen verblijven. Tante Annick heeft ervoor gezorgd dat we de laatste 2 dagen nog kunnen relaxen in een weelderig luxehotel ten midden van de woestijn, helemaal opgetrokken uit de typische adobe, met zwembaden en een prachtige tuin errond. Henk en ik genieten met volle teugen van deze chille momenten, want binnen een paar dagen is het gedaan! Binnen enkele dagen vertrekken wij naar Bolivië, één van de meest authentieke landen in Zuid-Amerika, het minst aangetast door het Westen, en ook de eerste echte ‘moeilijke’ bestemming tijdens deze reis. Dan worden de hotels, auto’s en restaurants vervangen door hostels, bussen en eetkraampjes op straat!
… Hierna begint het écht ;)!

Valle De La Luna
Valle De La Luna

Bedankt tante Annick voor de uitnodiging en het organiseren van deze unieke reis, en bedankt mama voor de verschillende traktaties ter plaatse. Henk en ik vonden het onvergetelijk om samen onderweg te zijn!

#11 The sunshine state

7 – 23 december

Aaaah Florida, finally. Na enkele dagen in broeierig, grijs weer in sneltempo langs de bayous in Mississipi en Alabama te hebben gereden, komt hier onze beloning. Florida wordt niet voor niets the sunshine state genoemd, en hier willen we er nog enkele weken van profiteren om onze tent op te zetten in één van de vele campgrounds die de staat rijk is. Dit terwijl in de rest van de USA één van de zwaarste ijsstormen in jaren passeert en we al slurpend van ons drankje berichten horen over stormen, sneeuwval en volledige steden die zonder elektriciteit zitten.

The Florida coast
The Florida coast

We beginnen onze tocht langs de uitgestrekte kust van Florida aan de westkant, langs de golf van Mexico: hotels, resorts, winkels, restaurants, pretparken,… Volledige kant-en-klare toeristenstadjes werden hier neergepoot langs de kustlijn. Doch maken de schreeuwerige themadorpen regelmatig plaats voor rustige dorpjes met mooie houten huizen, paradijselijke parelwitte stranden, palmbomen en plezierbootjes. Florida is gekend voor haar warme klimaat het hele jaar rond, en hier komen dan ook erg veel gepensioneerden uit andere staten overwinteren of zelfs permanent wonen. Daarom wordt de staat ook wel ‘the last stop before heaven’ genoemd 🙂.

Voor het eerst sinds Californië zetten we onze tent nog eens op, in de buurt van Tampa. Natúúrlijk worden we tijdens ons verblijf weer regelmatig in het midden van ons gesprek onderbroken – “What language are you speaking?” – waarna we weer een half uur een kerel aan ons been hebben die vervolgens zijn eigen verhaal vertelt, en uitspraken doet als: “Het is Obama’s bedoeling om dit land de grond in te boren” en “Obama is een moslim en geboren in Kenia en mag eigenlijk geen president zijn”. Ja, ja, het is een gemene slechterik en hij heeft het zodanig slecht voor met dit land dat hij de bevolking deftige gezondheidszorg wil geven. We know the drill, dude. Als Europeanen voelen we ons hier echt extreem ruimdenkend, kritisch en slim!
Desondanks genieten we toch alweer van het warme weer, het zwembad, de jacuzzi en de bar. Minder genot hebben we van de Floridiaanse insecten, die in grote getale de aanval op onze lichamen hebben ingezet. Na enkele dagen staan Henk en ik vol gigantische beten: muggen, mieren, black flies,… noem maar op! De DEET-spray vloeit rijkelijk, maar het haalt niet veel uit. En jéuken dat dat doet! Doordat het hier ’s nachts nooit vriest, hebben al die beesten het hele jaar door vrij spel. ’t Kan dan wel altijd lekker warm zijn in Florida, maar dit is toch een puntje minder voor sfeer en gezelligheid.

Disney World
Disney World

Wanneer we de oversteek maken naar de oostkust van Florida, en sowieso in de buurt van Orlando zullen passeren, opper ik of we misschien “tóch niet kunnen overwegen om een dagje naar Disney World te gaan…?”. Long story short: ’t is me gelukt! Ik heb ‘ik-haat-pretparken-want-daar-is-altijd-veel-te-veel-volk-en-ge-moet-overal-een-uur-aanschuiven’ Henk kunnen overtuigen om een dagje Magic Kingdom in te plannen, where dreams come true!
Dankzij een speciale deal krijgen we zelfs 1 ticket gratis, het enige wat we moeten doen is de dag erna naar een presentatie over timesharing gaan. Geen probleem! We hebben tijd, en die 100$ is snel verdiend om een paar uur naar wat geleuter te gaan luisteren. Bovendien kan dat nog wel een grappige ervaring worden, zo’n typisch Amerikaans verkoopspraatje!

Disney World
Disney World

Het is een zonnige dag in Disney World, er is niet veel volk en we moeten voor elke attractie maximum 10 minuten wachten. Hier zie, mijnheer ge-moet-altijd-overal-aanschuiven ;)! Soms is 28°C zelfs wat té warm, en we gaan dan ook ettelijke keren naar de ‘Splash mountain’. Na een halve dag hebben we de leukste attracties al meermaals gedaan, en het valt me op hoe groot Disneyland leek als klein kind, maar hoe snel je als volwassene – of groter kind 😉 – het hele park hebt gezien. Desalniettemin vind ik het absoluut geweldig om hier te zijn. Het kind in mij is weer even zoet en zélfs Henk geeft toe dat hij het plezant vond :)!

Disney World
Disney World

De dag erna moeten we nog even naar die timesharing-presentatie voor we zullen aanzetten naar Palm Beach, waar we ook weer enkele nachten zullen kamperen. Jawadde, hier krijgen we enkele uren “hard selling” naar ons hoofd! We krijgen na een een oer-Amerikaanse presentatie, uiteraard inclusief de doorzichtige humor en emo-momentjes, een persoonlijkevastgoedmakelaar toegewezen.
Jill – een typische sales-madam in mantelpakje – moet ons na een rondleiding in een vreselijk kitscherig luxeresort overtuigen dat het
écht een fantastische kans is voor ons om vandaag 40 000$ op tafel te leggen voor een timesharing-appartement. En je raadt het nooit; als we vandaag tekenen, krijgen we 10 000$ korting! Amai, zeg!
Het is ontzettend moeilijk om hen af te schudden, maar ik denk ook dat onze brave, Vlaamsche beleefdheid daar voor iets tussen zit. We moeten gewoon zeggen dat we er enkel zijn voor de Disney-korting, in de plaats van semi-interesse te veinzen voor zo’n idioot voorstel. Naarmate de voormiddag vordert, wordt het zelfs een leuke uitdaging om op zoveel mogelijk manieren te zeggen dat absoluut geen haar op ons hoofd er aan denkt om iets van hen te kopen. En elke keer komen ze met een ander onnozel argument, of een andere mogelijkheid om ons geld afhandig te maken – “maar voor slechts 400$ mag je het eens proberen!” – op de proppen. En ónze logische argumenten konden zij absoluut niet begrijpen: namelijk dat we zonder tweede opinie of reviews, op basis van een powerpoint-presentatie, geen gigantische som geld willen uitgeven dat we momenteel niet eens hebben. “
But… but… It’s such a great deal! You’re crazy if you don’t buy today!” Geen wonder dat de USA grotendeels de schuldige is van de wereldwijde credit crunch, als er echt mensen zijn die op basis van een verkoopspraatje 40 000$ – uiteraard op afbetaling – uitgeven, de kiekens.
We krijgen op 3,5 uur tijd alle persoonlijkheden over ons heen: Jill, de vlotte sales-madam, Glenn, de oudere vaderfiguur die wat cijfers op een blad papier kribbelt, dan de ‘hippe’, jongere vrouw met wie we ons verbonden zouden moeten voelen, en dan Shawn, diegene die ons na een zoveelste NJET kwam buitensmijten. Hard selling, les 1.

Everglades Alligator Farm
Everglades Alligator Farm

Gelukkig kunnen we de volgende dagen wat van ons timesharing-avontuur bekomen in Palm Beach. De camping blijkt deze keer geen seniorenbijeenkomst, want er is dit weekend toevallig een hippie/free-spirit/eco/natuur-achtig festivalletje aan de gang. Uiteraard zijn er bandjes die optreden, maar ook een trance-achtige drum circle rond een gigantisch kampvuur, een bodypainting-workshop, yoga, en zelfs aquagym ;)! We praten met interessante, toffe mensen – dat mag ook wel eens! Het hele weekend is een fantastische ervaring, en zonder twijfel al één van de zotste feestjes van deze reis. Subiet worden we nog hippies, zeg!

Na een laatste nacht op onze matjes te slapen, en een laatste keer onze tent af te breken, vertrekken we naar het Everglades national park. In de plaats van het zoveelste ketenmotel kunnen we eindelijk nog eens in een hostel verblijven, en wat voor één! Het Everglades hostel is een gezellig oud gebouw, met een prachtige tuin (een boomhut! Een waterval! Schommels, en hangmatten!) waar weer allerlei kleurrijke figuren rondlopen (bijvoorbeeld die kerel die zijn dreadlocks gebruikt als draaimolen voor zijn papegaai, die zich aan één van de dreads vasthoudt terwijl hij zijn hoofd ronddraait).

Everglades Alligator Farm
Everglades Alligator Farm

Voor we het park zelf bezoeken, bezoeken we een alligator farm in de buurt. Toerist dat ik ben, wil ik toch wel eens zo’n klein monstertje in mijn handen houden ;). Naast de dieren te bezichtigen – uiteraard de gators, maar ook leguanen, schildpadden, slangen, papegaaien,… – kunnen we hier ook met de befaamde airboat over het moerasgras van de Everglades zoeven. Snel, oorverdovend én nat, en dus best verkoelend bij deze hitte! Nadien maken we in het park een wandeling door de magroves en het moeras, en net als tijdens de voorbije dagen worden we hier stilaan opgevreten door de muggen. Overal zijn ze, nergens zijn we veilig, en het lijkt er sterk op dat ze zelfs méér steken, hoe meer insectenspray we gebruiken! Ik begin hier echt een complot te ruiken van de DEET-lobby…!

The Everglades
The Everglades

Ter gelegenheid van mijn verjaardag huren we voor 3 nachten een studiootje in Key West. Het schitterende huisje, het zwembad, onze privé-jacuzzi en de omgeving – midden in het centrum, Duval Street ligt om de hoek – vormen een perfecte birthday-locatie! Key West is ook één van de gezelligste plaatsjes die we al in de USA zijn tegengekomen: mooie huizen in koloniale stijl, palmbomen in de straat en óveral terrasjes. Ook ‘ons’ huisje is typisch met haar white picked fence en front porch. Ik mis enkel nog een schommelstoel :)!

Key West
Key West

De gulle verjaardagsbijdrage van mama en Ovo gebruiken we om deze dagen eens écht lekker te gaan eten. We vinden een uitstekend adresje, waar ik onze fried calamari-aperitief er zelfs van verdenk om diezelfde ochtend nog in zee gezwommen te hebben!

Key West
Key West


We genieten met volle teugen van de zwoele decemberavonden, en kuieren langs de bekende plaatsjes, maar laten het uitgaan in Duval Street voor wat het is. Dat hebben we allemaal al eens gezien in 6th street (Austin, Texas) en Bourbon Street (New Orleans, Louisiana), en we zullen het in Miami ook wel nog tegenkomen. Trouwens, als we het missen zullen we wel eens op een zaterdag naar de Gentse Overpoort gaan als we terug zijn – en daar is de drank nog beter ook.

Key West
Key West

Ooit was het hier dé plaats voor hippies, holebi’s, en alle soorten outcasts, maar de dag van vandaag is dat gewoon een imago dat Key West hoog wil houden omdat de toeristen ervan smullen. Dat terzijde, want het was wel een fantástische verjaardags-vier-daagse :)!

Key West
Key West

Daarna is het zover: onze liefste Beetle, die we uiteindelijk 5 weken zullen gehuurd hebben, moet in Miami Beach terug binnengebracht worden. Ook hier is het 30°C en het uurtje stappen van het verhuurkantoor naar ons hotel doet ons al puffen en zweten. Ik ga nog afzien in Azië :s! We verblijven in een extreem kitscherig party-hotel, met elke avond een gratis happy hour: 1 uur lang hoofdpijndrankjes van generische merken à volonté!

Miami Beach
Miami Beach

Miami Beach is exact wat ik ervan verwachtte: een place-m’as-tu-vu voor toeristen in gehuurde Ford Mustangs, zwarten met meer gouden dan witte tanden (en dito kettingen), en vrouwen die elkaar de loef trachten af te steken in het spelletje “om ’t er ’t minst stof”. Het is héérlijk amusant om hier gewoon op een terrasje te zitten met een cocktail, en de hele middag mensen te observeren.

IMG_7959

Onze laatste dagen in de USA vullen we met rondlopen in het zonnige Miami Beach met de mooie art-deco gebouwen, lummelen aan het strand, huevos rancheros eten en naar de mensen kijken. Daarnaast beginnen Henk en ik ook een beetje te panikeren over onze onbestaande kennis van het Spaans. Vele mensen spreken hier beter Spaans dan Engels, en in sommige zaken verstaan ze ons zelfs helemáál niet! Hier wordt erg duidelijk dat we nog werk voor de boeg hebben voor we ons verstaanbaar zullen kunnen maken in Zuid-Amerika, want dat men ons Jommekesspaans nietos verstaatos.

Miami Beach
Miami Beach

Op 24 december vertrekken we ’s middags uit Miami Beach, om onze 10u lange vlucht naar Santiago, Chili te halen. Binnen enkele dagen zullen ook mijn mama en tante Annick daar aankomen! Ik heb een plezant nerveus gevoel, de gierende kriebels zijn helemaal terug. Het is tijd voor de tweede grote fase van onze reis: we laten het ‘gemakkelijke’ Noord-Amerika achter ons, en beginnen aan een nieuw avontuur.
Vamos al America del Sur!

#10 Redneck road trip

20 November – 6 December

Met spijt in het hart laten we het zonnige California achter ons, maar we moeten nu eenmaal vertrekken richting Miami, Florida, een 6000-tal kilometer en 4 tijdzones verderop. We zullen zelfs nu al een strak schema moeten opstellen om die afstand te rijden én ook wat leuke dingen te zien onderweg.

In Apache Junction, Arizona kunnen we enkele nachten logeren bij Charley en Bonnie, die we al kamperend in Canada leerden kennen. Terwijl we een dagje in de gietende regen – zeer uitzonderlijk hier – door Arizona rijden, zien we ook de benzineprijzen droppen. Waar we in California nog meer dan 4$/gallon (ongeveer 80 eurocent/liter) betaalden, zien we hier prijzen van 2,80$/gallon (ongeveer 60 eurocent/liter)! Dat ligt aan de lagere taxen, maar ook aan het feit dat we dichterbij de olieproducerende regio’s van New Mexico, Texas en de golf van Mexico komen.

Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona Apache Junction, ArizonaApache Junction, Arizona

Charley en Bonnie wonen quasi naast ‘Mount Superstition’, een redelijk hoge berg in – jawel – rode rots, die we de volgende dag zullen proberen beklimmen – we geraken zelfs bíjna helemaal boven :-)! We worden tijdens onze steile wandeltocht regelmatig ingehaald door groepjes jongeren en families die ons voorbijhuppelen op gewone sportschoenen of sneakers. Waar is dat cliché van de ‘luie Amerikanen’, want hier lopen ze alleszins niet rond?! Maar we hebben nog eens goed gezweet, we ondervinden het aan onze benen en dat voelt wel goed :-). Omdat ik wist dat Charley een Harley Davidson heeft, had ik de dagen ervoor al enkele keren tegen Henk gezegd: “Oh daar zou ik eigenlijk wel eens mee willen meerijden!”. En opeens komt Charley mij halen in tenue, met extra helm en vest. Blijkt dat mijne sloeber dat allang aan hem gevraagd heeft zeker? Ik dus ingeduffeld achterop de Harley, een half uurtje gaan cruisen op een prachtige weg in het nabijgelegen natuurpark. De max :D!

Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona

Na ons vertrek uit Apache Junction begint onze échte tocht naar het oosten. We zullen vanaf nu bij niemand meer kunnen logeren en zullen altijd zelf een slaapplaats moeten betalen, wat uiteraard budgettaire repercussies heeft. We rijden nog wel steeds in de far west, wat we merken aan het landschap – rode rotsen, hoge bergketens en duizenden typische metershoge cactussen – en de vele saloons, maar trekken ook steeds meer naar the south, wat we merken aan… de radiostations. We hebben de compacte keuze tussen country-music of bijbelse donderpreken, wohoow!

Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona

Wat accomodatie betreft, komen we de volgende weken meestal terecht in laaggeprijsde ketens als Days Inn of Super 8: basic motelkamers die met wat geluk ook wel redelijk proper zijn. Maar die eerste nacht buiten Arizona, in het deprimerende stadje Deming, New Mexico, hebben we dat geluk niet. Na wat prijzen gevraagd te hebben in de buurt vinden we een particulier motelletje dat 40$ per nacht – een luttele 30€ is dat – aanrekent. Dat is het goedkoopste dat we ooit gelogeerd hebben!
Spijtig genoeg hebben we ons hier wat blindgestaard op de goedkope prijs. Bij een eerste snelle bezichtiging alvorens ik betaal, lijkt de kamer wat ouderwets en versleten. Daarom zal het zo goedkoop zijn, denk ik, maar een ouder motel hoeft daarom toch niet verwaarloosd of vuil te zijn? Dat was blijkbaar wat hoopvol en naïef van me. Dit is een horrorhotel!

Wanneer we de kamer van dichterbij bekijken, blijkt dat het kamermeisje allesbehalve nauwkeurig is geweest. Naast de versleten staat van de kamer – duffe geur, afbladderende muren, uitrafelende tapis-plein en kapotte matrassen – waar ik nog mee zou kunnen leven, zagen we vlekken (…?) op de lakens, hingen er etensresten op de muur, waren er nog voetsporen op de badkamervloer en lagen er ettelijke dode spinnen in de douche. Goed, we besluiten erdoor te bijten, tot ik Henk opeens hoor zeggen: “Oei, dit is niet goed”. Ik kijk op, en zie een gigantische kakkerlak (zeker 4 cm lang!) over de muur kruipen. Ik stuif naar de lobby en eis meteen een andere kamer. Dat hebben Henk en ik in Amerika echt geleerd: klagen :-)! It pays off!

Onze nieuwe kamer blijkt wel groter, maar in hetzelfde bedje ziek – voetsporen op de muren, haren op de kussens, de badkamer lijkt een nucleaire oorlog overleefd te hebben en de voordeur is duidelijk al een paar keer ingetrapt geweest. Gezellig!
Later op de avond blijkt ook dat er hier veel mensen full-time in het motel wonen. Onze buurman laat een gigantische, onverzorgde hond uit, en lijkt zelf niet veel hygiënischer. Op verschillende vensterbanken staan vazen en “postuurkes” van mensen die zich hier duidelijk al erg thuis voelen.

Deming, New Mexico, maakt geen onvergetelijke indruk. Of misschien wel, doch niet in de positieve zin. Het gezelligste restaurantje dat we vinden is de Pizza Hut, en dat zal niet verbeteren als we de meer zuidelijke staten zullen aandoen. Restaurants – zowel ketens als particuliere zaken – zijn hier veelal ongezellige, met neon verlichte refters, en het eten heeft altijd 4 kenmerken: goedkoop, snel, vettig en véél. Gezellige etablissementen met een fijnere – of zelfs gewoon goede – keuken vind je hier enkel in de grotere, hippere steden zoals Austin en New Orleans, maar daar zal je er ook voor betalen! In deze nietszeggende, onderling inwisselbare stadjes vind je overal hetzelfde: McDonalds, Burger King, Kentucky Fried Chicken, Taco Bell, Denny’s, Sonic, Dairy Queen, Chili’s, Applebee’s,… Allemaal goedkope ketens, met eentonig, minder dan matig eten dat er goed uitziet in de reclame maar naar niets smaakt en meestal superongezond is. In al deze kleine stadjes die we zullen voorbij rijden of waar we zullen blijven slapen, zullen we steeds dezelfde ketens tegenkomen. Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar voor de rest geldt: same sh*t, different town.

New Mexico
New Mexico

Verder valt er in Roswell, behalve het ‘alien-incident’ uit ’47 dat uiteraard volledig uitgemolken wordt, ook weer bitter weinig te zien of te doen. Na wat obligate foto’s met aliens trekken we naar onze laatste stop in New Mexico: de Carlsbad caverns.

Dit grottencomplex, waarin we tot 250 meter onder de grond naar beneden stappen, is toch weer één van de meer indrukwekkende zaken die we al gezien hebben. Hier bevindt zich één van de grootste ondergrondse ‘kamers’ ter wereld, met gigantische stalagtieten en -mieten en ‘bodemloze putten’. De grotten van Han zijn er niets tegen!

Carlsbad caverns, New Mexico
Carlsbad caverns, New Mexico

We rijden Texas – de staat van de oliebaronnen uit ‘Dallas’ – toepasselijk binnen via de honderden kilometers olievelden van de West Texas Oil Fields. Her en der staan er ontelbare boorpompen in het landschap, en tankwagens rijden af en aan.
Die avond denk ik er aan: eigenlijk ken ik wel iemand die in Texas woont! Toen ik een vijftal jaar geleden een zomer lang in een bar werkte aan de kust, was één van de vaste toogklanten een Texaan, die al 10 jaar in Belgie in de Zeebrugse haven werkte. Enkele maanden na mijn vakantiejob verhuisde hij terug naar Texas, en ik denk dat hij in Austin woont. Op goed geluk stuur ik hem een facebook-bericht. Hij is enthousiast, en nodigt Henk en mij zelfs uit om de volgende dag Thanksgiving te komen vieren bij zijn familie in Abilene. Na wat twijfelen – eigenlijk willen we naar Austin, en Abilene is wel wat uren omrijden – beslissen we dat het toch wel plezant kan zijn om eens een typisch ‘thanksgiving dinner‘ mee te maken met een familie Texanen. We watertanden al bij de gedachte aan stuffed turkey en yams!

West Texas Oil Fields
West Texas Oil Fields

Als we de volgende namiddag afspreken met Bill en zijn vriend Andy, krijg ik een wel erg familiaire hug waarbij de vale lucht van drank en sigaretten zich in m’n neusgaten boort. Het is meteen duidelijk dat Bill en Andy al enkele uren (of dagen?) thanks aan het given zijn: de 2 zijn poepeloerezat! Ze zijn oversociaal, giechelig, luid en eerlijk gezegd: erg irritant.
OK, tijd om even te overleggen: blijven we – want zijn ouders rekenen nu op 2 extra mensen voor het diner – of vertrekken we. We besluiten voor dat eerste te kiezen. Dit zal waarschijnlijk nog wel een aparte ervaring worden, dus we besluiten om ons door de avond te laten meevoeren. Eigenlijk vinden Henk en ik het nog wel amusant – en zelfs cultureel interessant 🙂 – om the drunken duo gade te slaan. Maar geen zorgen, geen haar op ons hoofd denkt eraan om met hen in de auto te kruipen!

Onze gastheren willen nog eerst iets gaan drinken, maar in de 2 enige café’s die open zijn op thanksgiving, wordt ons alcohol geweigerd. Nu ja, niet ons, maar onze benevelde metgezellen. In Amerika mogen de bars overduidelijk geïntoxiceerde mensen geen drank meer geven, of ze worden mee verantwoordelijk als die persoon bijvoorbeeld een ongeluk veroorzaakt. Geen drankje dus, maar een leuk voordeel van andermans dronken impulsiviteit is dat we deze nacht blijkbaar wel slaapplaats ter beschikking hebben: omdat ze ons mee willen uit nemen vanavond – dat belooft! – heeft Bill voor ons een hotelkamer gereserveerd. Dat lijkt een meevaller, tot we ons naar het bewuste hotel begeven: het blijkt 1 kamer met 2 queen-bedden. Er wordt dus verwacht dat we bij hen in de kamer slapen, da’s wel minder, maar goed. De koelkast is natuurlijk volledig gevuld met bierblikjes, en Bill en Andy blijven maar shotjes binnenkieperen van het degoutante kaneeldrankje “Fireball”. Met hun schoenen op het bed, bier morsen op het tapijt, binnen roken in de rookvrije kamer,… Dit belooft een lange avond te worden.

 Eindelijk vertrekken we in de vooravond naar het thanksgiving-diner bij Bill’s ouders. Hopelijk is het daar wat gezelliger, en heerst er een feestelijke atmosfeer. Thanksgiving is namelijk één van de belangrijkste feestdagen – zoniet de belangrijkste – in de USA, het zou zelfs kerstmis van de troon gestoten hebben!
Ik hoop dat Henk en ik in onze jeans – zoveel keuze hebben we niet – niet underdressed zijn, maar als we er aankomen blijkt dat niet het geval te zijn, integendeel. Het eerste dat we zien is een wel zeer gezette – zacht uitgedrukt – man, die ons opwacht in zijn trainingsbroek en véél te kort marcelleke. Binnen staat de TV aan, want er is een belangrijke football-match aan de gang, en er is in geen velden of wegen een kalkoen te bespeuren. Blijkbaar eten we thanksgiving-taco’s, miljaar. Het is natuurlijk lief dat wij mee mogen komen voor thanksgiving, daar niet van, maar voor ons is het wel een teleurstelling.
Wanneer ik even met Bill’s vader Barry praat, besef ik dat we in een oerconservatieve, republikeinse familie terecht zijn gekomen – niet geheel onverwacht, want zij zijn met een overgrote meerderheid in Texas. Een van hun thanksgiving-cadeaus was een rol WC-papier met het hoofd van Obama op geprint. Wij geven meestal een bos bloemen ofzo; ’t is eens iets anders. Maar Barry blijkt daarbovenop de uitgever van een extremistische, republikeinse krant: het Vlaams Blok-krantje is een vredelievende oproep tot samenhorigheid in vergelijking met deze gazet! Ik lees enkele exemplaren cursief door en zie indoctrinerende artikels over moslims, het ophemelen van vuurwapens, Obamacare is gelijk aan communisme, Obama is een moslim en is eigenlijk in Kenia geboren, vrouwen die abortus plegen zijn moordenaars en moeten branden in de hel, de bijbel is de enige waarheid,… Alle clichés komen aan bod! Ik zou het nog grappig vinden, moest ik niet beseffen dat dit het wereldbeeld is waar de overgrote meerderheid van deze bevolking rotsvast van overtuigd is. Dit ís de cultuur, dit zíjn de ideeën van de Texaanse middenklasse, zelfs van de jongere generatie! Het lijkt alsof de tijd hier is blijven stilstaan.

Texas
Texas

Omdat het ondertussen al later op de avond is, en we geen zin hebben om nog een hotel te gaan zoeken op één van de drukste avonden van het jaar, blijven we voor de rest van de avond in Abilene, en brengen we die door met Bill en Andy. Onze drinkebroers waren iets ontnuchterd, maar daar komt snel verandering in als we naar een nabijgelegen bar trekken – te voet, gelukkig. Ze bestellen aan de lopende band “Fireball”-shots, en pitchers (grote kannen) cider. Alhoewel Henk ettelijke keren zegt dat hij geen shots moet hebben, krijgt hij ze steeds voor zijn neus geschoteld. We herhalen ook verschillende keren dat wij niét het budget hebben om hier aan 100/uur te zitten drinken, maar Bill stelt ons gerust: “No problem, I’ll take care of everything” en “Andy is super rich” en “I’m a regular here“. Ja, ja, eerst zien en dan geloven, want die Amerikaanse grootpraterij ben ik ook wel grondig beu. Alles is awesome en amazing en ze zijn allemaal de beste in alles, en vooral veel bla-bla-bla. Nou goed, ik overdrijf, maar ik wil een punt maken.

Wanneer de bar sluit – rond een uur of 1 – zijn de 2 mannen weer op een Charlie Sheen-niveau van dronkenschap, en valt er niet normaal meer mee te praten. Als de dienster Bill de rekening van 180$ (!) voorlegt, komt natuurlijk de opmerking: “Oei, ’t is gelijk toch wat veel, kunnen jullie bijleggen?”. Ja wat wil je, met die ontelbare dure shotjes! Maar we leggen natuurlijk eerlijk het geld voor de pitchers die wij hebben besteld.
Terwijl we de 2 alcoholsponzen als onhandelbare kinderen terug mee naar het hotel loodsen, voel ik me erg schuldig dat ik Henk hier heb meegebracht. Maar goed, ik wist het ook echt niet. We hebben regelmatig bij mensen verbleven die we nog nooit eerder hadden ontmoet, en dat is altijd zo goed meegevallen!
Al bij al was het een zéér interessante avond, en we hebben een voorbeeld gekregen van de Texaanse samenleving, van op de eerste rij! Maar nu is het genoeg geweest, we willen gewoon gaan slapen, en de moment dat we wakker worden vertrekken we richting Austin: weg van hier!

 De volgende dag vertrekken we al om 7u als een pijl uit een boog uit Abilene. Een beetje brak, ongewassen en ongekamd, met dezelfde kleren aan als gisteren. We willen zo snel mogelijk terug gewoon op’t gemak met ons tweetjes onderweg zijn. Het doel is om zo snel mogelijk in de buurt van Austin te zijn, daar een slaapplaats te zoeken en ons op te frissen.

Texas
Texas

Maar dat is buiten de wet van Murphy gerekend: Anything that can go wrong, will go wrong. We zijn nog geen half uur onderweg, of er begint een lichtje te branden op het dashboard van de Beetle. Na wat opzoekingswerk blijkt het de bandenspanning te zijn, daar zullen we eens naar moeten kijken. Maar terwijl we verder rijden langs een godverlaten baantje waar we amper een tegenligger zien, is het daar opeens: flop-flop-flop… Platte band! Natuurlijk net vandaag, wanneer we ongewassen en supermoe zo snel mogelijk in Austin willen zijn. Er zit een grote scheur in de band, en Henk vindt een grote, scherpe tang die in het spatbord gekatapulteerd werd; daar zullen we dus over gereden zijn. Abilene keeps on giving! Gelukkig ligt er een reserveband in de koffer, en met wat hulp van een vriendelijke mens die even stopt, zijn we snel weer op de baan, op zoek naar een garage met de juiste band. Dat klinkt gemakkelijker dan het is, want everything’s bigger in Texas, ook de auto’s en de banden! We moeten 150 kilometer, en 3 dorpen, afrijden met onze reserveband eer we een garage vinden die ons – naar Texaanse normen – mini-autootje kan depanneren. Pas in de late namiddag, en 130$ lichter, kunnen we onze rit verderzetten.

Austin, Texas
Austin, Texas
Austin, Texas
Austin, Texas

Austin, de administratieve hoofdstad van Texas, is een democratisch eiland binnen de diepgewortelde republikeinse staat. We blijven hier enkele nachten en merken meteen waarom de bruisende stad meer laid-back is dan de rest van Texas: de straten lopen vol hipsters, we zien overal “keep Austin weird” T-shirts, en het zal ongeveer de enige plaats zijn in deze conservatieve staat waar gaybars floreren. We bezoeken het capitool – een mooi gebouw in ‘witte huis’-stijl – en gaan uit in 6th street, de ‘Overpoort van Austin’ met live-muziek in elk café, maar slechte drank en overal schreeuwerig “Wohooo” en “Yeaaah” geroep. Dat doen Amerikanen blijkbaar echt graag, voor het minste moeten ze eens kunnen roepen :-D!

New Orleans, Louisiana
New Orleans, Louisiana

Na onze doortocht in Austin rijden we door naar New Orleans. Het eerste dat we ervaren als we Louisiana binnenrijden langs de bayous, de moerassige gronden in het zuiden van de VS aan de golf van Mexico, is dat we zonder enige waarschuwing aangevallen worden… door honderden muggen! Buiten is het warm en vochtig, en als we ons raam even opendoen, is dat natuurlijk een perfecte invitatie om ons beetje bij beetje te beginnen opvreten.
Net als in Texas zien we dat de kerken hier een heel grote macht hebben. Baptist, Presbyterian, Lutheran, Catholic… Voor elk wat wils, en daar horen natuurlijk ook grote reclameborden bij: “Jesus saves!”, “God bless America!”, “Keep Christ in Christmas”, en mijn persoonlijke favoriet: “To all our atheist friends; Thank God you’re wrong” :-p.

New Orleans, Louisiana
New Orleans, Louisiana
Bourbon St, New Orleans, Louisiana
Bourbon St, New Orleans, Louisiana

New Orleans is een leuke stad die gezelligheid uitademt, je merkt wel dat de Spanjaarden en Fransen hier gezeten hebben: mooie victoriaanse huizen en veel bloemetjes en ander groen in de straten. We verblijven dan ook in het toeristische “French Quarter”, want eens je het centrum buiten bent verwatert de gezelligheid zienderogen en blijkt de stad zeer verpauperd te zijn.
Spijtig genoeg is ook het eten nog steeds niet om over naar huis te schrijven. We proberen de typische ‘Jambalaya’ en ‘Gumbo’, maar de streekgerechten laten geen verpletterende indruk achter.

Bourbon St, New Orleans, Louisiana
Bourbon St, New Orleans, Louisiana

Dé bekendste feeststraat van New Orleans is Bourbon Street, die iets ‘stouter’ is dan 6th street in Austin gezien de vele cafés aangevuld worden met verschillende stripclubs. De straat is ook vooral beroemd/berucht voor de wilde feesten tijdens “Spring Break” (de Amerikaanse paasvakantie) waarbij meisjes kralenkettingen moeten verzamelen die ze winnen door hun borsten te laten zien op straat. Stay classy, ladies. Voor de rest zo preuts, maar dat kan dan weer wel!

De dagen na New Orleans zijn we full-time on the road, waardoor we in sneltempo door Mississippi en Alabama rijden: we willen zo snel mogelijk in Florida zijn. Enerzijds hebben we gehoord dat er een zware storm op komst is naar deze regionen waar Florida normaal gezien van gespaard zal blijven, en anderzijds moeten we ons wreed beginnen haasten, willen we nog wat van Florida zien voor we onze auto moeten afgeven!

Mississippi
Mississippi
Alabama
Alabama

Want het is het tijd voor onze allerlaatste etappe in de USA! Van Noord-Florida naar het zuiden, richting de Everglades, Key West en tenslotte Miami Beach. We beginnen aan de laatste 2 weken, en de laatste 1500 kilometer!

#9 California dreaming

5 – 21 november

Oké, oké, ik geef het toe, we zijn plooiers. Na nog eens goed nagedacht te hebben over ons ambitieuze idee om van Las Vegas naar Miami te liften, hebben we besloten we om dat niét te doen en toch een auto’tje te huren. De reden is simpel; met de auto reizen is gewoon handiger en – niet onbelangrijk – veel comfortabeler! Nadat vele Amerikanen ons hadden gewezen op het feit dat mensen niet gemakkelijk lifters meenemen in de zuiderse staten was ons enthousiasme al wat bekoeld, en toen we bedachten dat we al liftend weinig onze zin zouden kunnen doen en ook minder van het land zouden zien, was de knoop doorgehakt. A rental car it is!

Mandelay Bay - Las Vegas
Mandelay Bay – Las Vegas
New York, New York - Las Vegas
New York, New York – Las Vegas

Maar eerst moeten we nog 3 dagen in Las Vegas met ons tweetjes overleven. Na ons enkele dagen ingehouden te hebben onder het alziend oog van Henk’s ouders (grapje ;)!), zijn we klaar voor het echte werk. 3 dagen en nachten, gevuld met de dingen die je nu eenmaal in Vegas doet: gambling, partying and maybe a bit of sleeping.

Las Vegas
Las Vegas

We gaan naar vele bekende en minder bekende casino’s, waar we steeds zuinig op de 1 cent-slotmachines spelen en gratis – mits kleine fooi aan de dienster – drankjes drinken. Terwijl we daar onnozel doen en ons amuseren zie ik wel regelmatig mensen komen en gaan die de slotmachines écht serieus nemen; briefjes van 20$, 50$ of 100$, alles verdwijnt in de machine en… komt er natuurlijk niet terug uit. In Vegas mag je van 1 ding zeker zijn: the house always wins! Maar ik moet toegeven dat Henk het op een bepaald moment ook uit mijn hoofd heeft moeten praten om – on a winning streak en vol zelfvertrouwen – “100$ op rood” te zetten :). Ja, Vegas, ’t was toch enorm cool om eens mee te maken! En voor diegenen die het zich zouden afvragen; Henk en ik zijn geen énkel moment in de verleiding gekomen om elkaar in één van de honderden ongezellige, neppe, wedding chapels het jawoord te geven ;).

Na 3 dagen kriebelt het toch terug om on the road te zijn, en ik ben blij dat we ons huurauto’tje gaan halen. Na een zeer goed verkoopspraatje – “hij had veel te veel gel in zijn haar, daaraan herken je de gladde jongens,” aldus Henk – overtuigt de medewerker ons om te upgraden naar een leukere auto. Voor een huurperiode van 5 weken was het ons dat wel waard om een Toyota Yaris of Ford Focus (dé typische basic huurauto’s) in te ruilen voor een oogverblindend mooie, gloednieuwe VW Beetle :D! We zijn beiden euforisch met onze eigen ‘Herbie’, en rijden eerst nog eens  over de strip –  de muziek luid en de ramen open, als echte Johnny’s – voor we de highway oprijden. Next stop: Los Angeles!

Route 66
Route 66
Route 66
Route 66

We plannen onze route naar LA langs enkele van de vele “ghost towns” dat de far west rijk is. Dit zijn oude mijnstadjes die in de loop der jaren leeggelopen zijn, met vervallen huizen, schuren en soms zelfs nog echte mijnschachten als gevolg. We komen langs enkele goed gepreserveerde dorpjes langs de bekende historic Route 66. Verlaten huizen, bars en tankstations, omringd door autowrakken, halfvergaan kinderspeelgoed en verroeste keukentoestellen zijn het bewijs dat hier ooit mensen leefden, dronken en feestten.

Angeles Forest
Angeles Forest
Hollywood Boulevard
Hollywood Boulevard

Gezien we maar 2 dagen in LA zijn, stippelen we een “Best of”-tour uit die ons in sneltempo langs alle bezienswaardigheden van de gigantische stad leidt. Gelukkig hebben we hier een auto, want alles te voet of met het gebrekkige openbaar vervoer moeten doen, zou zeer tijdrovend worden!

Het begint al zéér goed in het ‘Historic Hotel’ in Hollywood. Het is een – naar Amerikaanse normen – oud, statig hotel met hoge plafonds, veel bladgoud en lusters. Onze gezellige en verrassend betaalbare kamer kijkt zelfs uit op het HOLLYWOOD-sign, wohoow :D!

Malibu
Malibu
Santa Monica
Santa Monica

Eerst stappen we richting Hollywood Boulevard, dat volledig aan de verwachtingen voldoet: tourist-palooza met veel souvenirwinkels, en uiteraard de alombekende sterren op het trottoir. Ik doe natuurlijk lustig mee met het zoeken naar een bekende naam, maar dat gebeurt verrassend weinig: van driekwart van de namen heb ik zelfs nog nooit gehóórd!?

Santa Monica
Santa Monica
Santa Monica
Santa Monica

In Malibu valt er weinig te beleven, maar we geven onze ogen de kost bij de ‘bescheiden’ stulpjes die uitgeven op het strand. De Santa Monica pier is, zoals verwacht, ook zeer toeristisch: kraampjes, souvenirshops, een restaurant en zelfs een volledig pretpark. Nee, dan heb ik het meer voor Venice Beach met haar leuke winkeltjes, eetkraampjes, street performers, en het grote aantal bohemers dat hier haar bakermat lijkt te hebben. Op onze laatste ochtend gaan we nog wat gaan rondrijden in Beverly Hills. Na ons wat vergaapt te hebben aan de huizen – soms mooi, vaak lelijk, maar altijd gróót – vinden we een perfect plaatsje met een wijd zicht over de stad om ons Subway-ontbijt te verorberen. Een wijze afsluiter!

Venice Beach
Venice Beach
Beverly Hills
Beverly Hills

De volgende dagen belooft het fantastisch weer te worden, en daar willen we van profiteren om onze tent nog eens uit te halen. We vinden een luxe-kampeer-resort (ja, dat bestaat!) terug richting binnenland, vlakbij Riverside. Als je hier met een RV logeert, kan het nog wel duur worden, maar met ons tentje valt de prijs goed mee – ongeveer dezelfde als voor een crappy motelkamer, en dan slapen we toch minstens even graag in onze tent. We chillen 3 dagen in de zon, en genieten van de zwembaden, jacuzzi, sauna, tennisterreinen, etc. En dat bij 30°C in midden november; gotta love California!

IMG_6839

Toegegeven, momenteel zijn we minder aan het ‘reizen’, en meer aan het genieten. Maar dat hoort er ook bij, toch? Alleszins, dat genieten zal de dagen nadien nog niet veranderen. Na onze not-so-basic kampeertrip zijn we welkom om bij Isabelle en haar familie aan de kust in San Clemente te logeren. Gastvrijheid is duidelijk een kenmerk van de familie Cordemans – in het begin van deze trip heeft haar zus Valerie ons ook geherbergd in Montréal!

San Clemente
San Clemente

San Clemente ligt tussen LA en San Diego, in Orange County. Het doet me denken aan het Amerika uit de TV-series; altijd zonnig, grote en verzorgde huizen, veilige buurten, goede scholen en mooie mensen. Hier worden we met open armen ontvangen door Isabelle en haar Amerikaanse echtgenoot Mark, en hun zestienjarige tweeling Odis en Ezra. Beide zonen surfen, maar wat zou je verwachten met de stille oceaan quasi in je achtertuin?

Ruby's Diner - Dana Point
Ruby’s Diner – Dana Point
Ruby's Diner - Dana Point
Ruby’s Diner – Dana Point

De volgende dagen houden we ons bezig met living the good life: uitslapen, lekker gezond eten chez Isabelle, interessante gesprekken voeren met Mark over de pro’s en contra’s van Amerika, eens naar een optredentje of naar de winebar gaan, een burrito eten in één van de vele Mexicaanse restaurants dat de regio rijk is, struinen langs het strand bij alweer een amazing zonsondergang, … Ik denk dat áls er een plaats is waar we wel zouden kunnen acclimatiseren, het aan de Californische kust is ;)!

San Clemente
San Clemente
San Clemente
San Clemente

Na een klein weekje ongegeneerd genieten in San Clemente, nemen we met pijn in het hart afscheid van Isabelle en co. Als het aan ons lag bleven we nog een maand, maar tegen dan moeten we nu eenmaal onze huurauto afgeven in Miami Beach. We hebben het een beetje uitgesteld, maar vanaf nu begint onze road trip van west naar oost!

Ongelooflijk bedankt Isabelle, Mark, Odis en Ezra voor de goede zorgen en de grenzeloze gastvrijheid!

And thank you California, you’ve been totally awesome!

#8 Best of the West: from Ghent Canyon to Grand Canyon

20 oktober – 5 november

Henk en ik kijken er allebei naar uit om Bien & Sven terug te zien, het is zó leuk dat zijn ouders ons komen bezoeken! Eigenlijk is het de perfecte wereldreis: samen onderweg zijn, goed moeten rekenen en oppassen wat het budget betreft en samen keuzes en beslissingen nemen over wat we – al dan niet – zullen doen, met daarin 2 keer een fantastische adempauze, waarbij we onze familie terugzien en ons even minder zorgen moeten maken over diezelfde keuzes en budget.

Terwijl we inchecken in het hotel in San Francisco, horen we opeens onze namen. Toevallig zijn Bien en Sven op hetzelfde moment toegekomen! Na een helse heenreis (19 uur onderweg, problemen met de zitplaatsen op het vliegtuig, en op de koop toe staakt het openbaar vervoer vandaag in San Francisco) beslissen zij een welverdiend jetlag-dutje te doen de rest van de avond, en gaan Henk en ik de buurt al wat verkennen.

IMG_5950
San Francisco

Het eerste Amerikaans ontbijt van Bien en Sven is er – hoe kan het ook anders – eentje in de McDonalds: een Egg McMuffin, aka een omelet met kaas op een hamburgerbroodje. Ik had het ook nog nooit geproefd, maar het is lekkerder dan het klinkt!
Omdat het deze voormiddag wat mistig is (typisch voor San Francisco) gaan we eerst… shoppen! Sven, die vooral voor de nationale parken en de natuur is gekomen, vindt het allemaal best, “want daar moet je naar Amerika voor komen hé, om te winkelen” ;). Maar de kleding is hier wel effectief stukken goedkoper, en omdat Bien ze mee kan nemen naar huis, kopen Henk en ik enkele Levi’s broeken die hier nog niet de helft kosten van in Belgie. De zon komt erdoor, en na de shopping-spree bezoeken we Chinatown, en lunchen we nogmaals in het lekkere restaurantje waar Henk en ik al 2 keer hebben voorgeproefd. We stappen het hele stadcentrum door – berg op, berg af – richting Fisherman’s Wharf, waar onze zeil-liefhebbers de mooie historische boten bewonderen, en natuurlijk houden we ook halt bij de zeeleuwen. Zo grappig dat die zijn, ik zou er echt uren naar kunnen kijken :)! ’s Avonds doen we aan fine dining, in het mooiste – en minst Amerikaanse – restaurant dat we deze vakantie zullen aandoen. Het noemt “1760” op Polk street, en is een echte aanrader: een mooie smaakvolle inrichting, fijne Europese keuken en Belgische biertjes – we drinken een Bavik – op de kaart. Ze serveren kleine gerechtjes, die je tapa-style moet delen met je tafelgenoten. Very pricy, maar wel SUPERlekker!

San Francisco
San Francisco

Op dag 2 van ons bezoek aan San Fran stappen we richting andere delen van de stad: van Japantown, met een overvloed aan sushi-restaurants en winkels vol snuisterijen, tot de ‘Painted Ladies’-huizen, die eigenlijk even mooi en speciaal zijn als alle andere huizen in die buurt. Erna richting de hippie-buurt aan de straten Haight & Ashbury, met de talrijke smoke shops, winkels met lelijke hippie-kleren (gebatikte T-shirts enzo: ieeuw!), en gelukkig ook gezonde restaurantjes waar we kunnen lunchen. Mijn eerste hartige pannenkoek ever is alvast een succes, yummie! In de stralende zon stappen we verder richting het holebi-district bij uitstek: “Castro”. Een grote wapperende regenboogvlag geeft aan dat we er gearriveerd zijn, en ook de namen van de winkels en restaurants kunnen erg dubieus opgevat worden: “Moby Dick”, “The Sausage Factory”, “Rock Hard”,… 😉

Yosemite National Park
Yosemite National Park

De volgende dag hebben we een lange rit voor de boeg langs highway 1 en ‘Big Sur’ ten zuiden van San Francisco (de mooie, steile, rotsige kust die Henk en ik al kennen van tijdens het liften, maar die er niet minder impressionant om wordt), om dan verder te rijden naar de “Tenaya Lodge”, onze verblijfplaats aan de rand van het Yosemite National Park met eigen restaurants, zwembad en jacuzzi. We genieten van de faciliteiten en, toegegeven, ook van het feit dat we met Bien en Sven op reis zijn en dus eens een lekkere steak kunnen bestellen op restaurant. Dat zal ook niet de laatste keer zijn in de volgende weken, want als er iéts culinairs is waar de Amerikanen goed in zijn dan is het barbecuen! Als we ’s avonds met ons 2 in de hot tub zitten worden we natuurlijk weer aangesproken door een tipsy Amerikaan en zijn botox-vrouw (of is het minnares?) die vraagt waar we vandaan komen, ons verhaal wil horen, en vervolgens uiteraard ook meteen het zijne wil doen. Gewoon eens rustig, op het gemak in de jacuzzi zitten met uw lief, dat kennen die mannen hier dus niet hé, altijd moeten ze tegen een vreemde beginnen babbelen! Als hij vraagt of we enkele tips willen over wat we ‘zéker moeten doen’ onderweg, blokt Henk dat snel af met een droge ‘Nah, thanks’. Damn, zijn we dan toch stugge Vlamingen?

Yosemite National Park
Yosemite National Park

Yosemite is een zeer veelzijdig park; we stappen langs eeuwenoude, superbrede sequoia’s, stoppen bij het ‘glacier point’ waar je goed kan zien hoe een immense gletsjer tijdens de ijstijd het het park gevormd heeft, rijden langs ‘El Capitan’ (in het Nederlands: ‘Den Tom Waes’) en lunchen in een statig hotel uit de jaren ’20 in het midden van het park. De loofbomen zijn al in herfst-modus, en kleuren rood, geel en oranje. Sven vindt het allemaal fantastisch, prachtig, hij zal zelfs meermaals durven zeggen: ‘magnifiek’ :)!

Yosemite National Park
Yosemite National Park

Na een overnachting in skigebied ‘Mamoth Lakes’, waar het ’s nachts al vriest, gaan we naar het ander uiterste: in Death Valley, 300 km verderop, zal het vandaag 35°C zijn! We hebben gelukkig 2 dagen om dit nationale park te bezoeken, zodat we vandaag al in de vroege namiddag aankomen in ‘Stovepipe Wells’ – een nederzetting in Far West-stijl in het midden van het park, dat slechts bestaat uit 4 gebouwen: ons hotel, een saloon, een general store en een tankstation – en nog wat op’t gemak van de hete zon en het zwembad kunnen genieten. Na het avondeten in de saloon (veel keuze hadden we niet) rijden we enkele kilometers verder tot het werkelijk pikdonker is, en bewonderen we de felle sterrenhemel. W.A.U.W!

Death Valley
Death Valley

De volgende ochtend is het alweer vroeg dag (iets té vroeg naar Henk en mijn zin) en worden we gewekt om de rest van Death Valley te bezoeken, en erna door te rijden naar Las Vegas. Het is toch soms een uitdaging voor Henk en mij, om als overtuigde (en trotse!) avondmensen altijd even fris en monter te zijn als Bien en Sven, de consequente ochtendmensen van ons gezelschap.
Van Death Valley blijft vooral de wijdse zoutvlakte me bij, waar we amper een andere toerist zien (en dat is zeer uitzonderlijk, zegt Henk, die een deel van deze tour van de nationale parken al eens gedaan heeft en dus kan vergelijken), en de uitgestrekte badlands die gelijken op een wirwar van grote zandduinen.

Death Valley: sand dunes
Death Valley: sand dunes
Death Valley: zoutvlakte
Death Valley: zoutvlakte

Enkele uurtjes later rijden we Las Vegas binnen, en zelfs bij daglicht is de Las Vegas Boulevard, aka de Strip, wat ik er van verwacht had: groot, groter, grootst! We passeren New York, de pyramide van Luxor, Paris, Ceasar’s Palace, het Bellagio, The Mirage,… Alle namen die ik enkel uit de films ken.
Na room service besteld te hebben – gelijk de echten – wagen we ons op de Strip. Het is zaterdagavond en de zotte/zatte mensen zijn overweldigend, evenals de lichtjes, de kleurtjes en alle kitsch die je je kan voorstellen. Overal is er wel iéts aan de hand: mensen met gekke outfits, bruidjes en bruidegoms, straatdansers, Elvis, Michael Jackson,… Een absolute traktatie voor mijn snel afgeleid – volgens Henk lichtelijk naar ADHD neigend – karakter :)! We kijken naar de bekende fonteinenshow van het Bellagio, gaan naar een electro-swing optreden in het Cosmopolitan, en verbazen ons aan de gondolas die op de 2de (!) verdieping van het Venetian in een kanaal rondvaren. Wanneer Bien en Sven terug naar het hotel gaan, willen Henk en ik nog eventjes op de 1 cent-slotmachines spelen in Bally’s, en wat hij me zei over de casino’s is dus echt waar: overal krijg je gratis drank terwijl je aan het spelen bent! Cola’s, pintjes, longdrinks, cocktails, … maakt niet uit, je moet enkel de serveerster een kleine fooi geven. Met onze enkele dollars kunnen we zo enkele uren spelen, drinken, en uiteindelijk zelfs met 8,5$ winst naar huis gaan ;)! Who ever said Vegas was expensive? Ondertussen worden we nog aangesproken door jonge twintigers Blake en Brittaney – net 21 geworden, dus net legaal om te drinken, en dat zie je eraan. Zij zijn er van overtuigd dat Henk een zekere Blake Shelton is, een superberoemde en ons totaal onbekende countryster, en willen een foto met hem voor op facebook :D!

Grand Canyon
Grand Canyon

Na een schamele nachtrust van een uur of 4 en een top-ontbijtje (eggs benedict!) in het hotel vertrekken we richting Grand Canyon, waar we een voor zonsondergang aankomen. We besluiten om nog snel een kijkje te gaan nemen, want Grand Canyon tijdens het ‘golden hour’, dat moet toch de moeite zijn. En of dat zo is! ’t Is onmogelijk te omschrijven; de grootsheid, die ongelooflijke diepte (1800m), en die bruinrode kleur van de rotsen die nog feller uitkomt in de gloed van het dalende zonlicht. We zijn voor eventjes sprakeloos. En daarna vindt Sven het uiteraard ‘magnifiek’ :).

Grand Canyon
Grand Canyon
Grand Canyon
Grand Canyon

Spijtig genoeg valt voor het eerst ons hotel, de Best Western in Tusayan, wat tegen. Het is een echte ‘fabriek’; een veredeld, en niet al te proper, motel met onvriendelijk personeel. Het probleem met zulke hotels is dat ze – gezien hun locatie – altijd volzet zijn, en ze kunnen het zich veroorloven om niet 100% in orde te zijn. Maar gelukkig maakt Grand Canyon zeer veel goed. Het is de dag erna zonnig weer, waardoor we een lange wandeling kunnen maken en de vele viewpoints langs de route kunnen bewonderen.

Canyon De Chelly
Canyon De Chelly

Het volgende park dat op onze route ligt, is Canyon De Chelly. Ik, en zelfs Henk, had er nog nooit van gehoord, en ik vraag me dan ook af of het wel zo impressionant zal kunnen zijn als Grand Canyon. Het regent pijpestelen tijdens onze rit, en ons hotel ligt in het ongezellige, mistroostige dorp ‘Chinle’ in het indianenreservaat van de Navajo-stam. Net als in Canada zijn de indianenreservaten troosteloze regio’s; het zijn de slechtste, meest armzalige stukken land, en de dorpjes zijn een warboel van onverzorgde, rommelige huizen. Het enige wat niet ontbreekt in de reservaten is de aanwezigheid van alle soorten fastfoodketens, en dat zie je aan de vele native American dikkerds. De canyon zelf blijkt gelukkig wel mooi. Het is een kleine kloof, in diezelfde rode rotsen die typerend zijn voor de regio, waar vroeger Navajo en Hopi-indianen in woonden. Zoals we onderweg ook al enkele keren gezien hadden, staan ook hier indianen met hun koopwaar: juweeltjes, dromenvangers, tapijtjes, schilderwerk, etc. Als je erover nadenkt is dat eigenlijk wel erg; 200 jaar geleden zijn die mensen onderdrukt en buitengekegeld uit hun eigen land – ze kregen wel reservaten, maar zoals ik al zei zijn dat de meest onherbergzame, mistroostige stukken land – en moeten ze meedraaien in een economisch systeem waar ze nooit om gevraagd hebben, door hun eigen goederen wat te verkopen aan toeristen. Meer dan de helft van de indianen zijn laaggeschoold en leven in armoede, en alcohol is in heel het reservaat verboden. Ik meen me inderdaad te herinneren, o.a. uit de Lucky Luke-strips, dat indianen nogal kwistig met dat ‘vuurwater’ – een vergiftigd geschenk van de blanken – konden omgaan, en er aan verslaafd werden. Henk weet me trouwens ook te zeggen dat zij op hun buurt de blanken hebben leren roken, want voor die tijd bestond tabak niet in onze contreien.

IMG_6399
Monument Valley
Monument Valley
Monument Valley

In de namiddag breekt de zon door, wat goed uitkomt want we komen net aan in Monument Valley. Grote, rode rotsen – alweer – maar in volledig andere maten en vormen, gelegen in een woestijnlandschap. Zeer mooi, zeker in de zon, en Henk en Sven stoppen niet met foto’s nemen!

Monument Valley
Monument Valley

’s Avonds logeren we in Moab, Utah, om de volgende dag Arches National Park te bezoeken. En dat bestaat vooral uit… rotsen! En je zal nooit raden in welke kleur: rood! In dit park zijn de gesteenten uitgesleten in de vorm van grote bogen. Het is mooi en ik kan er zeker van genieten, maar ik snap Bien ook wel, die het allemaal wat eentonig begint te vinden.

Arches National Park
Arches National Park
Arches National Park
Arches National Park

Al bij al zijn Bien en Sven niet echt lyrisch over de USA: de natuur is mooi, maar zoals verwacht ben je voor wat meer stijl en klasse, of fijne en gezondere keuken, beter af in Europa. Sven zegt zelfs dat hij zijn beeld over de almachtige Verenigde Staten heeft moeten bijstellen, want slechts een klein deel van de bevolking leeft in die ‘American Dream’ die ze zo graag over zichzelf ophangen. Voor de rest zie je hier ook veel sukkelaars, dikkerds en gewoon regelrecht ‘mensen zonder stijl’ (dixit Bien). Zelfs Henk, die altijd een beetje met de USA dweepte, heeft de voorbije maanden zijn mening herzien. En ik, ik geniet volop van deze reis en van de ‘cultuurshock’, maar ik zou hier sowieso niet permanent aarden, denk ik. Iets te veel mensen die enkel zichzelf graag horen praten ;).

Bryce Canyon
Bryce Canyon

Onze laatste stop van deze tour, voor we terug naar eindpunt Vegas gaan, is Bryce Canyon. Als we  aankomen, blijkt ook dat het hier al wreed veel gesneeuwd heeft; alles is wit en het is vriezend koud! Het maakt dan ook dat we snel-snel op enkele uurtjes door het park rijden, dat wel mooi is, daar niet van: hoge, smalle – surprise – rode ‘spider rocks’ met sneeuw erop. Nee, dan liever het Zion National Park, dat we die namiddag bezoeken en waar het al meteen 20°C warmer is! We zien er eindelijk terug wat meer loofbomen, en een overvloed aan beestjes: vossen, hertjes, eekhoorns…

Las Vegas - Stratosphere
Las Vegas – Stratosphere
Las Vegas - Stratosphere
Las Vegas – Stratosphere

Terug in Vegas aangekomen is het bijna tijd om afscheid te nemen van Bien en Sven, maar gelukkig sluiten we onze reis tesamen nog af met een absolute TOPPER: Dinner in the Stratosphere! Een lekker etentje op de 300 meter hoge toren met uitzicht over de stad, die elke 80 minuten volledig ronddraait. De perfecte afsluiter van een geweldige 2 weken, waarbij Henk en ik op een heel andere (lees: luxueuzere) manier hebben kunnen reizen, en zoveel moois hebben kunnen zien op korte tijd.

Enorm bedankt Bien en Sven, voor de mooie reis. We vonden het heel leuk om met jullie op stap te zijn!

#7 Hitchhiking the Pacific coast

5 – 19 oktober

We starten ons hitchhike-avontuur in het slapende dorpje Tillamook, in het noorden van de kust van Oregon. Binnen 14 dagen hebben we afgesproken in San Francisco met Bien en Sven, dus we hebben 2 weken om via highway 101 en 1 een dikke 1000 kilometer te liften. Dat lijkt me tijd genoeg, maar ‘k ben toch eens benieuwd hoe dat zal gaan! Het is prachtig weer op deze zaterdagochtend, en ik hou ons bordje “SOUTH – Every mile helps :)” omhoog terwijl Henk enkele meters achter mij z’n duim opsteekt. Een hartje op de I en de smiley erachter maken ons bordje toch wat aantrekkelijk, and it’s all about the image, nietwaar ;)? Ik heb er eerlijk gezegd wel wat schrik voor: wie gaat er ons meenemen? Gaan dat niet enkel weirdo’s zijn? Zoals het uberhaupt eigenlijk ook enkel weirdo’s zijn die liften…? Na een half uurtje worden we opgepikt voor onze eerste ride. Dat blijkt het langste te zijn dat we dit weekend zulllen moeten wachten op een lift, en in 3 dagen tijd zullen we al 800 kilometer afleggen! Als het zo blijft duren, gaan we gewoon veel te vroeg in San Francisco zijn :o!

IMG_5372

IMG_5400
The Oregon coast

We ontmoeten naast een enkele weirdo – een Irak-veteraan die een vreemd verhaal ophangt over hoe hij zijn geheugen kwijt is geraakt, en wiens auto in Belgie nooit van z’n leven nog door de keuring zou geraken – vooral supervriendelijke en sociale mensen. Maar anders neem je natuurlijk ook geen lifters mee, I guess. Josh en Aimee bijvoorbeeld, een koppel dertigers uit South Carolina – ze drukken er op dat ze géén rednecks zijn – die een road trip maken, en met hen kunnen we een heel stuk meerijden langs de prachtige, rotsige, wilde kust van Oregon. Zij willen gelukkig ook enkele keren stoppen bij de fotogenieke vergezichten, en we komen met hen nog op een wijnproeverijtje terecht. Toppie! Of Jessica, een hippie-meisje uit Portland met dreadlocks tot op haar achterste, met wie we mee mogen cruisen in haar 23 jaar oude krak van een Volvo, met Red Hot Chili Peppers op het hoogste volume. En Dan, een visser die in Oregon werkt en na een week voltijds op zee geweest te zijn in zijn truck terug naar zijn huis in California keert. Zoals ik al zei worden we altijd redelijk snel opgepikt, maar als je bekijkt wie onze concurrentie is, is dat niet moeilijk. De enige andere lifters zien er erg onverzord (lees: dakloos) uit, met meestal een lekker lange baard, vieze kleren en dito rugzak, en soms als kers op de taart een vlooienhond erbij. Om mensen nog sneller te overtuigen om ons mee te nemen, maakt Henk nog een extra bordje: “We shower“! 😉

Brookings
Brookings
Brookings
Brookings

We overnachten ondertussen in de dorpjes Yachats en Brookings aan de kust van Oregon. Veel valt hier niet te beleven, maar beiden hebben ze 1 ding gemeen: een prachtige zonsondergang aan de stille oceaan, waar we elke avond volop van genieten! Op de derde liftdag worden we opgepikt door een kerel met een Texaanse nummerplaat. Kyle blijkt ook op road trip; zijn doel is om alle Amerikaanse staten gezien te hebben, en vandaag gaat hij richting California. Het leuke aan het feit dat Kyle ook aan het reizen is, is dat hij ondertussen ook wat wil bezichtigen. Zo rijden we samen langs de “Avenue of the giants”, een heerlijke weg tussen de redwoods: een bos van superbrede en megahoge bomen – familie van de sequoia – met een roodbruine schors, die zo’n 100 meter hoog, 5 meter breed en 2000 jaar oud kunnen worden! Na 300 kilometer in de wagen met Kyle, en alweer een mooie sunset aan de kust van Noord-California, komen we aan in het stadje Fort Bragg (langs highway 1). Na hier een nachtje geslapen te hebben besluiten we om hier nog een paar extra nachten te blijven. Daarna verlengen we ons verblijf nóg eens, en uiteindelijk zullen we hier een  hele week chillen aan de kust. Het is hier elke dag zonnig en warm, en we hebben een keukentje en cable TV op de kamer. Perfect om een weekje relatief budgetvriendelijk te relaxen – gezien we veel te snel aan het reizen zijn naar San Fran. What more could you wish for ;-)?

Redwoods
Redwoods
Glass Beach
Glass Beach

Dé grote attractie in Fort Bragg is  Glass Beach, een strandje onder de kliffen op 5 minuten wandelen van het motel, en is een typisch voorbeeld van het Amerikaanse much ado about nothing. Het ontleent haar naam aan de kleurige glazen steentjes die je in het zand vindt, en die schitteren in het zonlicht. Het achterliggend verhaal is echter minder romantisch: het glas ligt er omdat de inwoners de plaats vroeger gebruikten als vuilnisbelt. Al het huishoudafval, flessen, oud ijzer en zelfs volledige auto’s werden van de jaren ’40 tot de jaren ’70 van de kliffen geworpen. Toen werd het dump opgeruimd, maar de glasscherven zijn blijven liggen en in de loop der jaren door de golven gladgestreken tot afgeronde steentjes. Al bij al is het strandje wel een mooie plaats om – wat dacht je anders – van de zonsondergang te genieten, en Henk en ik maken er verschillende wandelingen langs de mooie Californische kust. Echt waar, weeral gaan stappen! Uit vrije wil! Mijn vijftienjarige zelf zou me nooit geloven :-).

Na een weekje relaxen in Fort Bragg wordt het tijd om terug aan San Francisco te denken. We hebben nog 5 dagen om er te geraken, en ook nu verloopt het liften langs highway 1 zeer vlotjes. Eén van onze rides zet ons af aan een ongerept stukje strand: Navarro Beach – een sublieme desolate plek waar we een middagje gelukzalig vertoeven. We hebben eigenlijk superveel zin om hier ons tentje nog eens op te zetten, maar ons gebrek aan eten en drinkwater dwingt ons tegen de avond terug naar de hoofdweg te stappen, verder te liften en elders een slaapplaats te zoeken. |
De volgende dag is meteen ook de laatste on the road, en de laatste lift die we krijgen is er één die we niet snel gaan vergeten. We worden in Bodega Bay – de plaats waar Alfred Hitchcock’s “The Birds” is opgenomen – opgepikt door Jordy, een jonge gast in een BMW cabrio. “You guys don’t mind speed?” vraagt hij, en stoer zeggen we “Off course not”. Hij is meteen ook de eerste Amerikaan die we hier tegenkomen die met versnellingen kan rijden, en dat zullen we geweten hebben! Hij kent deze weg als zijn broekzak en blijkbaar is highway 1 een perfecte weg voor wannabe-rallypiloten, want we sjezen aan een onverantwoordelijke snelheid met gierende banden door de bochten. We houden elkaars hand stevig vast, maar genieten ook wel van de snelheid, de wind, de zon op onze gezichten en het zicht op de kust. Als we onder de staalblauwe hemel met open dak via de Golden Gate Bridge de stad binnenrijden, kan ons geluk niet op; wat een chansaars zijn we weer!

Navarro Beach
Navarro Beach
Baker Beach
Baker Beach

Eens aangekomen in het centrum nemen we afscheid van Jordy en gaan we op zoek naar betaalbare accomodatie voor de volgende nachten, maar dat blijkt geen sinecure in San Francisco. Bijna alles is volgeboekt, en wat overblijft is exuberant duur. Damn! Na wat zoeken vinden we nog een hostel in het centrum dat nog plaats heeft, maar we slapen wel in een bekrompen dorm met 8 anderen, en de hostel ligt aan de rand van de sleazy Tenderloin-buurt. Henk en ik beseffen dat we zeer verwend zijn geweest de voorbije weken, met onze overnachtingen in de motelletjes aan de kust, maar ik zie er absoluut geen graten in om toe te geven dat we liever op ons gemak zitten dan op een slaapzaal met 8 stinkerds ;)!
De volgende dagen proberen we nog niet te veel sightseeing te doen, kwestie van nog wat over te houden voor wanneer Bien en Sven hier aankomen. We gaan een dag naar Baker Beach, met een mooi zicht op de Golden Gate bridge (als er geen mist is tenminste) en op de scholen dolfijnen die van de San Francisco Bay de open zee in zwemmen. We hebben al een favoriet restaurantje in – duh – Chinatown, en maken tijdens ons gewoonlijke stapje door de stad kennis met de bekende steile hellingen in San Francisco!

Vanaf zondag wordt het een heel andere manier van reizen; op een dikke 2 weken tijd zullen we met ons 4 een grote afstand afleggen, in mooie hotels verblijven en enorm veel zien. Ik kijk vooral uit naar de Grand Canyon, omdat ik denk dat het nog immenser zal zijn dan ik me kan voorstellen, en de vele andere nationale parken die we gaan bezoeken. En in Las Vegas verwacht ik me aan een aanslag op onze zintuigen, en de decadentie en kitsch die ik me er bij voorstel lijkt me super om eens in onder te dompelen. We kijken er naar uit!