Maandelijks archief: april 2014

#21 Zuid-Thailand: Hoeren, handdoekenleggers… en het paradijs.

 

14 april – 1 mei

Hello Phuket, het naughty Blankenberge van Thailand! Of tenminste, dat is mijn verwachting ervan, na vele verhalen gehoord en gelezen te hebben over de overvloed aan scheeuwerige bars, tourist traps en het welig tierende sektoerisme. Nadat we aan het vliegveld eerst weer tientallen taxichauffeurs negeren die bij hoog en laag beweren dat de lokale bussen niet rijden en dat ze een ‘special price‘ hebben voor ons, nemen we de lokale bus die uiteraard wel rijdt – nooit van mijn leven vertrouw ik nog een taxichauffeur – naar Phuket ‘Old Town’. Groot is onze verbazing als we aankomen in een rustig stadje met weinig toerisme, goedkope massagesalons, een heerlijke lokale food market, en goed logement voor weinig geld. Ik bezoek er mijn eerste Boeddhistische tempel en ben meteen weg van de explosie van felle kleurtjes en goudverf. Dat belooft voor Bangkok!

Phuket
Phuket Old Town
Patong
Patong

Het schiereiland Phuket mag niet veralgemeend worden met de overbevolkte badplaats Patong Beach waar we de volgende avond uit nieuwsgierigheid het clichébeeld eens aan den lijve willen ondervinden. Patong verwelkomt ons zoals verwacht met opzichtige neonlichten, luide bars, en het aanzicht van knappe jonge Thaise vrouwen (of ladyboys, dat weet je nooit zeker) die flirterig ingestudeerde Engelse woordjes fluisteren in de roodverbrande oren van gretige westerlingen van alle leeftijden.

IMG_3441

IMG_3480
Patong

Op de ‘strip’ worden we uiteraard om de haverklap door tientallen ronselaars aangesproken. Of we op de foto willen met een aapje, of een leguaan? “Ping Pong Show, sir?”, of gewoon een drankje “2 for 1, only for you!”? We kijken enerzijds onze ogen uit en ergeren ons anderzijds te pletter in dit oord van verderf, deze broeihaard van vulgariteit!

IMG_3482

Patong
Patong

Na onszelf voor enkele euro’s getrakteerd te hebben op een voetmassage, besluiten we onder het motto ‘nu we hier toch zijn’ binnen te stappen bij zo’n befaamde ‘Ping Pong Show’: een performance van vrouwen die speciale goocheltrucjes uitvoeren, met net dat tikkeltje meer (of net minder – kleren bedoel ik dan). Ik weet niet of het effectief de bedoeling is om opwindend over te komen, maar het is eerder een lachwekkende curiositeit. Lezers wiens interesse gewekt is: google it ;).

IMG_3541

Patong
Patong

We sluiten af met een bezoekje aan de homo-buurt, waar fantastisch uitziende travestieten een playbackshow opvoeren, en wiens achtergronddansers de gezichtjes en lichaamsbouw hebben van dertienjarige jongens. De westerse mannen cirkelen er begerig rond. Terugkeren naar Phuket doen we in een volledig gepimpt taxibusje met felle lichten en oorverdovende muziek, perfect de sfeer van Patong samenvattend.

Lady(boy) Gaga
Lady(boy) Gaga

Volgende stop: Koh Phi Phi, omdat je er nu eenmaal niet omheen kan, en omdat ik het eigenlijk toch ook eens gezien wil hebben – Henk is hier enkele jaren geleden al eens geweest. De Phi Phi Islands zijn dé toeristische trekpleister van Thailand. Iedereen wil hier geweest zijn, zéker sinds hier 15 jaar geleden “The Beach” met Leonardo DiCaprio werd gefilmd.
De ergernis begint al op de ferry, die ons met honderden tegelijk van Phuket naar Phi Phi Don, het grootste eiland, brengt. Jonge gezinnen met kleine kinderen, doorsnee koppels van middelbare leeftijd en véél party-backpackers. De show wordt tijdens de 2 uur durende vaart gestolen door enkele Duitse johnny’s – diamanten oorbellen, een getatoeëerde draak van de nek tot bilspleet, je weet wel wat ik bedoel – die elk 7 pinten opslokken en alsmaar luider en irritanter worden. Alle alleenreizende vrouwen moeten geloven aan hun aanstellerige paringsdans.

IMG_3589

Pimped out, chromed out Patong taxi
Pimped out, chromed out Patong taxi

Aanmeren aan de pier van Koh Phi Phi Don doet de irritaties niet afnemen, integendeel. Eerst moeten honderden mensen tegelijkertijd hun zakken proberen te pakken te krijgen, die tijdens de tocht allemaal op, over en onder elkaar gesmeten lagen, achteraan het dek. Het resultaat: een opstopping met een geduw en getrek van jewelste. En dat bij 35°C, lekker gezellig! Eens op de pier, nog steeds te midden van de mensenmassa – proberen de ronselaars elkaar uit volle borst te overstemmen om tours of accomodaties te verkopen.

Phi Phi-people
Phi Phi-people
Koh Phi Phi
Koh Phi Phi

Gelukkig komen we terecht in een superleuk hotel (onze kamer is een boomhut!), want voor de rest valt Koh Phi Phi erg tegen. Dit mooie eiland is de laatste jaren helemaal uit zijn voegen gebarsten, inclusief een ‘promenade’ waar belabberde, té dure pizza-, hamburger- en bain-marie-restaurants, massagesalons, souvenirsshops, discotheken en ontelbaar veel touroperators bij elkaar gepropt zijn. Je kan evengoed in Benidorm zitten!

IMG_3606

Koh Phi Phi
Koh Phi Phi

Onze opties zijn: met z’n allen op een klein stukje strand gaan liggen – en om een strandstoel strijden met de handdoekenleggers die hun plaatsje de hele dag bezet houden – of een overbevolkte excursie boeken naar Koh Phi Phi Leh, maar als we al die boten heel de dag heen en weer zien tuffen om telkens een nieuwe lading toeristen op te laden, hebben we daar niet veel zin meer in. In plaats daarvan genieten van het mooie uitzicht – het blijft natuurlijk wel een mooie omgeving – op ons heerlijk terras. Conclusie: uit ervaring weten we ondertussen dat er aan mooie eilanden geen gebrek is in Zuid-Oost-Azië, je hoeft er dus niet noodzakelijk voor naar Koh Phi Phi te komen.

On the road...uh, sea to Krabi
On the road…uh, sea to Krabi

Hierna reizen we via Krabi aan de oostkust door naar Surat Thani aan de westkust, met als doel Ko Tao, Ko Samui of Ko Pha-gnan. Als we echter op de bus zitten tussen de luidruchtig kakelende en giechelende pubers, allemaal onderweg naar één van deze party-eilanden, besluiten we om dat plan – weer eens – helemaal om te gooien :)!

IMG_3670

Hippies @ Koh Phayam
Hippies @ Koh Phayam

Na wat opzoekingswerk blijkt dat we best terúg naar de oostkust gaan, naar het exotische, paradijslijke eilandje Koh Phayam, dat niet uitgebreid in de onze Lonely Planet vermeld wordt, en op internet staat beschreven als ‘Koh Samui, maar dan 25 jaar geleden’. Tijdens de ferry-tocht vanuit Ranong, waarbij we slechts een tiental andere toeristen tegenkomen, voel ik de ergernis en de drukte van de voorbije week wegebben.

IMG_3709

Koh Phayam
Koh Phayam

Ons gevoel heeft ons niet bedrogen, Koh Phayam is de max! Het seizoen loopt hier op zijn einde omdat binnen enkele weken de monsoon-periode begint, en er zijn amper nog toeristen die de overtocht maken. We huren een proper en gezellig hutje op het strand voor 11€, bestellen elke dag verse fruitshakes of kokosnoten die rechtstreeks van de boom worden geplukt, en heerlijke gerechtjes die de Birmese kok uit haar rudimentaire keukentje tovert. Ja, we hebben weer een paradijsje gevonden!

IMG_3723

Koh Phayam
Koh Phayam

Wat er wel bijhoort, bij zo’n hutje in het paradijs, is elke keer als ik de badkamerdeur opentrek de vraag wat er nú weer achter zal zitten. Enkele schattige geckos? Een mot van 10cm lang? Of zo’n gigantische wesp, of een schorpioen, óf een grote hagedis, die zich uit de voeten maakt zodra hij je ziet? Aan de onvermijdelijke kakkerlakken ben ik ondertussen al gewend (proper of niet, die zitten overal). Het enige dat ondertussen wat begint tegen te steken zijn de vele bijtgrage insecten. Naast de alombekende muggen, zijn er ook vele andere kapers op de kust. En de irritantste zijn de ‘no-see-ums’. Want je ziet ze dus écht niet! De beestjes zijn niet veel groter dan een zandkorrel, maar ze laten grote, rode, jeukende plekken achter na ze gestoken hebben.

IMG_3793

Koh Phayam
Koh Phayam

Deze voorbije week is in één langgerekte roes voorbij gevlogen, een roes van extreme gelukzaligheid, van terugblikken op onze reis, van onevenaarbare vrijheid, van leven als koningen in het paradijs des overvloeds. We dachten 3 dagen te blijven, het werden er 10.

Bangkok, het zal weer iets heel anders worden!

 

#20 Malaysia – ماليزيا

 27 maart – 13 april

Net als onze vlucht naar Manila, loopt ook ons vertrek naar Maleisië niet van een leien dakje, maar deze keer is dat geheel onze eigen schuld! Iets na 22u komt onze vlucht uit Puerto Princesa aan in Manila, en omdat de volgende vlucht naar Kuala Lumpur hier de volgende ochtend al om 7u vertrekt, hadden we reeds besloten dat het te omslachtig en duur zou worden om nog voor die enkele uurtjes naar een hotel buiten de luchthaven te gaan. We zitten dus de hele nacht op ons gemak in terminal 3, met een uur of 7 te doden voor we kunnen inchecken. We eten wat, ik schrijf wat aan onze blog, en kleed me om: Maleisië is een moslimland, en ik denk niet dat mijn kort shortje daar geapprecieerd zou worden, dus dat wordt voor de zekerheid toch ingeruild voor een lang, verhullend kleed. Om diezelfde reden neem ik me ook voor om enkele weken te ‘detoxen’ door volledig af te zien van alcohol, gezien het er naar verluid amper te verkrijgen óf zeer duur is.

Kuala Lumpur

Kuala Lumpur
Kuala Lumpur

Ik moet toch even in slaap gevallen zijn op de zeteltjes, want opeens maakt Henk me wat paniekerig wakker: “Snel, wakker worden, we moeten direct vertrekken! WE ZITTEN IN DE VERKEERDE TERMINAL!”. Gelukkig had Henk in de mot dat onze vlucht nog steeds niet op het aankondigingsscherm was verschenen, en is hij het aan iemand gaan vragen. Mijn slaapdronken reactie is eerst: “Ja, dan stappen we toch even naar de juiste?”, maar dat is geen optie gezien de terminals hier kílometers uit elkaar liggen. Binnen een half uurtje wordt de check-in afgesloten, als we dat maar halen! We nemen een taxi naar terminal 4… waarmee we natuurlijk zelfs op dit uur muurvast in de file staan, maar 30 minuten later zijn we gelukkig op het nippertje de laatste passagiers die inchecken. Dat is natuurlijk weer typisch: 7 uur de tijd hebben om een vlucht te halen, maar wij zouden het nog klaarspelen om ‘m te missen!

Kuala Lumpur

Kuala Lumpur
Kuala Lumpur

Kuala Lumpur is een bijzondere stad met redelijk wat hoge, moderne gebouwen – met uiteraard de ‘Petronas towers’ als belangrijkste iconen – en een culturele diversiteit die ik nog nooit heb gezien: grote moskees staan er naast Indische hindoe- en Chinese taoïstische tempels en we spotten zelfs enkele katholieke kerken. Verschillende soorten bevolkingsgroepen leven hier vreedzaam naast elkaar, moslima’s met hoofddoeken en lange gewaden of burka’s lopen langs Indische vrouwen in hun traditionele klederdracht en ook heel wat westers, niet altijd even verhullend geklede vrouwen. Maar als we de volgende dag door de straten van de stad dolen, en ons buiten de toeristische plaatsen begeven, kan mijn zedig kleedje tot op de knie toch wel op wat bekijks rekenen. Mannen reageren lacherig en uitermate vriendelijk, en enkele vrouwen kijken ronduit afkeurend. Oeps!

Chow kit market, KL

Chow kit market, KL

Chow kit market, KL
Chow kit market, KL

Onze tocht door de stad brengt ons langs ‘little India’ en haar Chow Kit market: het onverstaanbare geschreeuw van de marktkramers, de geur van vis en vlees in de zwoele buitenlucht en de aanblik van koeiekoppen, -poten en -magen zijn een regelrechte aanslag op de zintuigen. Terwijl we door drukke winkelstraten lopen, valt het op hoe kleurrijk en modieus de meeste moslima’s hier zijn. Zij deinzen er niet voor terug om zich opvallend te maquilleren, en dragen gewaden in felle kleuren en drukke prints. Hetzelfde geldt voor hun bonte hoofddoeken, vaak bezet met diamantjes of afgewerkt met juwelen. Heel wat fleuriger dan de Belgische moslima’s, zou dat aan het gebrek aan zon liggen…?

Chow kit market, KL

Chow kit market, KL

Chow kit market, KL
Chow kit market, KL

Ons hotel ligt vlak naast de markt van Petaling street in Chinatown, waar we constant aangeklampt worden voor wat ongegeneerde reclame voor een valse ‘Rolex’ of ‘Ice Watch’ (“Very cheap“, “Good price for you!“) en we kunnen dan ook op de koppen lopen van de westerse toeristen die hier hun neppe ‘Michael Kors’-handtas, ‘Hugo Boss’-manchetknopen en ‘Ralph Lauren’-hemd komen uitkiezen. Het valt op hoe vreselijk goed die namaak er tegenwoordig uitziet, maar het blijft natuurlijk de vraag wanneer zo’n handtas of hemd uit elkaar valt.

Kuala Lumpur

Kuala Lumpur
Kuala Lumpur

We eten hier ’s avonds súpergoedkoop en súperlekker aan de vele straatkraampjes die kris-kras langs de straten opgesteld staan. De typisch Maleisische ‘satay’ – gegrilde kip- of rundsbrochetjes met pindasaus – kan ons enorm bekoren, evenals de ‘nasi lemak’ – kokosrijst met sambal en ei – en gewoon de aziatische keuken in het algemeen, die hier overal te verkrijgen is. Yummie! Ook alcohol blijkt hier in de hoofdstad overal gewoon verkrijgbaar – gewoon even kijken in de non-halal afdeling – maar niettegenstaande hou ik me aan mijn voornemen terwijl Henk prijzige pintjes drinkt :-).

Sri Mahamariamman Temple, KL

Sri Mahamariamman Temple, KL

Sri Mahamariamman Temple, KL
Sri Mahamariamman Temple, KL

Omdat we eerlijk gezegd een beetje ‘moegevlogen’ zijn, en we nu toch al op het schiereiland zijn dat Maleisië met Thailand verbindt, beslissen we ons oorspronkelijke plan, om eerst de Indonesische eilanden te bezoeken en het vasteland als laatste stop te houden, om te gooien. We zullen van Kuala Lumpur – de westkust – naar de oostkust van Maleisië reizen, en vandaar verder noordelijk, naar Thailand. Even geen vliegtuigen meer voor ons! En dan nu de obligate opmerking: zo hebben we misschien ook minder kans om opeens van de radar verdwijnen… Heel Maleisië is in rouw wat vlucht MH370 betreft. Op de TV wordt gevraagd om te bidden voor de slachtoffers, en tijdens onze verdere doortocht in het land zullen we nog vele geschilderde herdenkingsmuren of -spandoeken zien.

Sri Mahamariamman Temple, KL

Sri Mahamariamman Temple, KL

Sri Mahamariamman Temple, KL
Sri Mahamariamman Temple, KL

Onderweg naar de oostkust bezoeken we Taman Negara, een nationaal park in het oudste regenwoud ter wereld. Jungle fever dus! En dat mag je letterlijk nemen, want het is hier elke dag óver de 40°C en we zweten alsof we hoge koorts hebben :o. We maken enkele tochten in de jungle, waaronder één zelfs tussen de kruinen van de bomen, maar voor een meerdaagse trekking met de rugzak bedanken we vriendelijk, daar is het véél te warm voor, om van de duizenden muggen – die bij valavond de aanval inzetten – nog maar te zwijgen! In de hoop nog wat andere dieren te spotten dan de alomtegenwoordige hagedissen en de gigantische cicades (denk aan krekels van wel 10cm lang), doen we een ‘night safari‘, waarbij we een enkele civetkat en een luiaard tegenkomen. Bij gebrek aan meer besluit de gids ons dan maar te proberen overtuigen dat een beestje in de verte, volgens Henk en mij een gewone huiskat, een luipaard is :p.

Taman Negara
IMG_3253

Taman Negara
Taman Negara

Na een nacht in het weinig opzienbarende kuststadje Kuantan – met uitzondering van de prachtige moskee – reizen we verder naar Cherating, een veelbezochte badplaats door locals. Ondanks het feit dat we eindelijk eens zo’n typisch hutje kunnen huren dat vlak aan het strand ligt, blijken datzelfde strand en hutje redelijk vuil en verloederd te zijn. Bovendien heb ik hier redelijk wat bekijks, gezien ik de enige ben die een bikini aanheeft. Alle andere vrouwen gaan hier met lange broek, t-shirt én hoofddoek het water in. Nogmaals, oeps!

Kuantan

Kuantan
Kuantan

De alcohol-ban blijkt trouwens dikke ‘quatsch’ te zijn. Officieel is er in de dorpjes nergens alcohol te verkrijgen, met uitzondering van een pintje hier en daar, maar ‘onder de toog’ liggen de flessen whisky en vodka klaar om verkocht te worden. En dat is niet enkel voor de toeristen bedoeld hoor, want ook de moslims die we ontmoeten zijn niet vies van een glas, en zolang hun mama het niet weet is alles OK ;-). Ik ben daarentegen, tegen alle verwachtingen in, nog altijd aan het detoxen.

Varaan, Pulau Kapas

Pulau Kapas

Pulau Kapas
Pulau Kapas

Henk en ik besluiten niet naar de platgelopen Perhentian Islands te gaan, maar halt te houden bij het kleine en minder bekende Kapas Island. En dat blijkt een uitstekend besluit te zijn! Dit is het typische relaxte eilandje waar je aanvankelijk van zegt: “we boeken voor enkele nachten”, om vervolgens een hele week te blijven. En wij zijn daarin geen uitzondering!

Pulau Kapas

Pulau Kapas

Pulau Kapas
Pulau Kapas

We komen terecht in een fantastische beach chalet, simpel en goedkoop maar proper en verzorgd, met – niet onbelangrijk – een super restaurantje ernaast. Yup, this is paradise…
We vullen onze dagen met zwemmen, soezen in de hangmat, lekker eten en lezen – de uitbater is een Nederlander en heeft een boekenkast vol Nederlandstalige literatuur. Als we de zee voor ons hutje induiken – mijn bikini stoot hier voor de verandering niemand voor de borst 🙂 – komen we na 30 meter terecht in een ongelooflijk kleurrijk koraalrif. Het lijkt alsof we in een tropisch aquarium zwemmen; úren kunnen we hier in het water vertoeven en onze ogen de kost geven. Mijn absoluut hoogtepunt is het moment dat we boven een onderwaterbos van koraal en anemonen snorkelen, waarin tientallen, neen, hónderden clownvisjes leven. Yay, I found Nemo :D!

Pulau Kapas

Pulau Kapas
Pulau Kapas

Na een paradijselijk weekje op Kapas island begint het te kriebelen om weer verder te gaan, en door te reizen naar Thailand. Na een lange reisdag die voornamelijk bestaat uit uren staan wachten en verschillende bussen nemen, komen we aan in Kota Bharu. Deze noordelijke, oerconservatieve islamitische stad – we moeten wachten om in te checken want onze receptioniste is aan het bidden, en er plakt een naar Mekka gerichte ‘gebedspijl’ op ons plafond – is onze laatste stop in Maleisië, morgen steken we de grens over!

Pulau Kapas

IMG_3399

Pulau Kapas
Pulau Kapas

We hebben wel al ongevéér een plan van aanpak, maar gezien er op Kapas nergens internetverbinding was, moeten we vanavond wel nog wat praktische informatie vergaren. En dan… stuiten we op een probleempje. Wat blijkt? Als je over land Thailand binnenkomt, krijg je slechts een visum voor 2 weken. Verlenging ervan is enkel mogelijk door te grenshoppen, maar dat is omslachtig en tijdrovend. Als je daarentegen via een luchthaven binnenkomt krijg je 30 dagen, gratis en voor niets! Terugdenkend aan onze race tegen de tijd om ons vliegtuig naar Kuala Lumpur te halen, blijkt gewoon op’t gemak eens een grens oversteken niet ons ding 😉 maar zolang er niemand drugs in onze rugzakken steekt, zijn alle problemen op te lossen.
Tot diep in de nacht zijn we nog bezig met opzoekingswerk en prijsvergelijkingen om uiteindelijk een vlucht van Kota Bharu naar Phuket te boeken bij… Malaysian Airlines. Zou het toeval zijn dat hun prijzen een heel stuk onder die van de concurrentie liggen?

Pulau Kapas

Pulau Kapas
Pulau Kapas

Na onze vermoeiende administratienacht zijn we genoodzaakt nog een dag in het saaie en vuile Kota Bharu te blijven, en hopen we lekker uit te slapen. Maar dat is buiten de plaatselijke imam gerekend: vlak onder ons raam hangt er – zoals op vele plaatsen in de stad – een luidspreker waaruit ’s morgens vroeg luide arabische gezangen schallen, afgewisseld met lange preken. Geen kwartiertje, geen uurtje, neen, 6 UREN LANG domineert de luidspreker de hele straat. Volgens mij hebben we de hele koran gehoord!

We zijn er niet zo rouwig om dat we Maleisië na ruim 2 weken verlaten. Kapas was weliswaar een onevenaarbaar hoogtepunt van onze reis, maar voor de rest was het eerder een land van ‘net niet’. ‘Net niet’ authentiek, maar ook ‘net niet’ modern, en ook ‘net niet’ al te vriendelijk – die befaamde ‘Maleisische lach’ hebben we niet vaak gezien.

On to the next, off to Thailand!

 

#19 It’s DEFINITELY more fun in the Philippines! (pt. 2: Palawan)

17 – 27 maart

Tijdens de anderhalf uur durende vlucht naar Puerto Princesa zit er een jonge Noord-Amerikaanse kerel naast mij die naar goede gewoonte 1) in the military zit en 2) niet stopt met over zichzelf te praten. Ziezo, voor moest ik het vergeten zijn, is dat nog eens een typisch vleugje USA  😉 .

IMG_2325
Pristine Beach

We blijven een extra dag in het drukke stadje Puerto Princesa, omdat we eerlijk gezegd nog géén idee hebben wat we hierna willen doen. Onze Lonely Planet is eigenlijk nog geen al te grote hulp gebleken. De – uitsluitend superlow-budget – accomodaties die in de reisgids vermeld worden zijn niet altijd aan ons besteed. Luxereizigers die we zijn, willen we heus wel eens meer dan 4€ per nacht uitgeven om ergens treffelijk te logeren :).
Het boekje bericht daarnaast ook enkel over de cliché-toeristische plaatsen waar alle backpackers naartoe gaan en waar je samen met alle andere travellers op het drukbevolkte strand kan gaan liggen. Neen dank u, dan liever het onbekende en rustige Pristine Beach ietsje buiten Puerto Princesa, dat niet in het boekje staat en waar we op aanbevelen van onze trycicle-chauffeur terecht komen. Dit is meteen ook onze eerste kennismaking met het witte zand, het paradijslijke blauwe water en de typische Filippijnse bootjes in de verte. Yay!

Pristine Beach

 

IMG_2343
Pristine Beach

Onze beste leidraad en gids blijkt het alwetende internet. Dankzij wat opzoekingswerk en enkele blogs van andere reizigers vinden we betere tips voor lonely bestemmingen dan in de Lonely Planet! Elke buitenlander die we hier tegenkomen zeult ditzelfde boekje mee, dus hoe minder een plaats staat beschreven in deze reisgids, hoe beter. Dit is gelukkig het geval wat onze volgende stop betreft: San Vicente, een slaperig kustdorpje waar met geen woord over gerept wordt 🙂!

IMG_2414

IMG_2395
On the road to San Vicente

Maar eerst moeten we nog weggeraken uit Puerto Princesa. Bij aankomst aan het busstation worden we alweer meteen langs alle kanten aangeklampt. “Where are you going?” wordt ons om de 10 seconden gevraagd, en de taxi-chauffeurs cirkelen rondom ons als aasgieren. “Oh, San Vicente, die is al lang vertrokken, ma’m”, “Die rijdt vandaag helemaal niet, sir!”, “Voor only 6000 peso’s (100€) breng ik u, ma’m!”,… We lopen van de ene kant van het busstation naar de andere, met een horde roepende Filippijnse mannen achter ons, tegen elkaar afbiedend om ons een privé-busje te verkopen. Spijtig genoeg voor hen weet ik zéker dat er meerdere lokale bussen per dag zijn. Na even zoeken en wat rondvragen vinden we dan ook die naar San Vicente, en onze volgelingen zijn even snel verdwenen als ze gekomen zijn :-).

IMG_2420

San Vicente
San Vicente

De busrit is weer een hele ervaring: bij elke bocht die het stokoude ding aan een razende snelheid neemt heb ik het gevoel dat onze bagage van het dak zal vallen. We worden non-stop aangestaard door onze medereizigers, en op een bepaald moment begin ik me zelfs af te vragen of wij misschien stinken? Henk en ik zitten met ons tweeën op de ruime achterbank, maar niemand wil naast ons komen zitten :-o! Zelfs op de momenten dat alle andere plaatsen bezet zijn en de bus óvervol is, blijven de mensen liever opeengepakt in de middengang staan, of nog beter: ze kruipen op het dak!

IMG_2482

Long Beach
Long Beach

In San Vicente verblijven we in het enige hotelletje dat het dorp rijk is, en uitgebaat wordt door een Duitser en zijn jonge Filippijnse echtgenote. Hij praat steevast over zijn zaak als ‘My little paradise’ , en gelijk heeft hij! Het prachtige terras, lekker eten, een tiental moderne kamers, en een infinity pool met uitzicht over de baai en de archipel van onbewoonde eilandjes in de verte… Een magnifieke ligging op een plaats die nog niet door het massatoerisme is ontdekt. Nóg niet, want ondertussen is men bezig met een asfaltweg aan te leggen naar het dorp, en legt men de laatste hand aan de bouw van een luchthaven. Dat zal ook de kamerprijzen waarschijnlijk wat opdrijven in de toekomst, want die vallen momenteel ongelooflijk goed mee.

IMG_2501

IMG_2524

IMG_2570
Long Beach

De volgende zonnige dagen doen we lekker niets, en genieten we van de heerlijke omgeving, de goede keuken en het verfrissende zwembad. We gaan op een avond naar het 14 kilometer lange Long Beach, waar we – op enkele spelende kindjes na – moederziel alleen op het witte strand slenteren bij een gouden zonsondergang. Alsof dit nog niet romantisch genoeg is, zie ik wat verder opeens een strandlaken met daarop grote kleurige kussens – en even kleurige cocktails die klaarstaan op een salontafeltje – met ernaast een tafeltje en 2 stoelen, en dit alles omringd door tientallen kaarsen. “Och,” zeg ik naïef, “zo leuk, iemand heeft een dinertje georganiseerd op het strand!”… Maar je raadt het wel: natúúrlijk heeft Henk dit voor ons geregeld! Op zijn aanvraag is het hotelpersoneel al de hele dag in de weer geweest met het verhuizen van de tafel en stoelen, grote kaarsen, een muziekinstallatie, een barbecue, etc… En ik heb daar natuurlijk niets van gemerkt ;-).

We kunnen onze eigen mp3-speler aansluiten op de muziekinstallatie en zo schalt de muziek die al 7 maanden de soundtrack is van onze reis door de luidsprekers op een godverlaten strand in de Filippijnen, terwijl we een op de barbecue gegrild kreeftje eten, vergezeld van een flesje Italiaanse witte wijn. Life doesn’t get any better than this… 1000x bedankt, mijn allerliefste, geweldige Henkie <3!

IMG_2591

San Vicente
San Vicente

Ook de volgende dag zweven we nog even verder op de euforie in dit verborgen paradijs. We huren een bootje naar één van de nabijgelegen onbewoonde eilanden, en komen terecht in een postkaartje: parelwitte, desolate stranden en azuurblauw water met eronder een groot koraalrif! ’t Is de allereerste keer dat ik snorkel, en ik ben meteen gek op de vele kleurtjes: de koralen, de felblauwe zeesterren met een diameter van 30 centimeter, en de ontelbare visjes in alle kleuren van de fluo-regenboog :-D!

IMG_2613

San Vicente
San Vicente

Ook tijdens de busrit naar El Nido worden we getrakteerd op fantastische gezichten: de exotische natuurpracht, de vele kleine dorpjes, volledig opgetrokken uit bamboe en palmbladeren, en hun vriendelijke inwoners die enthousiast lachen, zwaaien en “Hello!” roepen. Die avond worden we met een Antwerps accent en koude pintjes onthaald bij Virginia, de mama van onze vriend Kristof!  Zij baat hier met haar man Eddy het knusse hotelletje uit waar we onze laatste dagen in de Filippijnen zullen verblijven.

IMG_2773
IMG_2802

On the road to El Nido
On the road to El Nido

Het mooie El Nido staat in onze reisgids beschreven als een rustig en relaxt vissersdorpje, maar dat heeft als gevolg dat het in de loop der jaren is uitgegroeid tot één van de populairste backpacker-bestemmingen van de Filippijnen, inclusief vele restaurants, souvenirwinkels en tientallen touroperators!
Gelukkig heb je hier wel genoeg mogelijkheden om de drukte te ontlopen, wat Henk en ik dan ook gretig doen. We huren een brommertje waarmee we een hele dag het binnenland intrekken en gaan sjezen op het kilometerlange en dunbevolkte Nacpan Beach.

IMG_2827

Nacpan Beach
Nacpan Beach

In de plaats van met één van de ontelbare tourboten mee te gaan die allemaal tegelijkertijd dezelfde eilanden en lagunes in de buurt te bezoeken – geloof me, die ‘secret lagoon‘ is niet zo geheim – huren we zelf een bootje met kapitein af, en vragen we hem specifiek om ergens heen te gaan waar geen andere bootjes liggen. We meren aan bij een minuscuul baaitje, uit het zicht van de vaarroute van de andere boten, met een wit zandstrand waarachter meteen de ondoordringbare jungle begint.

IMG_2952

El Nido
El Nido

Hier kunnen we ongestoord lunchen – een slaatje met vis en inktvis op de barbecue, toppie! – en als Henk hem hierna de subtiele hint (en uiteraard wat peso’s) geeft, verdwijnt de kapitein met z’n bootje zodat we de rest van de namiddag moederziel alleen op het eilandje vertoeven. Zonnebaden op ons privé-eilandje, een verse kokosnoot plukken en leegdrinken, skinnydippen in de Zuid-Chinese zee, en ons een hoedje schrikken als er opeens in de bomen een aapje boven onze hoofden opduikt,… We voelen ons de koning te rijk!

IMG_2978
IMG_2983
IMG_2992

Beach life
Beach life

 

Met die absolute topper als afsluiter wordt het tijd om El Nido en Palawan te verlaten… Henk en ik hebben echt spijt dat we na deze heerlijke weken in het paradijs onze vlucht naar Kuala Lumpur, Maleisië, moeten halen. Het is niet erg commercieel van de Filippijnse regering om toeristen te dwingen hun vertrek uit het land al vast te leggen, want hadden we die vlucht niet geboekt bleven we zeker en vast nog wat langer…! It’s DEFINITELY more fun in the Philippines!

Bedankt Virginia en Eddy, voor de vele tips en de goede zorgen!

 

#18 It’s more fun in the Philippines! (pt. 1: Luzon)

 

 11 – 17 maart

Op een grijze Hong Kongse ochtend nemen we een taxi naar de luchthaven. Als we willen inchecken, blijkt er voor de dame van Cebu Pacific Airlines een probeem: of we een ticket hebben om de Filippijnen te verlaten? Uiteraard hebben we dat niet, want Henk en ik hebben graag de optie om ergens te kunnen vertrekken wanneer we dat willen. Zo’n retourticket is inderdaad wel verplicht, maar in Peru was dat ook het geval en geen haan die ernaar gekraaid heeft.

Verdomme, nu moeten we nog snel-snel een vlucht boeken, want de medewerkster vertikt het om ons in te checken! Op 20 minuten tijd dienen we te beslissen wáár we hierna naartoe willen en wannéér. Het zal – na wat wikken en wegen – Kuala Lumpur worden, binnen een dikke 2 weken.
Uiteindelijk wordt het dus nog een race tegen de tijd: op een half uurtje tijd op de trage Wi-Fi van de luchthaven een vlucht boeken, snel inchecken, door immigratie rennen en nog nét op tijd boarden. Ons vertrek naar Manila kon net iets vlotter verlopen zijn!

IMG_2098
Jeepney
IMG_2108
On the road to Sagada

De vlucht duurt slechts enkele uurtjes, en al snel maakt het grijze wolkendek onder ons plaats voor felblauw water en ettelijke eilandjes, wohoow! Wanneer we aankomen in het broeierige Manila – waar immigratie natuurlijk met geen woord rept over een retourticket, grrrr – willen we meteen doorreizen naar het noorden van het eiland Luzon, naar de koelere en relaxte streek van Sagada en de rijstterrassen van Banaue.

Het moment dat we gepakt en gezakt de luchthaven buitenstappen, de vochtige hitte in, breekt het “taxigevecht” los. We worden letterlijk omsingeld en achtervolgd, de ene chauffeur nog opdringeriger dan de andere. We krijgen – uiteraard – een ‘special price’. ‘Slechts’ 600 Filippijnse peso’s (wat ongeveer 10is), maar we beseffen natuurlijk dat dat enorm overdreven is. Als we blijven doorstappen blijft de prijs dalen, tot 350 peso’s. Om een idee te hebben van de gangbare prijs, nemen we een officiële gemeterde taxi richting busstation – waar we uiteindelijk maar 280 peso’s voor betalen, tsss 🙂 – en zo maken we meteen ook kennis met het helse verkeer in de Filippijnse hoofdstad. Geen méter gaan het vooruit, overal zijn er files en het obligate non-stop getoeter!

Terwijl heb ik wat het straatbeeld betreft een enorme déjà-vu: Manila lijkt op het eerste zicht wel het liefdeskind tussen Bolivië en de USA! De straten, de huizen, de vele zwerfhonden, de kleurige jeepneys en de onophoudelijke claxons en verkeerschaos zijn duidelijk te vergelijken met Bolivië. Het overweldigende aantal filialen van McDonalds, Pizza Hut, 7-Eleven, Dunkin’ Donuts, KFC, Burger King (etc.) en hun vele reclameborden versterken dan weer het Amerikaanse gevoel.

Hanging coffins, Sagada
Hanging coffins, Sagada

Een beetje opzoekingswerk verklaart de oorzaak van de overeenkomsten: de Filippijnen zijn – net als Bolivië – 300 jaar gekoloniseerd geweest door de Spanjaarden, om daarna nog een dikke 50 jaar een Amerikaanse kolonie te worden. Het gevolg van hun geschiedenis is dat de mensen hier nog steeds in het Engels onderwezen worden, en quasi iedereen een behoorlijk mondje Engels spreekt.

Ook de enorme vriendelijkheid en beleefdheid in de omgang met elkaar die hier in de volgende weken zal blijken – “Yes ma’m”, “How are you, sir”, “Please, ma’m” – voelt very American aan. Hoewel ik het in de USA vaak fake vond overkomen, heb ik dat gevoel hier absoluut niet. De mensen lijken me gemeend vriendelijk en behulpzaam. Na de veelal stuurse en korte Zuid-Amerikanen is dit een zeer welkome afwisseling!

IMG_2165

Sagada
Sagada

Tijdens de eerste uren van de 8 uur durende rit naar Bagiuo worstelt de – gloednieuwe en kraaknette – bus zich tergend traag door het verkeer van Manila. We vangen een eerste glimp op van de stad: enerzijds redelijk verpauperde buurten met vuile straten en oude afgeleefde gebouwen, anderzijds propere wijken met spikplinternieuwe moderne woonblokken en gigantische winkelcentra. Als we na een paar uur ploeteren de metropool uiteindelijk achter ons laten, zien we nog een andere woonsituatie: de ‘bekende’ sloppenwijken van Manila. Gammele huisjes, ineengeknutseld met golfplaten en houten planken, en kinderen die in de ingebeelde straten spelen met een afgedankte fietsband en andere rommel.


IMG_2192

On the road to Banaue
On the road to Banaue

Ook na zonsondergang is het buiten nog een zwoele 29°C, maar in de bus verkiest men ervoor om de airco op 18°C te zetten. Het voelt aan als een Siberische ijsblokjesfabriek, en mijn verzoek om de temperatuur íetsje op te krikken wordt vriendelijk onthaald (“Yes, ma’m”), doch straal genegeerd. Gelukkig maakt de bus regelmatige stops zodat we buiten terug wat kunnen opwarmen.
Wanneer onze rijdende diepvries uiteindelijk in Baguio aankomt raadplegen we voor het eerst onze backpacker-bijbel “Lonely Planet: South-East-Asia on a shoestring” om een overnachting te zoeken. Het is een tegenvaller. Als ik de (raamloze!) kamer van het guesthouse, dat in het boekje staat omschreven als ‘basic en kraaknet’, binnenstap zie ik meteen 5 grote kakkerlakken wegstuiven. De badkamer stinkt en lijkt in geen maanden gekuist. Bweik, hier geef ik toch liever geen geld aan, zelfs niet een klein beetje. Ik weet wel dat kakkerlakken in deze warme landen onvermijdelijk zijn en sowieso óveral zitten, maar de regel luidt: als je ze kan zien, dan zitten er véél. Ik weet dus wel dat ze er zijn, ik wil ze gewoon niet teveel tegenkomen :).

IMG_2229

Banaue
Banaue

Dus tot groot ‘jolijt’ van Henk beginnen we om middernacht nog een ander onderkomen te zoeken, dat we gelukkig snel vinden. Misschien ben ik niet ‘avontuurlijk’ genoeg om in een kamer met ongedierte te verblijven, maar waarom voor 10€ in een smerige kamer overnachten, als je voor enkele euro’s meer ergens verzorgd slaapt? Niets tegen een eenvoudig kamertje, maar ‘basic’ is wel geen synoniem voor ronduit smerig hé :o!

Na een Filippijns ontbijtbuffet – rijst, kippensoep en gefrituurde visjes – vertrekken we meteen naar Sagada. De reis erheen – in een stokoude bus – is al enorm de moeite! We passeren piepkleine dorpjes in prachtige landschappen met al een voorsmaakje van de ‘terrassen’ waarop de Filippijnen hun gewassen telen. De “Please don’t litter”-borden langs de weg worden zo te zien nog lang niet door iedereen opgevolgd, maar we zien tijdens de rit toch ook niemand z’n vuilnis door het raam gooien.

Banaue
Banaue

In het rustige dorpje Sagada vinden we voor een luttele 11€ een proper kamertje in een schattig guesthouse met zicht over de vallei. Zie je, het kan dus wél ;-)! Het is de volgende dagen zonnig, en ‘slechts’ een aangename 25°C. We stappen naar de “hanging coffins”, een ondergrondse rivier en een watervalletje in de buurt, we praten met locals en genieten van de stilte, de afwezigheid van medereizigers en de Filippijnse keuken.

IMG_2274

Batad
Batad

Als we enkele dagen nadien de jeepney richting Banaue nemen, reizen we zoals vele locals dat doen: op het dak! Met momenten wel wat griezelig, hoor, op deze bochtige weg met ernaast een diepe ravijn. Als we onderweg nog een verongelukte bus helemaal uiteengereten op de bodem van zo’n afgrond zien liggen, wordt het helemaal spannend! Het uitzicht over de dalen en de rijstterrassen is evenwel adembenemend en de manier van reizen uniek. Na een klein oponthoud, veroorzaakt door een lekke band, komen we aan in Banaue. Van hieruit gaan we verder naar het verdergelegen plaatsje Batad; een kleine cluster van huisjes, omringd door hoge, 2000 jaar oude rijstterrassen. Een stukje ongerepte, authentieke schoonheid, en ook hier kunnen we het aantal toeristen op 1 hand tellen. Momenteel is het gehucht enkel te voet te bereiken via een slingerend bospaadje, maar gezien de lokale bevolking druk bezig is met een rijweg aan te leggen, zullen de busjes met bezoekers hier binnenkort ook wel aanspoelen…

IMG_2238

Batad
Batad

Na een nachtbus vanuit Banaue komen we om 4 uur ’s ochtends aan in Manila, en zelfs op dit nachtelijke uur staan we in de file! De bedoeling is om hier nog enkele nachten te blijven voor we naar het eiland Palawan vliegen, en de stad te leren kennen, maar ze maakt geen onvergetelijke indruk. Manila lijkt ons vooral druk, luid, vuil – mijn goede vrienden, de kakkerlakken, krioelen over de straten! – en het belangrijkste tijdverdrijf blijkt hier het shoppingcenter. Ook intramuros, het oude deel van de stad met vele Spaanse invloeden, is voor ons niets nieuws onder de zon.

"Karaoke"
“Karaoke”

In het weekend gaan we uit in de zakenwijk Makati, waar er vooral keuze is tussen tientallen ‘karaoke bars’, wat nagenoeg altijd een eufemisme is voor een stripclub. Als we een (normale) club binnenstappen zijn Henk en ik, ondanks de vele aanwezigen, quasi de enigen op de dansvloer! Ook hier zijn de vele mannen – waaronder verrassend veel jonge kerels – duidelijk enkel om een knappe, jonge Filippijnse vrouw te strikken (en vice versa) en dat resulteert in een erg raar sfeertje. Ook uitgaan was dus, ondanks de goede muziek, geen leuke ervaring in Manila, en we zijn blij wanneer het moment aanbreekt dat we Luzon verlaten en naar een ander eiland vertrekken: Palawan. Tijd voor wat beach life!