#10 Redneck road trip

20 November – 6 December

Met spijt in het hart laten we het zonnige California achter ons, maar we moeten nu eenmaal vertrekken richting Miami, Florida, een 6000-tal kilometer en 4 tijdzones verderop. We zullen zelfs nu al een strak schema moeten opstellen om die afstand te rijden én ook wat leuke dingen te zien onderweg.

In Apache Junction, Arizona kunnen we enkele nachten logeren bij Charley en Bonnie, die we al kamperend in Canada leerden kennen. Terwijl we een dagje in de gietende regen – zeer uitzonderlijk hier – door Arizona rijden, zien we ook de benzineprijzen droppen. Waar we in California nog meer dan 4$/gallon (ongeveer 80 eurocent/liter) betaalden, zien we hier prijzen van 2,80$/gallon (ongeveer 60 eurocent/liter)! Dat ligt aan de lagere taxen, maar ook aan het feit dat we dichterbij de olieproducerende regio’s van New Mexico, Texas en de golf van Mexico komen.

Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona Apache Junction, ArizonaApache Junction, Arizona

Charley en Bonnie wonen quasi naast ‘Mount Superstition’, een redelijk hoge berg in – jawel – rode rots, die we de volgende dag zullen proberen beklimmen – we geraken zelfs bíjna helemaal boven :-)! We worden tijdens onze steile wandeltocht regelmatig ingehaald door groepjes jongeren en families die ons voorbijhuppelen op gewone sportschoenen of sneakers. Waar is dat cliché van de ‘luie Amerikanen’, want hier lopen ze alleszins niet rond?! Maar we hebben nog eens goed gezweet, we ondervinden het aan onze benen en dat voelt wel goed :-). Omdat ik wist dat Charley een Harley Davidson heeft, had ik de dagen ervoor al enkele keren tegen Henk gezegd: “Oh daar zou ik eigenlijk wel eens mee willen meerijden!”. En opeens komt Charley mij halen in tenue, met extra helm en vest. Blijkt dat mijne sloeber dat allang aan hem gevraagd heeft zeker? Ik dus ingeduffeld achterop de Harley, een half uurtje gaan cruisen op een prachtige weg in het nabijgelegen natuurpark. De max :D!

Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona

Na ons vertrek uit Apache Junction begint onze échte tocht naar het oosten. We zullen vanaf nu bij niemand meer kunnen logeren en zullen altijd zelf een slaapplaats moeten betalen, wat uiteraard budgettaire repercussies heeft. We rijden nog wel steeds in de far west, wat we merken aan het landschap – rode rotsen, hoge bergketens en duizenden typische metershoge cactussen – en de vele saloons, maar trekken ook steeds meer naar the south, wat we merken aan… de radiostations. We hebben de compacte keuze tussen country-music of bijbelse donderpreken, wohoow!

Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona
Apache Junction, Arizona

Wat accomodatie betreft, komen we de volgende weken meestal terecht in laaggeprijsde ketens als Days Inn of Super 8: basic motelkamers die met wat geluk ook wel redelijk proper zijn. Maar die eerste nacht buiten Arizona, in het deprimerende stadje Deming, New Mexico, hebben we dat geluk niet. Na wat prijzen gevraagd te hebben in de buurt vinden we een particulier motelletje dat 40$ per nacht – een luttele 30€ is dat – aanrekent. Dat is het goedkoopste dat we ooit gelogeerd hebben!
Spijtig genoeg hebben we ons hier wat blindgestaard op de goedkope prijs. Bij een eerste snelle bezichtiging alvorens ik betaal, lijkt de kamer wat ouderwets en versleten. Daarom zal het zo goedkoop zijn, denk ik, maar een ouder motel hoeft daarom toch niet verwaarloosd of vuil te zijn? Dat was blijkbaar wat hoopvol en naïef van me. Dit is een horrorhotel!

Wanneer we de kamer van dichterbij bekijken, blijkt dat het kamermeisje allesbehalve nauwkeurig is geweest. Naast de versleten staat van de kamer – duffe geur, afbladderende muren, uitrafelende tapis-plein en kapotte matrassen – waar ik nog mee zou kunnen leven, zagen we vlekken (…?) op de lakens, hingen er etensresten op de muur, waren er nog voetsporen op de badkamervloer en lagen er ettelijke dode spinnen in de douche. Goed, we besluiten erdoor te bijten, tot ik Henk opeens hoor zeggen: “Oei, dit is niet goed”. Ik kijk op, en zie een gigantische kakkerlak (zeker 4 cm lang!) over de muur kruipen. Ik stuif naar de lobby en eis meteen een andere kamer. Dat hebben Henk en ik in Amerika echt geleerd: klagen :-)! It pays off!

Onze nieuwe kamer blijkt wel groter, maar in hetzelfde bedje ziek – voetsporen op de muren, haren op de kussens, de badkamer lijkt een nucleaire oorlog overleefd te hebben en de voordeur is duidelijk al een paar keer ingetrapt geweest. Gezellig!
Later op de avond blijkt ook dat er hier veel mensen full-time in het motel wonen. Onze buurman laat een gigantische, onverzorgde hond uit, en lijkt zelf niet veel hygiënischer. Op verschillende vensterbanken staan vazen en “postuurkes” van mensen die zich hier duidelijk al erg thuis voelen.

Deming, New Mexico, maakt geen onvergetelijke indruk. Of misschien wel, doch niet in de positieve zin. Het gezelligste restaurantje dat we vinden is de Pizza Hut, en dat zal niet verbeteren als we de meer zuidelijke staten zullen aandoen. Restaurants – zowel ketens als particuliere zaken – zijn hier veelal ongezellige, met neon verlichte refters, en het eten heeft altijd 4 kenmerken: goedkoop, snel, vettig en véél. Gezellige etablissementen met een fijnere – of zelfs gewoon goede – keuken vind je hier enkel in de grotere, hippere steden zoals Austin en New Orleans, maar daar zal je er ook voor betalen! In deze nietszeggende, onderling inwisselbare stadjes vind je overal hetzelfde: McDonalds, Burger King, Kentucky Fried Chicken, Taco Bell, Denny’s, Sonic, Dairy Queen, Chili’s, Applebee’s,… Allemaal goedkope ketens, met eentonig, minder dan matig eten dat er goed uitziet in de reclame maar naar niets smaakt en meestal superongezond is. In al deze kleine stadjes die we zullen voorbij rijden of waar we zullen blijven slapen, zullen we steeds dezelfde ketens tegenkomen. Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar voor de rest geldt: same sh*t, different town.

New Mexico
New Mexico

Verder valt er in Roswell, behalve het ‘alien-incident’ uit ’47 dat uiteraard volledig uitgemolken wordt, ook weer bitter weinig te zien of te doen. Na wat obligate foto’s met aliens trekken we naar onze laatste stop in New Mexico: de Carlsbad caverns.

Dit grottencomplex, waarin we tot 250 meter onder de grond naar beneden stappen, is toch weer één van de meer indrukwekkende zaken die we al gezien hebben. Hier bevindt zich één van de grootste ondergrondse ‘kamers’ ter wereld, met gigantische stalagtieten en -mieten en ‘bodemloze putten’. De grotten van Han zijn er niets tegen!

Carlsbad caverns, New Mexico
Carlsbad caverns, New Mexico

We rijden Texas – de staat van de oliebaronnen uit ‘Dallas’ – toepasselijk binnen via de honderden kilometers olievelden van de West Texas Oil Fields. Her en der staan er ontelbare boorpompen in het landschap, en tankwagens rijden af en aan.
Die avond denk ik er aan: eigenlijk ken ik wel iemand die in Texas woont! Toen ik een vijftal jaar geleden een zomer lang in een bar werkte aan de kust, was één van de vaste toogklanten een Texaan, die al 10 jaar in Belgie in de Zeebrugse haven werkte. Enkele maanden na mijn vakantiejob verhuisde hij terug naar Texas, en ik denk dat hij in Austin woont. Op goed geluk stuur ik hem een facebook-bericht. Hij is enthousiast, en nodigt Henk en mij zelfs uit om de volgende dag Thanksgiving te komen vieren bij zijn familie in Abilene. Na wat twijfelen – eigenlijk willen we naar Austin, en Abilene is wel wat uren omrijden – beslissen we dat het toch wel plezant kan zijn om eens een typisch ‘thanksgiving dinner‘ mee te maken met een familie Texanen. We watertanden al bij de gedachte aan stuffed turkey en yams!

West Texas Oil Fields
West Texas Oil Fields

Als we de volgende namiddag afspreken met Bill en zijn vriend Andy, krijg ik een wel erg familiaire hug waarbij de vale lucht van drank en sigaretten zich in m’n neusgaten boort. Het is meteen duidelijk dat Bill en Andy al enkele uren (of dagen?) thanks aan het given zijn: de 2 zijn poepeloerezat! Ze zijn oversociaal, giechelig, luid en eerlijk gezegd: erg irritant.
OK, tijd om even te overleggen: blijven we – want zijn ouders rekenen nu op 2 extra mensen voor het diner – of vertrekken we. We besluiten voor dat eerste te kiezen. Dit zal waarschijnlijk nog wel een aparte ervaring worden, dus we besluiten om ons door de avond te laten meevoeren. Eigenlijk vinden Henk en ik het nog wel amusant – en zelfs cultureel interessant 🙂 – om the drunken duo gade te slaan. Maar geen zorgen, geen haar op ons hoofd denkt eraan om met hen in de auto te kruipen!

Onze gastheren willen nog eerst iets gaan drinken, maar in de 2 enige café’s die open zijn op thanksgiving, wordt ons alcohol geweigerd. Nu ja, niet ons, maar onze benevelde metgezellen. In Amerika mogen de bars overduidelijk geïntoxiceerde mensen geen drank meer geven, of ze worden mee verantwoordelijk als die persoon bijvoorbeeld een ongeluk veroorzaakt. Geen drankje dus, maar een leuk voordeel van andermans dronken impulsiviteit is dat we deze nacht blijkbaar wel slaapplaats ter beschikking hebben: omdat ze ons mee willen uit nemen vanavond – dat belooft! – heeft Bill voor ons een hotelkamer gereserveerd. Dat lijkt een meevaller, tot we ons naar het bewuste hotel begeven: het blijkt 1 kamer met 2 queen-bedden. Er wordt dus verwacht dat we bij hen in de kamer slapen, da’s wel minder, maar goed. De koelkast is natuurlijk volledig gevuld met bierblikjes, en Bill en Andy blijven maar shotjes binnenkieperen van het degoutante kaneeldrankje “Fireball”. Met hun schoenen op het bed, bier morsen op het tapijt, binnen roken in de rookvrije kamer,… Dit belooft een lange avond te worden.

 Eindelijk vertrekken we in de vooravond naar het thanksgiving-diner bij Bill’s ouders. Hopelijk is het daar wat gezelliger, en heerst er een feestelijke atmosfeer. Thanksgiving is namelijk één van de belangrijkste feestdagen – zoniet de belangrijkste – in de USA, het zou zelfs kerstmis van de troon gestoten hebben!
Ik hoop dat Henk en ik in onze jeans – zoveel keuze hebben we niet – niet underdressed zijn, maar als we er aankomen blijkt dat niet het geval te zijn, integendeel. Het eerste dat we zien is een wel zeer gezette – zacht uitgedrukt – man, die ons opwacht in zijn trainingsbroek en véél te kort marcelleke. Binnen staat de TV aan, want er is een belangrijke football-match aan de gang, en er is in geen velden of wegen een kalkoen te bespeuren. Blijkbaar eten we thanksgiving-taco’s, miljaar. Het is natuurlijk lief dat wij mee mogen komen voor thanksgiving, daar niet van, maar voor ons is het wel een teleurstelling.
Wanneer ik even met Bill’s vader Barry praat, besef ik dat we in een oerconservatieve, republikeinse familie terecht zijn gekomen – niet geheel onverwacht, want zij zijn met een overgrote meerderheid in Texas. Een van hun thanksgiving-cadeaus was een rol WC-papier met het hoofd van Obama op geprint. Wij geven meestal een bos bloemen ofzo; ’t is eens iets anders. Maar Barry blijkt daarbovenop de uitgever van een extremistische, republikeinse krant: het Vlaams Blok-krantje is een vredelievende oproep tot samenhorigheid in vergelijking met deze gazet! Ik lees enkele exemplaren cursief door en zie indoctrinerende artikels over moslims, het ophemelen van vuurwapens, Obamacare is gelijk aan communisme, Obama is een moslim en is eigenlijk in Kenia geboren, vrouwen die abortus plegen zijn moordenaars en moeten branden in de hel, de bijbel is de enige waarheid,… Alle clichés komen aan bod! Ik zou het nog grappig vinden, moest ik niet beseffen dat dit het wereldbeeld is waar de overgrote meerderheid van deze bevolking rotsvast van overtuigd is. Dit ís de cultuur, dit zíjn de ideeën van de Texaanse middenklasse, zelfs van de jongere generatie! Het lijkt alsof de tijd hier is blijven stilstaan.

Texas
Texas

Omdat het ondertussen al later op de avond is, en we geen zin hebben om nog een hotel te gaan zoeken op één van de drukste avonden van het jaar, blijven we voor de rest van de avond in Abilene, en brengen we die door met Bill en Andy. Onze drinkebroers waren iets ontnuchterd, maar daar komt snel verandering in als we naar een nabijgelegen bar trekken – te voet, gelukkig. Ze bestellen aan de lopende band “Fireball”-shots, en pitchers (grote kannen) cider. Alhoewel Henk ettelijke keren zegt dat hij geen shots moet hebben, krijgt hij ze steeds voor zijn neus geschoteld. We herhalen ook verschillende keren dat wij niét het budget hebben om hier aan 100/uur te zitten drinken, maar Bill stelt ons gerust: “No problem, I’ll take care of everything” en “Andy is super rich” en “I’m a regular here“. Ja, ja, eerst zien en dan geloven, want die Amerikaanse grootpraterij ben ik ook wel grondig beu. Alles is awesome en amazing en ze zijn allemaal de beste in alles, en vooral veel bla-bla-bla. Nou goed, ik overdrijf, maar ik wil een punt maken.

Wanneer de bar sluit – rond een uur of 1 – zijn de 2 mannen weer op een Charlie Sheen-niveau van dronkenschap, en valt er niet normaal meer mee te praten. Als de dienster Bill de rekening van 180$ (!) voorlegt, komt natuurlijk de opmerking: “Oei, ’t is gelijk toch wat veel, kunnen jullie bijleggen?”. Ja wat wil je, met die ontelbare dure shotjes! Maar we leggen natuurlijk eerlijk het geld voor de pitchers die wij hebben besteld.
Terwijl we de 2 alcoholsponzen als onhandelbare kinderen terug mee naar het hotel loodsen, voel ik me erg schuldig dat ik Henk hier heb meegebracht. Maar goed, ik wist het ook echt niet. We hebben regelmatig bij mensen verbleven die we nog nooit eerder hadden ontmoet, en dat is altijd zo goed meegevallen!
Al bij al was het een zéér interessante avond, en we hebben een voorbeeld gekregen van de Texaanse samenleving, van op de eerste rij! Maar nu is het genoeg geweest, we willen gewoon gaan slapen, en de moment dat we wakker worden vertrekken we richting Austin: weg van hier!

 De volgende dag vertrekken we al om 7u als een pijl uit een boog uit Abilene. Een beetje brak, ongewassen en ongekamd, met dezelfde kleren aan als gisteren. We willen zo snel mogelijk terug gewoon op’t gemak met ons tweetjes onderweg zijn. Het doel is om zo snel mogelijk in de buurt van Austin te zijn, daar een slaapplaats te zoeken en ons op te frissen.

Texas
Texas

Maar dat is buiten de wet van Murphy gerekend: Anything that can go wrong, will go wrong. We zijn nog geen half uur onderweg, of er begint een lichtje te branden op het dashboard van de Beetle. Na wat opzoekingswerk blijkt het de bandenspanning te zijn, daar zullen we eens naar moeten kijken. Maar terwijl we verder rijden langs een godverlaten baantje waar we amper een tegenligger zien, is het daar opeens: flop-flop-flop… Platte band! Natuurlijk net vandaag, wanneer we ongewassen en supermoe zo snel mogelijk in Austin willen zijn. Er zit een grote scheur in de band, en Henk vindt een grote, scherpe tang die in het spatbord gekatapulteerd werd; daar zullen we dus over gereden zijn. Abilene keeps on giving! Gelukkig ligt er een reserveband in de koffer, en met wat hulp van een vriendelijke mens die even stopt, zijn we snel weer op de baan, op zoek naar een garage met de juiste band. Dat klinkt gemakkelijker dan het is, want everything’s bigger in Texas, ook de auto’s en de banden! We moeten 150 kilometer, en 3 dorpen, afrijden met onze reserveband eer we een garage vinden die ons – naar Texaanse normen – mini-autootje kan depanneren. Pas in de late namiddag, en 130$ lichter, kunnen we onze rit verderzetten.

Austin, Texas
Austin, Texas
Austin, Texas
Austin, Texas

Austin, de administratieve hoofdstad van Texas, is een democratisch eiland binnen de diepgewortelde republikeinse staat. We blijven hier enkele nachten en merken meteen waarom de bruisende stad meer laid-back is dan de rest van Texas: de straten lopen vol hipsters, we zien overal “keep Austin weird” T-shirts, en het zal ongeveer de enige plaats zijn in deze conservatieve staat waar gaybars floreren. We bezoeken het capitool – een mooi gebouw in ‘witte huis’-stijl – en gaan uit in 6th street, de ‘Overpoort van Austin’ met live-muziek in elk café, maar slechte drank en overal schreeuwerig “Wohooo” en “Yeaaah” geroep. Dat doen Amerikanen blijkbaar echt graag, voor het minste moeten ze eens kunnen roepen :-D!

New Orleans, Louisiana
New Orleans, Louisiana

Na onze doortocht in Austin rijden we door naar New Orleans. Het eerste dat we ervaren als we Louisiana binnenrijden langs de bayous, de moerassige gronden in het zuiden van de VS aan de golf van Mexico, is dat we zonder enige waarschuwing aangevallen worden… door honderden muggen! Buiten is het warm en vochtig, en als we ons raam even opendoen, is dat natuurlijk een perfecte invitatie om ons beetje bij beetje te beginnen opvreten.
Net als in Texas zien we dat de kerken hier een heel grote macht hebben. Baptist, Presbyterian, Lutheran, Catholic… Voor elk wat wils, en daar horen natuurlijk ook grote reclameborden bij: “Jesus saves!”, “God bless America!”, “Keep Christ in Christmas”, en mijn persoonlijke favoriet: “To all our atheist friends; Thank God you’re wrong” :-p.

New Orleans, Louisiana
New Orleans, Louisiana
Bourbon St, New Orleans, Louisiana
Bourbon St, New Orleans, Louisiana

New Orleans is een leuke stad die gezelligheid uitademt, je merkt wel dat de Spanjaarden en Fransen hier gezeten hebben: mooie victoriaanse huizen en veel bloemetjes en ander groen in de straten. We verblijven dan ook in het toeristische “French Quarter”, want eens je het centrum buiten bent verwatert de gezelligheid zienderogen en blijkt de stad zeer verpauperd te zijn.
Spijtig genoeg is ook het eten nog steeds niet om over naar huis te schrijven. We proberen de typische ‘Jambalaya’ en ‘Gumbo’, maar de streekgerechten laten geen verpletterende indruk achter.

Bourbon St, New Orleans, Louisiana
Bourbon St, New Orleans, Louisiana

Dé bekendste feeststraat van New Orleans is Bourbon Street, die iets ‘stouter’ is dan 6th street in Austin gezien de vele cafés aangevuld worden met verschillende stripclubs. De straat is ook vooral beroemd/berucht voor de wilde feesten tijdens “Spring Break” (de Amerikaanse paasvakantie) waarbij meisjes kralenkettingen moeten verzamelen die ze winnen door hun borsten te laten zien op straat. Stay classy, ladies. Voor de rest zo preuts, maar dat kan dan weer wel!

De dagen na New Orleans zijn we full-time on the road, waardoor we in sneltempo door Mississippi en Alabama rijden: we willen zo snel mogelijk in Florida zijn. Enerzijds hebben we gehoord dat er een zware storm op komst is naar deze regionen waar Florida normaal gezien van gespaard zal blijven, en anderzijds moeten we ons wreed beginnen haasten, willen we nog wat van Florida zien voor we onze auto moeten afgeven!

Mississippi
Mississippi
Alabama
Alabama

Want het is het tijd voor onze allerlaatste etappe in de USA! Van Noord-Florida naar het zuiden, richting de Everglades, Key West en tenslotte Miami Beach. We beginnen aan de laatste 2 weken, en de laatste 1500 kilometer!

3 gedachten over “#10 Redneck road trip

  1. Terug met veel plezier jullie verslag gelezen !
    Doe zo verder 😉
    En langs deze weg alvast prettige feesten voor jullie !
    Groetjes, Ellen

  2. Eh bien dites donc que d’aventures!!! Comme toujours j’ai pris beaucoup de plaisir à lire ce récit Bene tu devrait peut-être en faire ton métier car tu relates si bien vos aventures :)) Bonne continuation. Gros bisous à vous deux.

Plaats een reactie