Maandelijks archief: september 2013

#5 British Columbia: A ‘warm’ welcome, camping in the sixties & some national parks

11 – 19 september

We landen in Vancouver om middernacht plaatselijke tijd – het is hier 3 uur vroeger dan in Montreal – en hebben veel geluk om nog net de laatste skytrain richting downtown te halen. Het is ondertussen 1u ’s nachts in een stad die we niet kennen, maar gelukkig zien we enkele politie-agenten waaraan we wat praktische info vragen. Ze sturen ons naar een youth hostel dat 24/24 open is, en we beginnen te stappen over Granville street. Ondanks dat er op het eerste zicht niemand op straat is, voel ik tientallen ogen op Henk en mij gericht. Het zijn de vele daklozen, die in de inhammen van de winkel slapen, zitten, en met elkaar – of tegen zichzelf, of tegen hun hond – praten. Vancouver is een geliefde plaats voor Canadese daklozen, door de redelijk zachte winters in vergelijking met de andere steden. Het zijn hier veelal mensen met mentale- of zware drugsproblemen, en de overheid voorziet voor hen weinig tot geen sociale voorzieningen op lange termijn.

Ondertussen zien we het hostel in de verte, maar omdat we al 8 uur non-stop aan het reizen zijn, hebben Henk en ik toch een hongertje gekregen. Gelukkig is, zoals altijd en overal, de McDonalds nog open, en we besluiten snel een hamburgertje mee te pikken (sorry, mama).

We zitten nog niet goed en wel neer, of er loopt een meisje huilend het gebouw binnen, gevolgd door 2 mannen. We besteden er eerst niet te veel aandacht aan, ware het niet dat het opeens enorm escaleert: de 2 mannen van het gezelschap beginnen elkaar luid uit te schelden, en het meisje – duidelijk met blauwe plekken van naalden op haar huid – begint hysterisch te roepen en te jammeren. Voor zover we kunnen uitmaken, gaat de ene man er niet mee akkoord dat het meisje niet met hem naar huis gaat, en de andere man verdedigt haar. Opeens komt het tot een confrontatie, maar geen zoals ik ooit gezien heb; deze mannen ménen het echt, ze willen elkaar tot moes slaan! De ene wordt tegen de muur gegooid, en opeens zien we overal bloed; de andere man heeft hem zo hard geslagen dat z’n tand oor z’n wang gescheurd is. Hij heeft een groot gat in z’n kaak en bloedt als een rund terwijl hij  heen en weer in de McDonalds loopt. Het is ongelooflijk absurd, en ik ben echt niet op m’n gemak. De gewonde kerel – duidelijk onder invloed van vanalles-en-nog-wat – begint dan nog eens tegen ons te praten ook, en onze reactie is in zo’n situatie: zwijgen en ja-knikken. Het personeel van de McDonalds is hier trouwens blijkbaar goed op voorbereid. Voor je het weet staan er 2 politie-agenten in het restaurant, en voelen we ons al een stuk veiliger. De aanstoker van het gevecht is ‘m natuurlijk al gesmeerd. Na enkele minuten is het bloed opgedweild en de rust teruggekeerd, maar wij zijn maar al te blij als we om 2u inchecken in het hostel en veilig in de dorm liggen. What a warm welcome to Vancouver!

vtc EEKHOORN

De volgende dag gaan we onze rental car ophalen en krijgen we een leuke verrassing: een upgrade! In de plaats van de standard car die we besteld hadden, geven ze ons een Ford Edge: een gigantische SUV met leren zetels, open dak en allerlei technische snufjes. Het is echt een fantastische auto en Henk is er gek op :)!

Het is hier prachtig, zonnig en warm weer, en daardoor besluiten we eerst nog enkele nachten te kamperen voor we onze geplande route naar Banff & Jasper National Park aanvatten. We komen terecht in een campsite midden in de natuur, even buiten Vancouver, en al snel blijkt dat wij hier de enige toeristen zijn. Het hoogseizoen is voorbij en momenteel verblijven hier enkel locals, die elkaar al jaren kennen. Ons mini-hikertentje contrasteert enorm met de gigantische, luxueuze RV’s, maar dat wekt blijkbaar sympathie op want de anderen besluiten om ons als het ware te adopteren: we worden van alle kanten bestookt met de vraag of we iets mee eten of drinken! De volgende dagen zijn enorm laid-back en we genieten van het lekkere weer, het zwembad, de mooie omgeving en de – alweer – vriendelijke en gastvrije Canadezen. We roosteren worstjes rond het kampvuur, eten bananaboats – banaan + chocolade + marshmallows geroosterd in het vuur – en zelfgemaakte koekjes, en we lachen met moppen en verhalen die we ons de volgende dag niet meer zullen herinneren. Op een gegeven moment wordt de acoustische gitaar bovengehaald voor een country-song, en ik voel me door een teletijdmachine teruggekatapulteerd naar de sixties 🙂 surrealistisch!

IMG_4981 IMG_5031

Na enkele dagen moeten we dan toch onze tocht eens verderzetten, en vertrekken we naar de Rocky mountains, naar de nationale parken Jasper en Banff. We rijden even verkeerd (off course), en komen in één van de vele indianenreservaten in British Columbia terecht, waar we zeer onvriendelijk bekeken worden. Een oude vrouw trekt een lelijk gezicht naar ons, en maakt een schijnbeweging met haar hand, alsof ze de stok die ze in haar hand heeft naar onze auto wil smijten. Een andere auto blijft aan 15 km/h voor ons rijden, op een stuk waar we niet kunnen inhalen, om ons te irriteren. De vijandigheid jegens blanken is verder ook te merken op affiches en slogans in het dorp, zoals “We won’t buy back stolen land”. Vele first nations people zien Canada als een illegale natie, gebouwd op de van hen gestolen grond. De meesten van hen wonen in deze reservaten, betalen er geen belastingen, en hun locale overheden worden gesubsidieerd door de Canadese federale overheid… schuldgevoel, misschien? Wie trouwens bij het woord ‘indianenreservaat’ denkt aan ongerepte natuur, een ecologische levenswijze en misschien zelfs tipi’s, moet ik teleurstellen. De first nation people wonen in american-style houten huizen; sommigen zijn mooi onderhouden, maar de meesten zijn onverzorgd, te midden van een voortuin vol rommel, schreeuwerig speelgoed en roestende auto’s.

Verder is het een heerlijke, comfortabele rit in de ruime SUV, en na een overnachting in de studentenstad Kamloops, komen we aan in de rockies. De rit door Jasper/Banff National Park met de Rocky Mountains aan weerszijden is zeer impressionant! Spijtig genoeg zijn er verschillende hiking trails afgesloten omdat er grizzly’s werden gespot, en die kom je liever niet tegen. Geen beren gezien dus, wel wilde – en dus gigantische – kalkoenen, berggeiten en schattige eekhoorns. We slapen in een ‘wilderness-hostel’ – geen stromend water, amper elektriciteit – en de volgende dag maken we een wandeling op de indrukwekkende Saskatchewan gletsjer. Ik vind het wel redelijk grappig (of misschien eerder hypocriet) dat we onderweg door verschillende infoborden gewezen worden op het feit dat de gletsjer zienderogen krimpt ten gevolge van global warming, maar dat je er anderzijds wel kaartjes kan kopen voor de “Ice Explorer”, een grote bus met rupsbanden die met toeristen over het ijs gaat sjezen.

IMG_5051 IMG_5105

Ondanks de prachtige natuur vinden we Banff en Jasper een beetje platgelopen door toeristen, en om die reden besluiten we ook het mierennest Lake Louise te laten voor wat het is, en via het minder bekende Kootenay National Park terug te rijden. Dat was gelukkig geen slecht besluit, want in Kootenay maken we een mooie wandeling langs een waterval van 37 meter hoog, en ongelooflijk maar waar: we komen niemand anders tegen! Die avond zwemmen en relaxen we in de ‘Radium Hot Springs’, natuurlijke warmwaterbronnen in het gelijknamige dorpje aan de rand van het park.

De dag erna is het tijd om de natuur achter ons te laten en terug richting de grote stad te keren. In de hoop dat we niet teveel gevechten meer aanschouwen 😉 Vancouver 2.0, we’re ready for you!

#4 Reflections of Toronto

6 – 11 september

Zo Europees dat Montréal is, zo Amerikaans is Toronto. Bij het binnenrijden van het ‘entertainment district’ waar we zullen verblijven, zijn we onder de indruk van de vele skyscrapers. Het geeft meteen een echt New York-gevoel. Overal waar we kijken zien we torenhoog beton, staal en glas, met daarin de weerspiegeling van nog meer beton, staal en glas!

Dankzij Catherine, mijn nicht, en Kristof, die enkele jaren geleden een tijd in Toronto hebben gewoond, kunnen we 4 dagen logeren bij Agnes – een Hongaars-Canadese die hier nu 10 jaar woont. De avond van onze aankomst vrijdag doen we niet veel anders meer dan ons vergapen aan het uitzicht van haar fantastische appartement op de 17de verdieping; de CN toren, het meer, en daartussen allemaal bouwwerven van nieuwe glazen skyscrapers – blijkbaar bouwen ze de crisis hier weg.

IMG_4890 IMG_4837

Omdat het de volgende dag druilerig is, besluiten we lekker uit te slapen – vermoeiend, zo’n wereldreis! 😉 –  en wat administratie te doen tot het opklaart. Als het zonnetje er in de namiddag doorkomt gaan we op pad, en merken we meteen een enorme drukte in de stad. Juist, het is hier 10 dagen TIFF – Toronto International Film Festival! Je kan over de koppen lopen want gezien we hier in het entertainment district zijn, is het ook de plaats waar alle bioscopen zich bevinden. Er zijn verschillende straten afgezet, en mensen staan te drummen met hun fototoestel in aanslag om een glimp op te vangen van een bekend gezicht.
Terwijl we ons een weg proberen te banen door de menigte en we op de straat moeten stappen omdat het voetpad volledig bezet wordt door mensen die staan aan te schuiven voor een film met Sandra Bullock en George Clooney, houdt een grote Audi halt naast ons. “Aha,” zegt Henk, “straks is dat den George hier naast ons!” Ik lach daar eens mee, maar probeer stiekem toch eens door het geblindeerde raampje te kijken. Dan draait de Audi opeens de afgezette straat in, en stopt hij 50 meter verder voor de rode loper aan de cinema. De deur zwaait open en de toeschouwers worden gek, roepen, schrééuwen en alles licht op van de flitsers. Damn, hebben we dus toch zonet op enkele meters van George Clooney en Sandra Bullock gestaan?

Die avond gaan we op uitnodiging van Agnes naar een fantastisch steakrestaurant: “The Keg”. Zoals vele andere restaurants die we hier tegenkomen is het een keten, maar wel een zeer goede! De steak en de ribbetjes smaken héérlijk.
Agnes vertelt over haar tijd in Canada, en de pro’s en contra’s van het leven in Toronto. Het is hier goed leven, je komt niets tekort, en zaken als een goed loon en werkzekerheid zijn daarin belangrijke factoren. Anderzijds lijkt het moeilijker dan in Europa om een diepgaande relatie aan te gaan met anderen. Mensen zijn zeer vriendelijk maar vaak ook erg oppervlakkig.

IMG_4932IMG_4825IMG_4931

Zondag is het prachtig weer en kuieren we op ons gemak door de stad en langs het meer. Eens je het financieel district uit bent, maken de wolkenkrabbers plaats voor laagbouw, en op Queen Street lijkt het alsof de ketens geen voet aan grond hebben kunnen krijgen! We lopen langs originele kledingwinkels, uitstalramen met allerlei antiquiteiten en snuisterijen, en ontelbare plaatsen waar je kan brunchen. Chinatown is hetzelfde in elke stad: uiteraard veel chinezen, restaurants, rommelwinkels, en volgens Henk ruikt het er “altijd een beetje naar China”.

De volgende dag bezoeken we de Niagara Falls, en zelfs voor een maandag loopt hier enorm veel volk rond. De watervallen zelf zijn mooi en impressionant, maar we ergeren ons allebei aan de hele kermis die er is rondgebouwd. En ‘kermis’, dat mag je letterlijk nemen: een lunapark, een reuzenrad, een spookhuis, een casino, een bioscoop, een Hard Rock Café, uiteraard ook verschillende fastfoodrestaurants, etc… Al die ‘tralala’ errond geeft zo’n natuurfenomeen een zeer artificieel en commercieel tintje. “Alsof ze daar bovenaan die rots gewoon een grote pomp gebouwd hebben waar water door gestuwd wordt, zodat ze hier het geld uit de zakken kunnen slaan,” zegt Henk.

’s Avonds proberen we een keuze te maken uit de honderden sushi-restaurants die Toronto rijk is, en de overdaad aan keuze maakt dat we het op den duur écht niet meer weten. Dan haalt Henk de levenswijsheid van zijn vader boven; vraag het aan de lokale bevolking! We krijgen een tip, en die valt gelukkig niet tegen. Onze laatste avond in Toronto sluiten we af met een cocktail in de “Panorama Bar’, een bar op de 51ste verdieping met een prachtig uitzicht over de bruisende stad.

IMG_4880 IMG_4960

Dinsdagavond komen we na een hele dag on the road terug aan in Montreal, en brengen we de huurauto terug. We nemen de trein richting Pierrefonds, vervolgens onze bekende bus 68 naar Cap-Saint-Jacques en als we Valerie haar huis zien, voelt het al een beetje als thuiskomen! Deze keer is het slechts voor 1 nachtje, want de dag erna worden we terug op het vliegveld verwacht: Vancouver, here we come!

A very big thank you to you, Agnes, for your hospitality and generosity during our stay in Toronto!

#3 The traject to Toronto: camping, mosquitos & Algonquin

2 – 6 september

Our first day on the road! We pikken de auto – een KIA Rio, de kleinst mogelijke huurwagen en naar Amerikaanse normen een matchbox-car – op in de stad. We besluiten om niet meteen te ver te rijden, omdat het mooi en warm weer is en we voor de eerste keer onze tent willen opzetten. Op goed geluk rijden we richting “Montérégie” – een uurtje rijden onder Montreal, tussen de fleuve Saint-Laurent en de grens met de Verenigde staten – een regio die blijkbaar vooral bekend staat om de appeloogst en -cider. Het blijkt een redelijk toeristische regio voor de Quebecois zelf, en er zijn heel wat kampeermogelijkheden.

Enkele Canadezen hebben ons al gezegd dat de zomer hier op z’n einde loopt zodra september begint, en dat merken we: zodra onze tent goed en wel rechtstaat wordt de lucht dreigend grijs. Daarnaast blijken vandaag alle winkels gesloten te zijn – het is labour day – en hebben we dus niets te eten. Op goed geluk rijden we naar een dorpje in de buurt, waar we aan een groezelig uitziend eethok naast de obligate hamburgers en hot-dogs ook het opschrift “POUTINE” zien staan.

Hier hebben we al van gehoord als zijnde, naast smoked meat, een Quebecse specialiteit. Valerie omschreef het als ‘frieten met kaas erover’, dus mijn eerste gedachte is: what’s not to like? We bestellen 1 portie voor ons beiden, en dat was meer dan genoeg, want de poutine valt tegen. Het valt te omschrijven als een friet-pap, overgoten met Amerikaanse (=smaakloze) kaas en vettige bruine saus. Het smaakt naar cholesterol en dichtslibbende aders.

vlag tent Henk vuur

Ondertussen gaan de hemelsluizen open, en we vrezen dat er niets anders opzit dan vroeg te gaan slapen. Maar dat was buiten onze buren gerekend; als we goed en wel in onze tent liggen horen we een stem boven ons: “Vous avez déjà mangés?”. Blijkbaar wekken we toch wat medelijden op met ons klein tentje en gebrek aan materiaal, en we mogen aanschuiven bij Veronique en Mario onder hun afdak, voor spaghetti, dessert en Baileys :)! Het wordt nog een gezellige avond, en wanneer ook de regen stopt wordt er een vuurtje aangestoken. Nog een bewijs van de gastvrijheid en vriendelijkheid van de mensen hier, ik denk dat we nog zullen verschieten als we dat overal gaan verwachten! We praten over het leven, onze reis, over België en Québec. Blijkbaar kennen veel Québecois ons land, omdat de communautaire problematiek te vergelijken valt met de problemen tussen engels- en franstaligen hier.

De dag erna schijnt de zon weer, maken we een wandeling in de buurt waarbij we mini-kikkers (< 2 cm!), harige rupsen en schattige slangetjes – die ik van Henk niet schattig mag vinden en zéker niet mag achternazitten omdat het quasi zeker giftige adders zijn – spotten. Het zijn nog geen beren natuurlijk, maar we beginnen klein. Ondertussen staan Henk en ik trouwens ook vol met rode joekels van beten van ons verblijf in de tent. Everything’s bigger in America; ook de muggenbeten!

IMG_4767 - Copy IMG_4773 - Copy

Woensdag reizen we verder, met als doel Algonquin Park, het oudste provinciale park van Canada. Het is de eerste keer dat ik met een “automatic” rij, en het voelt heel vreemd aan om de auto te voelen schakelen zonder zelf iets te doen! Het gebeurt enkele keren dat ik uit gewoonte met m’n linkervoet de koppeling zoek, en dus keihard op de rem stap. Maar eens je eraan gewend bent, is het een piece of cake. Je kan in principe in kleermakerszit achter het stuur zitten, en met de cruise control bestuur je de auto gewoon met je duimen; beetje sneller, beetje trager. In America, driving is like playing a computer game. Maar dat maakt het anderzijds ook zeer saai, zeker op een eentonige autostrade waar je maximum 100 km/uur mag. En door de regelmatige controles en hoge boetes (120 km/uur = 95$ en 150 km/uur = tot 10000$!) houdt de grote meerderheid zich daar ook mooi aan.

We stoppen ’s middags in Kingston – een gezellig studentenstadje tussen Toronto en Montreal – en lopen even rond in het historisch centrum, bekend voor de vele kalkstenen gebouwen.

Omdat we redelijk laat aankomen bij het Algonquin park, en het hier ’s nachts slechts 2 graden is, besluiten we een motel te zoeken ipv onze tent op te zetten.

IMG_4807 IMG_4781

De volgende dag kopen we een day permit voor het park, en maken we verschillende wandelingen die ons langs grote beverforten, moerassen en uitgestrekte vergezichten leiden. Heel mooi en vooral enorm uitgestrekt, maar wat de flora (gemengd naald- en loofbos) betreft zou je je soms ook in de ardennen kunnen wanen. Algonquin staat wel vooral bekend om haar 1600 km kanotrails, die we wegens iets te koud niet hebben uitgeprobeerd, dus misschien hebben we de grootste attractie wel gemist.

IMG_4785 IMG_4809

Na een nacht in het fantastische “Wolf Den” hostel geslapen te hebben – free food, sauna, en een hele dorm voor ons alleen! – vertrekken we opnieuw. Destination: Toronto!

#2 Montréal: Chez Valerie, smoked meat sandwiches & Bixi’s

28 augustus – 1 september

Vertrekken op wereldreis; het voelt een beetje als opstaan voor een examen na een te korte nacht; ‘Nee, nog niet! Ik ben nog niet klaar, ik moet alles nog eens overlopen…!’. Natuurlijk gaat het om een positieve gebeurtenis, maar tijdens de eerste momenten ervaar ik dezelfde paniekerige reactie. Dat kan echter ook gewoon aan mijn gebrek aan organisatietalent, en mijn zelfkennis daarover, liggen.

Om 4u stipt staat taxi Bien aan onze deur om ons naar Zaventem te brengen, en na een laatste quick check – paspoort, vliegtickets, portefeuille, GSM – laten we ons appartementje achter ons. Bye bye Melle Vogelhoek, tot binnen een maand of 10!

In Brussels Airport eten we nog een snel ontbijtje met onze mama’s en Glenn, en dan is het écht tijd om afscheid te nemen. Het moment dat we de douane passeren begint het avontuur. Henk neemt me eens stevig vast, en de lichte knoop van nervositeit in mijn maag maakt ruimte voor gierende kriebels.

Na een vlucht van 8 uur over de Atlantische oceaan, komen we om 10u plaatselijke tijd aan in Montréal. Ondanks dat Canada garant staat voor berekoude winters en besneeuwde landschappen, stappen we de airconditioned aankomsthal buiten in 28 graden en volle zon.

Dankzij het netwerk van mijn tante Annick konden we enkele weken geleden contact leggen met Valerie, een Belgische die al 16 jaar met haar kinderen Max en Lorelie in Cap-Saint-Jacques woont, op 20 km van het vliegveld. Zij stelt meteen voor om ons met de auto te komen halen, en ons mee te nemen naar haar huis, waar we de volgende dagen mogen verblijven. Dat klinkt ons als muziek in de oren! We zijn nu 13uur wakker, na een reeds veel te korte nacht, en behoorlijk moe. We hebben ook geen zin om meteen met onze rugzakken in de hete stad rond te gaan moeten dolen – oei, dat begint al goed voor een wereldreis? We eten een slaatje, krijgen een persoonlijke tour van de regio, lopen rond in een schattig dorpje aan de fleuve Saint-Laurent, gaan met Valerie, Max en Lolo naar het strand van Cap-Saint-Jacques en kanoën daarvandaan samen met Max terug naar het huis dat de volgende dagen even onze ‘thuis’ zal zijn. Als we elke keer zo met ons gat in de boter gaan vallen, gaan die 10 maanden hier heel goed meevallen!

IMG_4589 IMG_4592

Donderdag begint het echte werk. Het verkennen van Montréal, als echte touristen; met een stadsplan in de ene, en onze ‘Rough guide’ in de andere hand. We moeten ergens beginnen, natuurlijk. Als Henk van Valerie over de Montréalse specialiteit ‘smoked meat sandwich’ hoort, weten we meteen ook wat we zullen eten die middag :).

Bij “Schwartz”, sinds 1928 een landmark wat smoked meat betreft, gaan eten was blijkbaar niet enkel ons idee. Minstens 50 toeristen staat voor het restaurant aan te schuiven, en dat geeft ons al meteen een reden om er NIET bij te gaan staan. Gelukkig hebben ze er vlak naast ook een take-away restaurant, waar vreemd genoeg amper een rij staat. We bestellen dus onze smoked meat sandwich, en komen meteen ook tot onze eerste budgetgerelateerd conclusie: in’t vervolg bestellen we er maar 1 voor ons 2! De smoked meat sandwich bestaat uit 6 cm rood vlees tussen een witte boterham, en doet me wat denken aan een kruising tussen kebab- en stoofvlees; erg zout van smaak, onhandig om te eten, en vooral gigantisch veel vlees.

IMG_4628 IMG_4642

Na de middag kuieren we rond in het toeristische vieux-Montreal en le vieux port. Een aangename omgeving met veel bankjes in de zon en aan het water, waar we dan ook gretig gebruik van maken. Na wat dralen en besluiteloosheid over wat te doen om te eten (hier is alles OF veel te duur voor ons budget, OF zodanig goedkoop dat je weet dat het slecht is) vinden we in Chinatown een restaurantje dat voldoet aan Henk z’n criteria van een authentiek Chinees restaurant: ietwat groezelig van uitzicht, geen bestek op tafel, en er zit een groep chinezen te eten. Hier eten we heel lekker en goedkoop! En wij gelukkig 🙂

De volgende dagen blijven we lekker in de nabije omgeving. Ze vullen onze tijd met uitstappen naar een dorpje in de buurt en een trip naar de Best Buy (de Amerikaanse Media Markt, doch een stuk goedkoper) waar we een mini-laptopje kopen waarop deze blog getypt wordt. We maken een fikse wandeling met Sunshine (de hond van Valerie), en gaan naar “the mall”, gelijk de echten.

IMG_4660 IMG_4675

Daarna bezoeken we Montréal nogmaals, ditmaal met de fiets. Op zo’n stadsplannetje lijkt het natuurlijk allemaal iets van niets, maar in werkelijkheid is Montréal een erg hellende stad. Het brugje op de kaart dat we ‘even over zouden fietsen’ richting Île Sainte-Hélène blijkt een steile, kilometerlange brug met auto’s die ons voorbijrazen. Combineer de loodzware Bixi-fietsen (het openbaar fietssysteem van de stad) met onze onbestaande conditie, en je krijgt een heel vermoeiend tochtje! Maar het is wel heel plezant als je bergaf gaat :).

Met de fiets komen we op plaatsen waar we anders niet geweest zouden zijn; het groene Île Sainte-Hélène waar we een rondje rijden op het F1-circuit, de Atwater Market waar we lunchen aan het water, en de Mont-Royal, waar we samen met honderden andere toeristen op dezelfde 10 vierkante meter het uitzicht over de stad bewonderen.

IMG_4683 IMG_4717

“Morgen begint het echt,” zeggen we vandaag verschillende keren tegen elkaar. Want morgen verlaten we de veilige haven van Valerie haar huis, en moeten we alles zelf een beetje gaan uitzoeken; de weg, slaapplaats etc., richting Algonquin Park en Toronto. Maar ik denk dat we er klaar voor zijn. Home is wherever I’m with you!

A very special thank you to Valerie, Max en Lolo, voor een onvergetelijk begin van onze grote reis!

Shuffle, play, it finally has begun
The melody to a brand new song
Lyrics predict piles of fun
Fresh tunes start ever so strong

A song we wish forever to be heard
But pressing play also entails an end
So we’ll be sure to hear every word
Listening together will be time well spent
 ©HVO